III.
A fdeel.
IV.
Hoofdstuk.
XXII.
ftiucus. Schink.
Bereiding
rot een Ge-
aeeftmcldeL
(22) Haagdis met een Spilronde Staart van mid.
■ delmaatige langte, aan de punt platagtig op
zyde, de Klaauwen Jlornp en gezoomd.
In de Apotheeken is, onder den naam van
Scincus marinus , een Drogerye bekend , die
men voorTegengiftig gehouden, o f, om eeni.
ge andere yeden, in de Bereiding, welke Mi-
thridaat genoemd wordt , ingevoegd heeft.
Sommigen hebben het voor een Vifch genomen
; eenigen hebben ’er den Water-Salamander
voor gebruikt; doeh P linius noemt het de
Lapd-Krokodil, om dat het Dier zeer v e e l,
zegt h y , naar den Krokodil gelykt. Se b a , die
’er zodanig een afbeeldt, onder den naam van
groote Zee-Haagdis of Krokodil uit Arabie, durfde
cgter niet vaftftellen, dat het de Scincus Of-
ficinamn was, maar hy z e g t , dat ’er eenige
ioorcen zyn , die , met Zout en Zee-Alfi: voor
’c bederf bewaard, aan ons uit Italië overge.
zonden , en dan in de Apotheeken gebruikt
worden , zynde geel van Kleur en kort van
Staart.
De Heer Hasselquist heeft geduurende
zyne Reizen, niet verzuimd zig daar omtrent
te vergewilïen. ,, De Scincus marinus, zegt h y ,
„ een
(12) Lacerta Cauda tereti mediocri apice compreffa ,
Digitis muticis marginaris. Syfl. Nat. X, Scincus. GröN.
Muf II. p. 76. n. 49. Sjeb- Muf. II. p, 112. T. io f. f.
3 Besl. Muf. I. 12. f. 1. Olear Muf. 9. T. 8. f. r.
Scincus. Raj. Quadr. 271. Mmoen. Mcad, I. p. 294.
Hasselq.. M ft. Upj, 17^0. p. 30, Ititt. 309. n, 58.
t
w een Medikament dat in Europa fterk gebruikt, n i .
,j doch weinig gekend wordt, is een Haagdis, Afdeel.
„ welke men in Egypte aan de Oevers van ,
„ den N y l, in ’t Land ze lf, en ook wel in de. stuk.
„ Huizen , ontmoet. Het overvloedig!!:, eg- Shink.
„ ter, komt dezelve voor in de Gebergten tuf-
„ fchen Arabie en Egypte, alwaar z y , van de
„ Boeren in menigte gevangen en gedroogd
zynde, aan de Venetiaanen en Genueezen ver*
„ kogt wordt, die ze veelal tot Pöeijer maa-,
„ ken, eer zy ze in Europa verzenden. De
„ Egyptenaars zyn bevreesd voor dit Dier, en
,, daarom vindt men maar weinigen, die hun
„ werk maaken van dien Vangft. Het is by
,, de Oofterfche Volkeren zeer in gebruik , om
„ de Welluft in ’t Byflaapen te vermeerderen.
„ Ten dien einde, wordt het o f in Poeïjer ,-
„ met eenig prikkelend Vo g t, o f het verfch af-
,, gekookte Sop , gelyk de Arabieren doen ,
„ ingenomen (*).” Öm die zelfde reden komt
het ook in ’t Dia-Satyrion, een famenftelling
welke hedendaags niet veel gebruik heeft in
de noordelyke deelen van Euiopa.
De Scincus, waar van zyn Ed. fpreekt, was Geftalte,
een Dier van ruim een half Voet lang, zeer
kort van Staart, in ’t midden van ’t L y f omtrent
twee Duimen dik : over ’t geheel mee
gladde, dunne Schubben, die als een Leijen Dak
over elkander heen leggen, en het Dier dus
zeer
(*) Kn3cn narij fa ïa fïm a , p*p. 70,
l.Dfcitt. VI» Stuk,.