3 62 B e s c h r y v i n g v a n
HL giftigen Adder, dien hy te .vooren, op bet Be-
A fdeel, rjgt (]er Smalanderen, onder deSweedfche Die'.
Hoofd- ren hadt voorgefteld, eindelyk gekreegen, en
stuk. als een byzondere Soort, van de andere Adders
Svseedfche. verfchillende , afgebeeld en befchreeven.. Zyn
Ed. twyfelt egter, o f dezelve genoegzaam van
de Franfche Aspic verfchillende zy ; fchoon hy
kleinder is in Sweeden, alwaar het Landvolk
hem Aesping noemt.
Vergiftig- Deeze Slang komt, in de Wilgen- en Elzen-
Bofchjes, op laage plaatfenvan Smaland voor;
doch men vindt hem ook, hoewel zeer zeldzaam
, in andere deelen van Sweeden. Ver-
fcheide Menfchen zyn aan deszelfs Beet geftor-
ven: want de Wond is zeer doodelyk en het
Lid zwelt meer op dan van het byten eens ge-
woonen Adders ; gaande dit met een gruuwe-
lyke Benaauwdheid gepaard. Men heeft, om
zig daar van te geneezeri, den Voet in de Aarde
begraven; den geknéusden Adder op de Wond
gelegd ; het gebeetene gefneeden o f doorge-
vlymd; doch, door het niet gebruiken van inwendige
uitdry vende Middelen, waarfchynlyk,
is dit alles dikwils vrugteloos geweeft : weshalve
de Boeren thans, indien zy in de Too-
nen daar van gebeeten z yn , aanftonds die afhakken
, zegt L innjeus : willende liever verminkt
z yn , dan zig in 5t gevaar ftellen van een
onvermydelyke Dood.
Deeze Sweedfche Adder is naauwlyks een
Span lang, van dikte als een dikke.Ganz e-Schaft
of
de A d d e r s . 3*3
o f als ’t dunftecnd van de Pink, op haar dikfte: III.
van Kleur donker-rood , doch langs de Rug ApDEEt“
heeft zy een getande zwarte- Streep, bcftaande
als uit aan elkander gevoegde Ruiten: waar door stuk.
zy zig als een jonge Adder vertoont. Het L v f Sweedfche.
is van boven gedekt met een-en-twintig ryën,
zeer kleine langwerpige Schubben, ieder met een
verhevene Streep gerugd. De Kop is zeer plat,
met eene Roeftkleurige Vlak, van figuur als een
Hart, getekend, doch by de Neusgaten zyn
zes witagtige plekjes. De bovenfte Lippen
vertoonen zig als een witte Zaag: de Oogen
zyn zeer klein, en hebben, boven de Oogleden,
ieder, twee groote Schubben: ook leggen ’er veel
kleine Schubbetjes tuflchen de Neusgaten en
de Kruin. De twee Slagtanden, die ingehaald
kunnen worden als de Klaauwen van. een Kat,
ontbreeken aan deezen Adder ook in geenen
deele. *,v - " '
De verfchillendheid in’ ’t Getal der Schilden
en Schubben, tuflchen deezen en de gewooiie
Europifche Adders, is naauwlyks noerhenswaar-
dig: doch men heeft aan den Sweedfehen Aesping,
behalve zyne onthouding in vogtigeplaat-
zen, ook gevonden, dat het laatlle Gewricht
der Buikfchilden, aan de Staart, met een zwarte
Vlak getekend z y , en , die groote Vlak op
den Kop, maaktze ook duidelyk te onderfchei-
den van de gewoone Adders, die een Vlak hebben,
als een Piekyzer, welke het begin is van
den fchake! der Rugge-Vlakken. Zelden vindt
LDeel. VI. Stuk. mep
ill