III.
A fdeel.
IV.
Hoofdstuk.
IX.
Cctdylus.
Stekel-
S taart.
Pi LI.
4-
zen geenzins toepaffelyk te zyn. Ja het is niet
ongeloof baar, ’t gene B orellus meldt, dat ze.
ker Meisje, door Braaken, twee Diertjes uitwierp
, die zeer naar Salamanders geleeken. Daar
wordt verhaald, dat een Vrouw, haar Man ver-
geeven willende, hem vrugteloos zulk een Dier
in Vleefchfop kookte. Van de Land-Salaman-
ders fpreeken wy in ’ t vervolg.
(9 ) Haagdis met een korte gerondzelde Staart;
de Schubben getand., het L y f glad.
Deeze wordt gehouden voor de Cordylus,
Uromafiix o f Geeffelllaart der Autheuren. Het
is de eerde in de Afdeeling der Haagdiffen met
gerondzelde(*) Staarten; doch de Rondzels zyn
in deeze Stekelig en daarom noem ik ze Stekel-
Staart , gelyk ook S eba haar onderfcheidt by
den naam van Hfrikaanfche Haagdis met een
Stekeligen Staart, waar van hy het Mannetje en
W y fje , zo hy meende, afgebeeld heeft. Deeze
(9) Lacerta Caudd Verticillata brevr ; Sqtiamis tïenti-
culatis, Corpore isevigato. Syft, Kan X. Lacerta Cauda
Verticillata, Squamis denticulatis , Pedibus pemadaÊtylis.
*Atr,oen. Mcad I. p. 132 , 292. Cordylus. Gron. Muf
II. p. 79. Seb. Muf. I. Tab. LXXX1V. Fig, 3, 4. p
Tab. LXII. Ftg. 5-.
(*) Dus vertaal ik het Woord Verticillatus, om dat
FerticuU, volgens Vitruvius, kleine Yzeren ftukken
betekende, die'dienden om de grootere (lukken in een
Machine te doen beweegen. Het zelfde doen de Rond-
zeis , waar uit de Staarten van deeze Dieren ichynen <•
beslaan, in Uur. en andere Raderwerken.
d e H a a g d i s s E 1 15
ze zyn bleek Loodkleurig blaauw, doch hy betrekt
tot het zelfde Geflagt de ztyarte of brui-
ue Kaapfche Haagdis, gelyk de Heer L innasus
die ook tot de zelfde foort gebragt heeft.
Dit Dier onthoudt zig in Afrika en Afie. Niet
alleen, de Staart, maar ook het Lighaam is ,
hoewel met flompe Schubben , eenigermaate
gerondzeld. ’t Getal der Rondzelen aan de Staart,
die fcherpe punten hebben, wordt op twintig
gerekend. De Kop is zeer rimpelig en oneffen
, als bekleed zynde met groote Schubben o f
Schilden , die door Naaden met elkander fa*
mengevoegd zyn. Aan de Pooten leggen de
Schubben, op de wyze van een Leijen Dak', over
elkander heen. Het L y f is niet rolrond, maar
byna vierkant, van boven en op de zyden plat.
Eenein’tSweedfchVorftelykKabinet, heeft op
zyde zeer flekeligeSchubben. Die van ’tPeterburg-
fche Kabinet wordt geheel Schubbig en ruuw in
5t aantallen gezegd te zyn. De Voor- en Ag-
terpooten zyn vyf-Vingerig en genageld. De
Heer Gronovius vondt, in drie zodanige Haag-
diiïen, de Tong geheel Vleezig, en met een
ronde punt; daar S eba dezelve, in de zwarte
Kaapfche Haagdis, met een fpitfe dubbelde tip
afbeeldt.
Waarlchynlyk zal deeze, o f een der volgenden,
de Haagdis zyn, welke de Heer HAsselquist
zo menigvuldig in de heete dorre hooge Zandgronden
van Egypte, inzonderheid by de Pie*
ramieden van Oud Kairo vondt, en die hy
I .D eei. VI, Stuk, H 2 noeffl-
III.
A fdeel.
IV.
Hoofdstuk.