ÏII. NeSers» indiaanen en andere Volkeren,
Afdeel.daar deeze Dieren gevonden worden, hebben
ÏV. ’er'egter weinig fchrik voor. Onder de EgvoilOOFD
- *
stuk. £eQaarcQ o f Arabieren vondt men, zo Alpinüs
l(reii*til. verzekert, oudtyds Kareis, die niet fchroom-
Vaogft. den een Krokodil op de Rug te ipringen, als
wanneer het D ie r , waarfchynlyk om dat het
denzelven noch met den B e k , noch met de
Klaauwen, belchadigen kon, zig van zulk ee-
nen geleiden en beltuuren liet. Men vangtze
’er thans gemeenlyk in een Put, o f Kuil, en
laatze eenige Dagen vallen, waar na z y , met
Touwen gebonden en gemuilband zynde o f gedood
, worden verkogt. Nog ongelyk ftouter
is de manier der Negeren , volgens L a b a t ,
die hunnen flinker Arm, met een dik Leder be-
wonden, het Dier, terwyl het zwemt, in-den
Bek fteeken en het middelerwyl afmaaken met
een groot Mes o f Moordpriem, o f onder W a ter
doen fmooren. Dat de Krokodillen ook
met Hoeken o f Yzeren Haaken, waar men een
ftuk Vleefch aan doet, gevangen kunnen worden
, is niet ongelooflyk.
In Europa zyn deeze Dieren ook, doch zeer
zeldzaam, levendig, te zien geweeft. De His*
toriefchryvers, en onder anderen Plinius, ver-
haalen ons, dat Marcus Scaurus, die de praal,
zugtigfte van alle Romeinen was, in het Schouw-
burg leevende Krokodillen te voorfchyn bragt.
D ie , welken de Franfche Akademiften befchry*
ven, heeft, op het end van ’t jaar 1681, byna
een
een Maand te Verfailles geleefd, en werdt ’er
aangemerkt als een der grootfte Zeldzaamheden,
van zulk Soort, die men ooit in Vrankryk had
gezien: want ons Klimaat is , zonder twyfel,
tegenftrydiger dan dat van Italië voor een Dier,
’t welk, naar de Ouden verzekeren, de nagt niet
kan doorbrengen dan in het Water, om dat de
L ug t, van Egypte zelfs, hem dan te koel is.
Deeze zelfde Autheuren berigten, dat de Krokodil
niet e e t , geduurende de vier Wintermaanden.
De Krokodillen zyn in eenige Geweften groo-
ter dan in anderen. Volgens fommige Berigten
zouden ’er in Afrika en Afie gevonden worden
van over de dertig Voeten lang; doch de he-
dendaagfchen fpreeken meelt van ongevaar
twintig Voeten. Deeze langte geeft Bosman
aan die van Guinée , la Condamine aan die
van de Rivlq- der Amazoonen. De Heer Adan-
son zag ’e r , op de Rivier van Senegal, van vyf-
tien tot. agttien Voeren lang. L eguat heeft
’er een van dertien Voeten, met een 3?Tet, in
Zee zien ophaaien, vyfhonderd fchreeden van
Batavia (*). Evenwel is ’t niet ongeloof baar,
dat ’er in de binnenslandfche deelen wel ge*
vonden worden, die merkelyk over de dertig
Voeten lang. zyn : alzo men ’er op de Rivier
Gambia heeft van drie-en-dertig Voeten, ge«
lyk Jobson verzekert ; en de Heer Hassel*
QüIST
(*) yoyage. Tom. II. p. ^
I.Deei. VI. Stuk. F 2
III.
Afdeel.
IV.
Hoofdstuk.
Kjrokodil.
Grootte.