XI.
H oofdstuk.
Geringde
biceps.
ftomp, beftaat uit dertig Ringen , zonder die
fcheiding, van ftreepjes, met een X , te hebben.
De Kleur is zwart-bont, doch zo , dat
het zwart op de Rug, het witte op den Buik,
overvloedig!! zy.
De Heer Gronoviüs merkt aan , dat zyn
Amphisbma in alle opzigten overeenkomt met
deeze Befchryving, uitgenomen in ’t getal der
Ringen , dat in de zyne is 209. aan den Buik
en 25 aan de Staart. Het zelfde kan ik van
den mynen verzekeren, die aan den Buik 207
en aan de Staart 24 Ringen heeft, maakende
dus te famen 231 Ringen uit. Deszelfs .lang-
te is juift een Rynlandfche Voet en de marmering
van ’t L y f , zelfs de geelagtige Kleur
van den Kop , komt volmaakt met die van
S eba , welke hy Amerikaanfche wit en bruin
bonte (*) noemt, overéén ; hoewel die een
weinig langer en ook wat dikker afgébeeld wordt
dan de myne. Nog heb ik ’er een van .11 Duim
lang, die byna geheel donker-bruin of zwart-
agtig is , met eenig wit gemarmerd , en in ge-
ftalte zeer veel met het Caecilia-Slangetje van
S e b a ( f ) overeenkomt. In deeze heb ik maar
198 Ringen aan den Buik, en 28 aan de Staart,
geteld: dit maakt, in ’t geheel, 226 Ringen. Het
kleine verfchil deezer Tellingen beveftigt taame-
lyk de gegrondheid der Methode van LinnjEüs.
O )
(*' Kjibinet. II. Deel. P1LXXI1I. N. 4.
(tJ ’t Zelfde PU XXIL N. 3.
(2) Tweekop met 223 Ringen aan dén Buik Afdeel.
en 16 aan de Staart, te famen 239,
Onze Autheur noemt deezen de witte, en*
die zig in ’t Sweedfch Koninglyke Kabinet
thans bevindt, is , zo zyn Ed. getuigt, geheel
wit, De Heer G r o n o v iü s , die ’er thans ook
één heeft, befchryft de Kleur, als van boven
een weinig rosagtig, van onderen witagtig zyn*
de. Se b a getuigt, dat de regte groote Welt*
indifche Cascilia-Slang wit zy en uit den rooden,
gelyk de Verw van Appelbloefém (*). De myne,
die op de Rug vaalagtig rood is en aan
den Buik w it, is van de zelfde dikte als de
laatftgemelde , naamelyk anderhalf Duim en
merkelyk laDger,,hebbende de langte van 26~
Rynlandfche Duimen. De Afbeelding, welke
’er van in ’t Koninglyk Kabinet van Sweeden ,
door L in e l e ü s , gegeven wordt, zo u ,zo G r o -
Kovins aanmerkt,. niét al te naauwkeurig en die
van S c h e ü c h s e r ( f ) keurlyk zyn. Zie hier de
Befchryving, welke zyn Ed. van de Lighaams-
geftalte geeft (|).
De
(2) Amphisbsena alba. Muf. ^Ad. Ftid. T. p. 26. ï .
IV. f. 2. Serpens Cctdlia Americana. S eb. Muf. II T.
24. f- 1. Serpens Biceps Americana rubra. Ibid. Tab. 6<
f. 3. *.
(*) Seb. l^alinet, II. Deel , bladz. 2f. Tab. XXIV«
t. ï.
(f) Pbyf. S«er. Tab 6f2. f. 1.
(j) Z'óophyi, Gronov, Fafc. I. Leid. 1763. p. i j ,
1« deei. vi. sim. E e
xr.
H oofdstuk.
II.
Atlbdi
Witte.