Hl. in de gedaante van een Stok, en ongekrinkeld,
A fdeel, vertoonen. Men ziet ligt hoe bedrieglyk en
t VI. onvoldoende deeze en dergelyke Kenmerken
Hoofd- ■
stuk. z yn*
Kenmer- De fchranderheid van' den Heer L inn^eus en
genSVOU zyn onvermoeide vlyt in het onderzoeken van
Linn^us. de Schepzelen, heeft zyn Ed. Kenmerken doen
uitvinden , waar om men naauwlyks gedagt zou
hebben. Zo veel verfchilt h e t, o f men de Werken
der Natuur oplettend dan flegts ter loops
befchouwe! Zyn Ed. oordeelt, dat de Schilden
of breede Schubben onder aan den Buik en de
kleine Schubben onder aan de Staart, bekwaa-
me Kenmerken z y n : dewy-I het getal daar va.n
in een zelfde Soort van Slangen, indien zv
niet verminkt zyn of belchadigd , nagenoeg
even groot is ; mids men fomtyds de Som yan
'beiden neeme, om dat de onderfchciding der
Buik-Schubben, van die aan de Staart, nier zo
klaar is. Dus werdt een Slang, in Sweeden
door den Heer Clerck gevonden , die 153.
Buikfchilden en 32 Staartfchubben hadt, van
zyn Ed. een zelfde gerekend te zyn als de ge-
woone Sweedfche Slang, Ifyggorm genaamd ,
waar in het getal der Buikfchilden 144 en dat
der Staartfchubben 39 is : om dat de Som van
beiden zeer weinig verfchilt; want in deeze T e l.
ling komt het niet op één o f twee Schobben aan.
Soorten. Ik h eb , hier voor ( * ) , de zes Geflagten van
Slangen , en derzelver Kenmerken , opgegeven,
(*) Black. 8, 9.
ven, dat ik thans niet herhaal. Alleen zal ik |jjr
fpreeken van de Soorten, welken ’er in ’t eerfte A fdeel.
Geflagt, dat den R a t e l s l a n g bevat, drie zyn; VI*
in het tweede, van de Se r p e n t e n , negen; in stuk*
het derde, van de A d d e r s , twee-en.tagtig: in
het vierde Geflagt, van de Slan g en , twaalf:
in het vyfde van den T w e e k o p , en in het zesde
van den Bl in d s l a n g , ieder twee: dus in ’t
geheel honderd-m-tien verlchillende. Soorten
van Slangen. Indien men hier nog byvoegt négentien
, die van den Heer G ronovius befchree*
ven en van L inn^ us niet gezien waren: zo is
het getal reeds aanmerkelyk grooter dan dat der
genen, welken S e b a in het II. D e e l van zyn
Kabinet heeft afgebeeld.
De Heer Gbonovius heeft, by v y f Geflag-Verdeeling
ten van L innasus, nog drie gevoegd , onder ^ RONO*
den naamvan Scytala, Vipera en Cenchris. Het
getal zyner SlaDgen, van allerley Soort, was
vyf en-veertig: thans worden' door zyn Ed. op. ,
geteld een-en-zeftig Soorten: als Cacilia^ 1 : Am-
pbisbma , 2 ; Angues , 7 ; Scytala , 2: Colu-
bres} 42. Vipera, 1 ; Cencbres , 4 . Crotalopbo-
r i , 2 f*). De Geflagtnaam van Boa o f Serpent
wordt door hem niet gebruikt. Zie hier de
Kenmerken, die hy tot onderfcheiding van'de
Geflagten opgeeft, in die Orde, in welke hyze,
omtrent als L innaïus te vooren gedaan hadt,
heeft geplaacft ( f ) .
/j,\ ' r i j C&.QU
m M m m Gron°*. Fafdc. i. Ldd*.
(f) Mnt. Ichthyog. Xom. II. Leid«, 17*4,
I .D eei, Vl, Stuk,