VI.
Hoofd-
' STUK.
Geflagten
vanSlangen
volgens
G ronovjus.
O ecilia. Blindjlang. Het L y f naakt, op zyde rimpelig,
r twee Voelers aan den Bek : de
Staart ftomp of geen.
A mphisbjENa . Biceps. Het L y f van vooren en van
agteren dikagtig , Homp gerond , met
Schubben, die Kringswyze Ringen maa-
ken , gedekt: de Staart dik en ftomp, op
de zelfde wyze geringd.
A nguis. Het L y f naar vooren en agteren
ftomp, gerond; overal met Schubben ge-
fchalied, zonder eenige Ringswyze kringen
: de Staart dik , ftomp rondagtig,
met dergelyke Schubben, als het Lyf,
gedekt.
Scytale. De Kop van boven met zeer
groote Schubben, die veelhoekig zyn en
van veelerley figuur , gedekt: de Buik
. en Staart van onderen met dvvarfe Schilden
: de Staart dik, rolrond.
Coluber. ■ . De Schilden op den Kop van
• veelerley figuur: het L y f gefchalied met
Schubben en van onderen met dwarfe
Schilden bekleed: de Staart Kegelagtig,
zeer lang en dun uitloopende, van on.
deren met Schubben die twee aan twee
leggen.
V ipera. /.1dder. De Kop van boven , de Rug en
Zyden , met gefchaliede Schubben: de
Buik van onderen met dwarfe Schilden
voorzien : de Staart Kegelagtig, dun en
fcherp uitloopende: van onderen met de
Schubben twee aan twee.
Cenchris. De Kop van boven, de Rug
en Zyden , met gefchaliede Schubben:
de Buik en Staart, van onderen, met dwarfe
Schilden: de Staart Kegelagtig, dun en
fcherp uitloopende,
Cro<
Crötalophorus. Ratelfiang. De Buik en Staart met
Schilden ; de Staart fomtyds f behalve
de Schilden, ook met Schubben gedekt,
en uitloopende in een Hoornige Spits of
Ratel,' die gemeenlyk uit Leden beftaat.
Ik heb deeze Kenmerken der Geflagtén 'er
bygevoegd , op dat dè Liefhebbers , die der
Latynfche Taal onkundig zyn , öok zouden kunnen
oordeelen, o f ’er iets aanmerkelyksüitgevoerd
zy met de naauwkeuriger onderfcheiding. De
Kenmerken, inderdaad, van eenigen fchynenzo
in elkander te loopen, dat-de Heer Linnalus
de Vipera by de Colubres gevoegd o f liever
gelaten heeft (* ) ; maakende een nieuw Geflagt
van Boa, waar in de Cenchris en Scytale, benevens
eenige anderen , door zyn Ed. geplaatfi:
zyn. Dus is het getal en de Orde der Geflag-
ten, byLiNNJEüs, gelyk hier voor gemeld, en
hy begint, naar gewoonte, met de voornaam-
ften , de Rateljlangen naamelyk , daar ik derhalve
toe overgaa.
VII. HOOFD.
(*) Want in de VI. Edit. van het Syfl. Nat. was
de Vipera reeds onder de Colubres geplaatft. Ook is
de Vipera van G ronovius de gewoons Adder niet.
& ^ ^
T
III.
A fdeel.
VI.
Hoofd.
stuk,
p s u t VI, SniRa