3o6 B e s c h r y v i n c v a n
JH. vier dagen verloops , zyn Laarfen weder
AfDEEii. aantrekkende, zig den Voet een weinig fchram-
Htof* ^e > c welk ^ulk een Pyn veroorzaakte, dat hy
stuk. de fterkfte Tegengiftmidtlelen gebruiken moeit.
Evenwel gaat het Venyn| door den tyd , uit
de Tanden; gelyk de Heer K a lm aan de genen,
diehy met zig in Sweeden bragt, bevonden
heeft. De Wilden in Amerika, zegt hy ,
maaken ’e r, na dat zy wel van ’t Venyn gezuiverd
zyn , tot Aderlaating gebruik van, als Lancetten.
Gebruik Ik zal hier nog eenige andere nuttigheden’
■ *an (Jen Ka- _ ’
telflang. welken dit lchroomelyke Dier aan de Ingezete-
van dat Wereldsdeel verfchaft,aanwyzen. Zyn
Vleefch wordt van fommige Wilden, zo tot
Levensonderhoud, als tot een Geneesmiddel,
gegeten : doch dan moet de Slang plotsling
doodgeflagen z y a , zonder hem veel te tergen
o f teplaagen ; dewyl h y , van toornigheid, anders
zig zelf byten en zyn Vleefch vergiftigen
kan. De O lie , die van het Vet j door X zelve
in de Zon te laaten fmelcen , gemaakt wordt,
is een zeer dienftig Middel tegen allerley Py-
nen , inzonderheid die der Gewrichten. Het
' Hart en de Lever, raauw en warm uit het L y f
gegeten, zou de Beeving der Handen wegnee-
men, zo men wil. De Ruggegraat wordt om
den Hals gehangen tegen de Koorts; kleine
Kinderen doet menze aan , om fpoedig Tanden
te krygen, en het Vel wordt, van veeleEuro-
pifche Vrouwspersonen, als een Behoedmiddel
te-
D E R A T E L S L A N G E N . 307
tegen veelerley Ongemakken, om den Middel ril.
gedaan. Voorts maakt men ’er gebruik van tot A fdeeu
het overtrekken der Scheeden van Degens en „ v ” f -
Hartsvangers, in plaats van Leder, en de Wil- stuk.
den draagenze als een Gordel om het L y f , met
den Ratel daar aan, door wiens Geluid zy zig
vermaaken.
Gemeenlykis men,in Amerika, van Oordeel, t>eBellen
dat deeze Slangen zo veel Jaaren oüd zyn , als den Ra'
zy Bellen hebben in hunne Ratel. Men heeft
’er, in voarige tyd, wel gevonden, die over
de veertig Leden aan dit Werktuig hadden,
doch het fchynt dat de oudften, in Noord-Ame-
rika, vernield zyn: want K a lm berigt ons , dat
hy maar één Man had kunnen vinden, die hem
verhaalde, dat, in zyn Jeugd, een Slang door
hem gedood was met dertig Bellen: eenige weinige
zeiden , dat zy ’er gezien hadden met
twintig. Het grootfte deel der genen, die men
hedendaags in de Engel fche Koloniën dood
flaat, hebben minder dan twaalf Leden in de
Ratel, en de kleine Jongen gemeenlyk maar
één. R a y fchryft, dat dezelve beftaat uit in
elkander fchietende Beentjes , die door een
Spier gehegt zyn aan de laatfte Wervel van de
Ruggegraat: G rew vondt deeze Beentjes dun
en hol: doch het blykt my uit een Ratel, die
ik heb, van vyftien Leden, dat het geenszins
Beentjes , maar veeleer Hoornagtige Bellen
zyn , waar van de een zodanig met zyn dikke
end in de volgende fchiet, dat daar in, even als
1, Dkei, VI. Stuk, V 2 door