lil. De gene, welken Se b a Kóraaljlang noemt
A fdeel. ^ 0j.^c vertoond een Haagdis, van byna gelykè
Hoöfd ë r00tte» in zwelgende. Hy voert dien naam,
stuk. om dat ’ er van den Kop , langsheen, op het
Bovenlyf zestien bandjes loopen , als uit
gereegen Kraaltjes famen gefield, die halfwege
den Buik in Schubben veranderen. Deeze
kwam van Atnboina. Die men in Sweeden
heeft, met de gedagte Kenmerken, is Zeegroen,
met drie bruine Banden overlangs; de Schubben
raaken niet aan elkander : van onderen
bleek, met gryze flippen getekend. Dezelve
heeft Vergiftige Wapenen.
l v i i .
Oyivorus,
Eijervree»
ter.
(57) Adder met 203 Buikfchilden en 73 Staart,
fcbubben, te famen 216,
De Heer K a lm heeft deezen, zo ’t fchynt,
in Noord-Amerika waargenomen. L innasus
vergelykt ’er den genen mede , 'die , volgens
P iso , in Brafil, Guinpuaguara geheten wordt.
Een fchoone witagtige dikke, dien ik gekogt
heb onder den naam van Tjerri- Tjerri- Slang,
heeft 199 Buikfchilden en ’t getal der Staart-
fchubben is 74; ’t welk te famen 273 maakt.
Onder de laatflen zyn eerfl 4 paar Schubben,
dan 6 Schilden, en dan weder 64 paarèn Schubben
; zo dat in deeze iets dergelyks plaats heeft,
als in de Ratelflang.
C58)
($7) Coluber Ovivorus Kalm. Guinpuaguara. Pis. Braß
*7 9 •
(5$)Adder met 147 Buikfchilden en 132 Staar-
fcbubben, te famen 279.
Deeze Indiaanfche, uit het Sweedfch Ko-
ninglyke" Kabinet, is Afchgraauw-blaauwagtig
van Kleur, en heeft, even gelyk de Hemelfch-
blaauwe, de gedaante van den Slang van Efcu-
lapius.
(59) Adder met 236 Buikfchilden en 45 Staart-
fcbubben , te famen 281.
Deez*e, die in Egypte gevonden wordt, volgens
de Waarneemingen van Hasselqoist, is
graauwagtig met twee zwarte Banden overlangs.
(60) Adder met 195 Buikfchilden en 86 Staart,
fcbubben, te famen 282.
Van deezen Indiaanfchen Slang i s , volgens
de befchryving van L innjEüs , het L y f Zeegroen
, maar langs de Rug loopen drie over-
laDgfe flreepjes, die bruin zyn , in de Nek fa.
mengevoegd , waar van het middelfle boven
den Aars eindigt. In een bruin gebandeerde,
daar ik een Muis of jonge Rot in ’t L y f gevonden
heb, is het getal der Buikfchilden 19 1 , der
Staartfchubben 90; beiden te famen geteld 280.
(61)
(f8) Coluber exoletus. Mttfi^td.Frid- I . p. 34, Tab.
X. f. 2.
(f9) Coluber Situla, Syfi. Nat, X.
(ÓQ) Coluber Trifcalis. Syfi, Nat. X*
L D eisi. VI. Stuk,
IX.
Hoofdstuk.
LVIII.
Exoletus.
LIK.
Situla.
LX.
Trifcalis,