Hf nas. Hoe *t z y , ten tyde van Galenus was
A fdeel. de kragc der Adderen zeer bekend : alzo ’er
IX. merkwaardige Hiftoriën van hem verhaald wor-
stuk. " den > dat de Melaatsheid door Adderen-Wyn
ZuTQfifcbe. genezen zy. Aretaïus heeft het eeten van
deeze Dieren, tot dergelykeHuidkwaalen, aan-
gepreezen. E n , om het gebruik dat de Ne.
gers, aan de Kuft van Afrika, van allerley Slangen
tot Spyze maaken, voorby te gaan, zal ik
alleen melden, hoe D ampier verhaalt, dat de
Inwooners van Tonquin, in Ooftindie, hunne
grootfte Vrienden onthaalen op Arak, daar Adders
en Scorpioenen in afgetrokken zyn; houdende
dit Vogt niet alleen voor een groot Ilart-
fterkend, maar ook voor een Behoedmiddel tegen
Melaatsheid en dergelyke Kwaaien.
Het Hedendaags wordt nog de Sop en het Geley
VeTfen’ van Viperen.Vleefch , in de Zuidelyke deelen
van Europa , . door de Geneesheeren voorge-
fchreeven in zulke Krankheden, daar een fpoe-
dige herftelling van kragten en Zweetdryving
noodig is. Het fchynt, derhalve, dat de werking
voornaamelyk beflaa in een zeer fyn Lym-
agtig Sap, aangezet door dat vlugge Zout, ’t
welk de Scheidkonfl uit de Adders haalt, en ’t
gene zo doordringend is. Het Hart en de Lever
, in de Zon gedroogd zynde en tot Poeijer
gemaakt, leveren een Middel uit, ’t welk men
Bezoardicum Animale noemt. Van de overige
Bereidingen zal ik niet fpreeken, om dat die,
in het Noordelyk gedeelte van Europa, thans
wei.
weinig agting hebben. Ook zou te bezien ftaan,
o f ’er in ’t Vlugge Z o u t, en in de Geeft van
Adderen geftookt, meer kragt ftak dan in die
van Hertshoorn en dcrgelyken. Mooglyk i s ,
het gene men van de Adders krygt, wat fyner
en kragtiger tot uitdryving van ’t Venyn der
Beeten van Adderen o f ook van dolle Honden.
Immers de O lie , die door Deftillatie van de
Vipers overkomt, is zo Hinkende, dat menze
naauwlyks gebruiken kan : doch de Olie van
het Adderen-Vet, in tegendeel, levert het uit-
muntendfte verzagtend Middel uit, dat men bedenken
kan, inzonderheid tegen de Oog-Ont-
fteekingen. Dit zelfde Vet wordt tot Genee-
zinge der Adderen-Beeten in de Wond geftree-
ken , als gezegd is. De Adder-Koekjes, die
wy van Venetie krygen, komen in de Theriaak
van Andromachus: het poeijer van Adders in de
Theriaca Coeleflisi h er vlugge Zout in de fyne
Orvietaan der Apotheek van Parys. ’c Gebruik
van deeze Middelen is geenszins te veragten,
zo de Heer M e a b aanmerkt (*).
(15) Adder met ijo Buikjcbilden en 34 Staart-
fcbubben, te famen 184,
De Heer L inm,eus heeft deezen zeer vergif*
(*) De Venenis, Cap. de Vipera, ad finem.
( if) Coluber Cherfea. Syfl. Nat. X. Anguis parnii
mfefcens ^Atsfing diöus. Faun. Suec. N. 261.
Stocih. 1749. p. 2$f. Tab. 6. fig. x. 2, Aspi* colore
ferrugineo. A ldr. Serp, 197.
I. Dïei. VI. Sïvk. Z 5
IX.
Hoofdstuk.
Europif.be.
XV.
Cherfea
Sweedfcht,