TIL
Afdeel.
IX,
H oofd*
stuk.
Waarnee
jningen va
Hassel*
QU1ST.
zo veel betekent als Hecknatter , o f Haag
Slang, om dat hy zh'g gemeenlyk in de Haagen
cn ’ t Kreupelbofch verfchuilt.
Onder de verfcheiderley Soorten van Adders
•geeft L innjeus den Voorrang aan deeze, die
zig in Egypte onthoudt, en aldaar naauwkeurig
waargenomen is door den Heer Hasselqoist.
Met meer regt kon onze Autheur zulks doen,
aangezien wy van deeze Adders het opregte
vlugge Z ou t, dat van Venetie komt, en het
Vipervleefch voor deTheriaak, bekomen. Ook
zyn deeze ruim zo Vergiftig als de Europifchen
en worden door een byzondere Konll of Handgreep
, welke naar betovering zweemt, van
de Slangenvangers en ander Volk, daar te Lande
behandeld, zonder eenig nadeel; ’t welk onze
Sweed met veel verwondering befchouwde.
Daar zyn een Soort van Goochelaars, die de
Vipers in de bloote Handen neemen, met de-
zelven fpeelen, ze by den Boefem in fteeken
en allerley Konften daar mede doen, en dit
zelfs met de Venynigften van drie tot vier Voeten
lang. Zie hier zyne Bedenkingen en Waar-
neemingen daar omtrent (*).
„ In ’t voorfle van July des jaars 1750, zyn-
„ de toen de regte tyd om allerleySoort van Slan-
„ gen, welken Egypte voortbrengt, te bekomen;
„ dewyl de Hitte ditOngediert uit zyneSchuil-
„ hoeken voortlokt: kreeg, ik ’er, op eenmaal,
„ vier
(*) Hasselquist la d f ë n Pa8* 79» 8«.
„ vier byzondere Soorten vanf, welken ik be- III.
„ fchreef en in Spiritus bewaarde, ’ t Waren A fdeel.
** TY „ de Vipera mlgaris, Cerajles Alpini, Jaculus o0 0 pq.
„ en Anguis marinus. Z y wierden my van een stuk.
,, Vrouwsperfoon gebragt, ’t welk meten be-1Egyptifihe.
„ nevens my , den FraDfchen Konful, Heer
„ Lironcourt, en de geheele Franfche Natie,
„ die byihem was, verbaasd;,deedt Haan, als wy
,, zagen, hoefcy de Venynigfte eh gevaarlykfte
, , Schepzels met de bloote Hand aanvatte, en
„ by het fteeken van dezelven in Fleflchen ’er
„ eveneens mede de werk ging, als ons Vrouw-
„ volk met haare Snoerbanden. De anderen
„ maakten haar geen moeite, doch de Adders
„ ( Vipera Officinaks) hadden geen fmaak in die
„ Gevangenis: zy fnapten ’er uit, eer deFlefch
„ kon worden toegedaan : zy fprongen het
„ Vrouwsperfoon over de Handen en bloote
, , Armen, ’t welk daar door in ’t minfle niet
„ fcheen verfchrikt te zyn, neemende de Die-
,, ren met bedaardheid weer van haar L y f a f
„ en leggende die in het V a t , dat hun Graf
„ zou worden. Dit Vrouwsperfoon hadt de
„ Slangen, zonder fchroom, op het Veld ge-
„ greepen , gelyk de Arabier * die haar ons
„ bragt , berigtte. Zonder twyfel moeit zy
„ een heimelyke Konftgreep weeten , om zo
„ behendig om te gaan met deeze Schep.
„ zeis , die voor alle Dieren een fchrik
,, zyn.
' I. Deel. VI. Stuk, X j ■ M Jfc