jjj# gen en tien Duimen; ’t getal der Schubben
Afdeel; 195 aan den Buik en 7 aan de Staart.
X.
Hoofd- (<5) Slang met 177 Schubben aan den Buik, 37
STUK* aan de Staart, in 't geheel 214.
vi.
Netswyze * De Kleur der Schubben van deezen is bruin,
in ’t midden met een witagtige plek, die de
Rug zig als Netswyze getekend doet vertoo-
nen:.de Buik is uit den geel en witagtig, in de
Surinaamfche van Gronovius , welke hy zig verbeeldt
de zelfde te zyn,als de Slang van Scheüch.
z e r , die op de Rug met zwarte Vlakken geplekt
was, hebbende een breeden geelen Buik.
De Kop is in de zyne zeer klein., met groote
Schubben gedekt; de Tong breed en aan ’c
end een weinig gefpleeten; de langte by de
agt Duimen.
VIL (7) Slang met 200 Schubben aan den Buik ,
■ Hoorn-’ 15 aan de Staart, in ’t geheel 215.
Slang.
Uitvoerig wordt deeze Egyptifche Slang ,
dien de Arabieren Harbaji heeten , van den
Heer Hasselquist befchreeven onder den by-
naam van Cerajies, door welken de Ouden een
Gehoornde ofHoornflang verdaan hebben. Wy
zagen hier voor (_*), wat ’er aanleiding toe gege
Anguis reticulata G ron. Muf. IL p. 54. N. 7,
S cheuchz. Phys. Sacr. Tab. 747. £ 4.
(7) Anguis Ceraftes. Hasselq. „ 411. Ups. 17JO. P‘
20 Itin. p. p o . (369.) N. 66.
geven kan hebben in zekere Adders, wien een III.
zagte Tand uit het bovenfte Ooglid voortkomt, Ar®EEr-
zo L inileus aanmerkt, en die de zelfde Rei. Hoofd-
ziger ook in Egypte vondt. Zie hier de naauw- STUK*
keurige befchry ving, welke hy van deeze Slan- Hoo1n^anl '
gen geeft.
De Kop is eenigermaate driehoekig, klein ,
van boven een weinig plat; de Bek ftomp.
De Oogen , die klein zyn , rond en bruin, -
liaan midden in de K op, op zyde van de Kruin.
De zyden van den Kop, die voorwaards, beneden
de Oogen , fchuins afloopende zyn ,
puilen agterwaards uit. De Neusgaten vindt
men, boven de Snoet , fch e e f, regt voor de
Oogen geplaatft. De Bovenkaak is iets langer
dan de onderfle, en wat fcherper, van onderen
een weinig uitgerand: de gaaping middel,
maatig. De T ong , welker bajis gefpierd, dik-
agtig en kort is , heeft dé tip geknot en als
een buisje hol, zynde, in ’t midden van dit buis.
je o f gat, met een zwarte Hip getekend. Twee
Borftels komen onder de Tong voort, die buigzaam,
fcherp en van de zelfde langte zyn.
r De Hoornen van deezen Slang worden ge- De Hoor-
maakt door twee Kiezen, die-zeer lang z yD ,nen’
aan ieder zyde van de bajis der Bovenkaak één,
de Kaak doorboorende. Van dezelven is de
bajis, die eigentlyk voor Tanden dient, on.
gelyk kantig gehoekt, ruuw, in ’t midden bultig:
de top formeert de Hoornen , die van ag.
teren verhevenrond , voorwaards een weinig
I . S m . VI. Stuk, D d 3 * boogs*