door ƒ de Maag en Darmen aangeweezen. se
A fdeel. Voornaamlle onderfcheid beftaat in de Pisblaas
v * k 9 die niet in tweeën gefcheiden en veel klei-
stuk.* nerk dan in. de andere Padden; gelykmendee-
ze ook, vervolgd o f geplaagd wordende,|niet
ziet pillen. De deden der Voortteeling, zo
in ’t Mannetje als in ’t W y fje , waren nagenoeg
als vooren.
Geftalt& In Gellalte en Houding zweemt dit Dier veel
naar de Kikvorfchen, zwemmende en fpringen-
de ook zeer vlug: doch bet verfchilt daar van
grootelyks door de Kleur van onderen, die aan
den Buik niet alleen, maar ook aan de Keel en
Pooten, beflaac uit Hemelfchblaauw en Oranjekleur
, Vlakswyze dooreen gemengd. Van
boven is het donkergroen of zwartagtig. Indien
het op ’t Land betrapt wordt f weet het op
een zonderlinge wyze zyne Gellalte te veranderen
, zo dat men het naauwlyks voor ’t zelfde
Dier.kent, krimpende agterover in malkan,
der; des het gelieele L y f byna zig Vuurkleurig
vertoont. W e l tien Minuuten bleef deeze Pad
in die houding, en, toen men haar weder plaag,
d e , gaf zy uit het dïkffce der Agterpooten een
Zeepagtig Vogt uit, zonder eenigen flank. Onder
’t ontleden , niettemin , wierdt Roesel ,
aan de Oogen en in de Neus, een bytende
fcherptegewaar, zodanig dat ’er Vogt uitliep,
even als by Verkoudheid plaats heefc. }
C4)
. r4) Kikvorfcb met een Ovaal bultig Lighaam , Jir.
dat overlangs met een breeds Afcbgraauvoe Afdebl*
getande Streep getekend is; de Pooten enge-
vliesd. , stuk.
IV.
Geen betere weet ik te geeven aan de be- ciUofa.
fchryving der Jlinkendè Landpad van den Heer
Roesel ; want fchooö dezelve al hier niet mogt
bedoeld worden , heeft z y doch het voornaa-
ine kenmerk, dat de Pooten ongevliesd z y n :
ook is de Duim korter dan de andere Klaau-
wen, en de Agterpooten zyn, ten minfte, vyf-
Vingerig: het L y f is zeer bultig o f verhevenrond,
en de Woonplaats is in andere Landllreeken,
ten opzigt van Sweeden.
Deeze Pad , die in ’t Voorjaar, tot de Voortteeling
■, zig veel in ’t Riet onthoudt, en daat
een zonderling Geluid maakt, noemt men derhalve
, op fommige plaatfen , Róbrling , in
Thuringen Kruispad; miflehien om dat zy op
de Rug een lange Zwavel-geele Streep heeft,
die haar, op ’t eerlte gezigt, inzonderheid vaü
de andere Landpad onderfcheidt. Gewoonlyk
onthouden zy z ig , en wel den geheelen Winter
, in gaten van Mpuren of Rorfen of in het
Aardryk, daar mén ’er dikwils tien of twintig
by elkander vindt, ’t Is verwonderlyk te zien,
hoe
(4) Rana Corporë ovato-convéxö, vitta longitudinall
dnereodentata > Pedibus fiffis. Syft, Nat. X Rana ralirlig
tetradadlylis fiffis , Plantis hexada£tylis fiffis, Pollice la»
tiusculo breviffimo. ^icad. % p. 286. Muf.
Fr. I. p. ^8.
1» O ESI, VI. Stuk. P