ÏII. niet in de naauwkeurige Ontleding door Dr.
A fdeel. E ntius , van Charleton te boek gefield, die
£ fö* aanmerkt, dat hy in geen Vifch zo veel won-
stuk. derbaars gevonden hadt. Het Hart was niet
tfwjenbek. Kegelagtig, maar bykans Cylindrilch, van onderen
breedft en met een Oor voorzien, byna
driemaal zo groot als ’t Hart z e lf , in de ora-
trek ingefneeden o f getand als een Haanekam.
De Galblaas- en Leverbuizen, ontlaflen zig te
famen in een wyde Buis, eer dat de Gal in ’t
Gedarmte komt. In de Wanden van de Maag,
en wel meeft omtrent derzelver midden, waren
veele Kraakbeenige Knobbels , inwaards
open, die van buiten Bloedvaten krygen, en
in fömmige van welken men Wormpjes vondt.
Geen blinde Darm was ’e r , en de Endeldarm
geleek, door zyn Vleezige Ribbetjes, naar de
Boekpens der herkaauwende Dieren. De Nieren
waren groot en rood: de Pisblaas grooter
dan gewoonlyk in een Menfeh ; daar deeze
Zee-Duivel maar zeven Span lang was. Aan
ieder zyde van den Kop was een klein zeer dun
Blaasje, daar men een Gehoorbeentje in vcndt,
gelykende naar een Mollen-Poot; even als in
de Schelviflehen, enz £*}.
Van welk gebruik dit Schepzel z y , voor den
Menfeh , vind ik niet aangetekend. Onder-
tuflehen gelykt het, niet alleen door zyn Kop
en
(*) Charl- Onom Zoic, Mamiff, Anat, p. *99.
D E Z E E -D O I V E I E S . 537
en Arm-Vinnen, die zig als Voorpooten vertoo- III.
nen, naar den Kikvorfch, maar ook ten opzigt
van zyn Vleefch,’t w e l k , gekookt zynde, wit jjoopd_
is en naar dat der Kikvorfchen fmaakt. STUK.
(2) Zee-Duivel die platagtig is , met een lang- ^
werpige Snoet. Kikvorfch»
Vifch.
Dit is een Eenhoorn-Vifch , dien men wel
Water- Vledermuis mogt heeten, volgens Ray .
S e b a noemt hem Zee-Pad o f Zee-Kikvorfch
van Kurafïau, De Brafiliaanfche naam, welken
’erMARCGRAAF aan toefchryft, is Guacu-cuja.
Kikvorfch- Vifch, met den Kop als een Ploeg-
Yzer gehoornd, hadt K l e in hem getyteld (*).
De Geftalte zweemt zeer naar die van onzen
Zee-Duivel, zo de Heer Gronovius, die hem
op de Veiling van Seea’s Kabinetten gekogt
hadt, aanmerkt. Het zelfde blykt ook uit
de Afbeelding, welke ’er van in ’t Werk van
Seba is te vinden. Behalven den fcherpen Bek,
en den Hoorn voor op de Snoet, vindt men
’er evenwel ook dit verfchil in, dat het L y f ,
in deeze, geheel bezet #is met een Soort van
puntige Doornen. Zy dienen tot geen Spyze,
om
(2) Lophius depreffus, Capite roftrato. Syfi. Nat. X.
Lophius fronte unicorni. A r t . Syn. 88. Muf. ^la.
Frid. I. p. 55. G rom. Muf. I. N. 129. Rana pifeatrix
Americana. Seb. Muf. I. p. 118, T . 74. f. 2. Guacu-
cuja. Marcgr. Braf 143. R aj. Fife. 30.
(*j Bairachius Capite Yomeris adinftar cornuto. Fife*
Miff. 3. p. 16.
I, Deel, VI, Stuk, LI 5
Ii , . - .. Vi
Ü M N
Hi
jlf§
SI
f'dm|ïmfi
H
, « t l
•$m\
Sffibi