UI. Guinee, alwaar hem de Negers uit een Soort
A ™ . van Eerbied niet vangen, en indien h y , toe-
H oofd valliSer wyze, hun in de Handen komt, zo
stuk. houden zy het Zwaard voor een Heiligdom.
Zaagvifch. De Groenlandfche Schryvers verzekeren, dat
de Walvifch van deezen Vifch gejaagd, geplaagd
en wel den Buik öpgefcheurd wordt. Ook
agt ik het niet waarfchynlyk, dat het Vöedzel
van den Zaagvifch 't eenemaal uit Zeeplanten
zou beftaan ; dewyl hy van gelyk Lighaamsge-
ftel is als de Haaijen. ’t Kan niettemin waar
z y n , dat hy de Zeeplanten, in diep Water, met
zyne Zaag aflhydt, en boven dry ven doet; ’t
zy door zig daar in te verwarren, ’t zy door
zyn Aas daar in te zoeken, of op een andere
toevallige manier.
Deeze Vifch komt , in Geftalte, dc Haaijen
zeer naby; zelfs in de kleur en ruuwheid van
de Huid, als ook in de plaatzjng der Vinnen,
welken hy.’er op de Rug twee agter elkander,
aan de Keel en Buik twee Paaren heeft, en
de zevende maakt de Staart' uit , die boven
langer is dan onder, gelyk in de Haaijen. De
Bek maakt, onder aan den K o p , een dwarfe
Spleet ; wederzyds heeft hy v y f Kieuwgaten.
De Kop is driekantig en plattig, met een plat,
breed, Beenig uitfteekzel, dat men een platten
Hoorn zou mogen noemen, zynde wederzyds
als een Zaag getand.
Men zegt, dat ’er dikwils Zaagviflchen gevonden
worden van vyftien Voeten lang en dik
naar
naar evenredigheid: weshalve eenigen hun geteld
hebben onder de Walviffchen. Ook is dit
niet ongeloofbaa'r , als men agt geeft op de
grootte der Zwaarden, die in de Kabinetten wan
de Liefhebbers gevonden worden. De Vifch,
van M a r c c r a a f befchreeven, was negentien
Duimen lang, en hadt een Zaag van negen Duimen,
en hy maakt gewag van een Zwaard, dat
hy hadt, zynde ‘v y f Voeten 'latig. Men vindt
ser tuffchen de twintig en dertig ‘Tanden , op
ieder zyd e, aan. Ik bezit zu lk ‘een Zwaard,
dat over de drie Voeten'laüg'is; en op' ieder
zyde agt-en-twintig Tanden hééft.
In een gedroogde'Zaag vifch , ‘die ik , hier ter
Stede , by een Drögift gevonden heb , is de
langte van den Vifch , tot aan ’t end, van de
Staart, agt Voeten, Rynlandfche Maat, en die
van het Zwaard , dat dezelve aan den Kop
heeft; nog drie en een half Voet, daarenboven
; de dikte, over ’t kruis, anderhalf Voet.
Het bovenfte gedeelte van de Staartvin is byna
twee Voeten lang. De Borïlvinnén'zyh maar
weinig langer dan dè Buikvinnen; naamélyk de
eerftgemelden ongevaar ëen V o e t, gelyk ook
de beide Rugvinnen, welker voorfte, 'mét haafeh
voorkant, drie Voetèn en twee Duimen af is
v a n ’t begin- van -de Staart (*).
XVI. IIGOFD-
■ (*) Gemelde Drogift hadt deezen Zaisgvifch , voor
eenige Jaaren f te Rotterdam gekogt , ;en hy Verbeeldt
zig te geheugen, dat ’er op die VeTkooplng nog een
w are, byna eens zó-groot.
XV.
Hoofdstuk.
Zaagvifch,