V. fchilt de Sexe ook dermaate van Kleur, dat men
ï .xutt" zeniet voor Mannetje enWyfje zoud’ aanzien.
H oofd- Sommigen hebben de Voorpooten byfter lang,
STUK* ten opzigt van de anderen, en fchynen die tot
loopen naauwlyks te kunnen gebruiken.
Kemner- Het voornaamfte Kenmerk der Tipulaas wordt
afgeleid van de gedaante van den Bek, die in
deeze Infekten zig zeer zigtbaaf vertoont, hoe-
wel zy geen Zuiger o f Snuitje, in ’t geheel,
hebben. De twee zyden van den K op, verlangd
zynde, maaken als twee Lippen u it, welke
ieder gedekt zyn met twee kromme Baardjes
o f Voelertjes , dié uit een menigte yan
Leedjes zyn famengefteld. Van veelen hebben,
bovendien, de Mannetjes de Sprieten gepluimd,
als gemeld is.
soorten. L im b u s heeft zevenendertig Soorten in dit
Geflagt aangetekend, waar onder de helft, by-
na, de Wieken uitgebreid, en de Overigen del
v e n over 5t L y f geflagen houden.
I. Mug-agtige,. o f hiet de Wieken uitge-
breid,
T Langpoot, die de Sprieten gekamd heeft,
petiinicor- met een zwarte Vlak op de Wieken, en het
nis. .
Kamhoor- Borstjtuk geelagtig.
nige.
De eze, in Sweeden op Grasagtige plaatfen
zig
( i ) TipuU Antennis 'pe&mntis, Alis Macula nigra, Tho-
tace flaveicente. Syfl. Nat, X. Gén, 321.
zig onthoudende, is van de overigen verfchil- V..
lende door de aartig gepluimde Sprieten. De- ^xm*
zelve, naamelyk, zyn gekamd, met StraalenH oofd-*
tegen elkander o v e r , doch in de éene SéxeSTUlc-
Haat tuffehen ieder Paar Straalen een gekrfbpte
Spits op zig z e lv e ; die in de andere Sexe dub-
beld is. vEen dergelyke vondt Doktor Sc o p o l i
in Karniolie ( * } .
Zeldzaamer komt ’er eene voor , die den
naam van de Viervlakkige voert, grooter dan
de .voorgaande en een der allergrootften. D e -kiec*
zelve heeft de Wieken bruin geaderd, aan den
rand met vier bruine Vlakken en het L y f van
boven geel. Omtrent Kalmar is een dergelyke
Langpoot waargenomen Fff)'?
(2 ) Langpoot, die de Wieken Glasagtig, met n.
bruine Wolkjes jn een Sneeuwwitte. Vlak au« *roót-
, heeft. i ftc-
De tekening der Wieken onderfcheidt deeze pi.
niet alleen , maar ook de grootte , welke zoda- n ™ 11*
nig is, dat ieder Wiek de langte van een Duim
Voetmaat h e e ft, volgens de. aanmerking yan
Doktor S c o p o l i , het welk overeenkomt met
die Duitfche van onze Afbeelding, in Fig. 4.
Het Masker van dezelve onthoudt z ig , volgens
hem
(*) Entoml, Carniol. p, 315.
( f ) Faun. Suec. Ed. II. p. 430.
(?) TipuU Alis Hyalinis , Rivulis fulcis, MacuMque nivel.
Fauii. Suec. i i i r , A ïï, Stótfib. 1739. T. 9, f. 3. RAJ. Jnf.
y?. N. 2.
L deel XII, stuk, D d 5