III. zei en de Warmte, die tot beweegingnoodig
A fdeel. ïSj ontbreekt. Men verhaalt oók, dat ’er van
Hoofd ^ceze groene Kikvorfchen, fomtyds, in warme
stuk. Bronwateren , levendig gevonden zyn , in de
felfts Koude. Dat zy taamelyk lang leeven,
is hier uit ook blykbaar.
Geftalte. Roesel merkt aan», dat deéze nooit zo groot
' worden , als een bruine Land.Kikvorich van
drie Jaaren oud. De Kleur is op de Rug bly-
groen, van onderen witagtig, en deéze beidé
Kleuren zyn van een gefcheiden door een hélder
geele Streep, die langs de Zydén loopt,
én in de Agterpooten eindigt. Egter vind ik
niet , dat zy van agteren zo dun en fchraal
zyn , als de gemelde Weftindifchen.. De rónde
Knobbeltjes aan hunne Vingeren o f Toonen
geeven hun een groote bekwaamheid, om zig
aan de Bladeren def Boomén valt te hóuden ;
waar zy bovendien ", door zéker Lymig Vogt,
aan klèeven, gelyk dé Padden aan dé M'uurcn.
Als menze, in de Haagen , hoort Kwakken,
en tegen elkander roepen brex, brex ,■ zou men
eer denken dat het Vogeltjes waren, om dat
, mén deeze Dieren in ’t Geboomte niet vër-
wagt. In ’t fpringen zyn zy vlugger dan de
anderé Kikvorfchen.
Gebruik. Veelen hebben den Boom.Kikvorfèh voor
Venynig gehouden, om dat z y , gelyk fom-
mige Padden, van agteren een Vogt uitwerpeö:
doch dit is geen reden. Veeleer plagt ’er een
byzoader gebruik van gemaakt te worden, in
de
E K i k v o r s c h e n . 259
de Geneeskonft , boven andere Kikvorfchen. nfc
Ik zal alleen hier de aanmerking invoegen van Afdeel.
Scroderus, dat , als men Kikvorfchen o f der- Hoofd-
zelver Schot, Aardwormen o f eenige andere
Soort van Gedierten', deftilleéren wil , men
dezelven altoos in een Doek moet ophangeri
in de Deffilleer-Ketel; dewyl anders het overgehaalde
brandig ruikt.
(17 ) Kikvorfch met het Lyj ongebult, van on- x v i i
deren digt gejlippeld ; de Pooten gevliesd /Witre
de voorjlen vier- de agterflen vyf- Vingerig, naamfehé.
met rondagtige Nagelen, die aan ’t end breed
zyn.
Deeze, die zeer gelyk is aan den voorgaan-
iden , maar groot en wit van L y f , met de
Voeten altemaal gevliesd, wordt gemeenlyk de
voitte Surinaamfcbe Kikvorfch geheten. Seba
hadt ’er van , met groote Blaazen aan de zy-
den van den Kop, die hy derhalve Wëftindi-
fche Blaas- of Windbnidel-Kikvorfch noemde.
In dit opzigt verfchillen zy niet van de Mannetjes
der groene Water-Kikvorfchen, die, gelyk
iedereen bekend i s , ónder het borrekikken
o f
1 H7) Rana Corpoxe lsevi, ftjbtus pundlis contiguis ;
Pedibus palmatis, Plantis peatadadtylis, Paltnis tetradac-
tylis, Unguibus orbiculato-dilatatis. Syfh. Net. X. Rana
Paltnis tetradadlylis, Plantis pentadadtylis palmatis, Di-
gitorum apicibus fubrotundis. Amxn. Acad. I. p. 28^.
MuJ. Ad. Fr. I, p, aj. Rana Surinamenlis. SÉ». Muf.
Ï . T . Ï L f . 3 t f .
I, De ei, VI, Stuk, R 2