UI. De vermaarde Steno heeft inzonderheid ge-
A fdeel. let op de oorfprongen van dat glibberige V o g t ,
XIV. welk aan deeze Soort van Roch, in ’t bv-
Hoofd- . ' , 1
s t u k . zonder, den naam van Slymige doet geeven.
Scberpfnoet. Den Vifch van onderen befchouwende, (zegt hy)
Glibberig-zag ik-de Oppervlakte geftippeld met zwarte glin-
fterenderonde Vlakjes, en menigvuldige Streepjes
aan dezelven vaft, die nier alleen holle Buisjes
waren, gelyk het infteeken van een Bor-
ftel aantoonde; maar weezentlyke Vaatjes, door
welken een Vo g t, gelyk aan de Lympba, welke
de ronde of Water-Klieren in andere Dieren
affcheiden, uitgeworpen wordt. Men kon
dit Vogt uit die ronde Vlakjes, naar Oogjes
gelykende, uitdrukken , en dat dit het gene z y ,
’ c welk de Roch glibberig maakt, zullen alle de
zulken my ligtelyk toeftaan, die hunne Zinnen
gelooven.. Ondertufichen durf ik niet verzekeren
, dat in alle Viffchen dergelyke door de
Huid löopende Vaatjes zyn , die een zodanig
Vogt uitgeeven: hoewel men ligtelyk, uit Over-
eenkomft, daar toe mogt overhellen. Dat
in zwarte Buisjes en door zwarte Mondjes
. een zeer helder, zuiver Vogt ukgeworpen
worde, zou my wonderlyk zyn voorgekomen
, indien ik het n ie t, in de Bek en
Neusgaten der Schaapen , zo dikwils waargenomen
had (*).
( 4 )
(*} Libello , de \ttj* „Anatome.
(4) Roch met de Rug en Buik glibberig, Ste- III.
kels aan de Oogèn en drie ry'èn daar van op ^FUEEL*
d>6 StCICLVte Hoopd-
STUK.
Deeze wordt te Venetïe Barracol, te Rome JV
Arzilla en te Marfeille Mirallet geheten; welk MiraUtus.
jaatfte eenige overeenkom!! heeft met} den naam *
van Spiegel-Rocb, dien wy ’ er aan geèven. De
Schryvers noemenze de effene of gladde en de
•Ge-oogde Roch, om dat zy twee groote paar-
fche Vlakken heeft, die ‘in zwarte Ringen in-
gekaffc zyn , op de Rug. Róndeletiüs, die
telegenheid heeft gehad om deezen Roçh zeer
naauwkeurig waar te neemen , vondt deeze
Vlakken in ’t midden Hemelfchblaauw, ftaan-
de in een zwarte Ring, die met geel gezoomd
was.
Deeze Soort van Roch onthoudt zig in de
Middellandfche Z ee , doch men vindtze o o k ,
naar ’t fchynt, fomtyds aan onze Kullen. Win-
loughby hadt ’er in Engeland eene, die tus-
fchen zes en zeven Duimen breed, en zes Duimen
lang was, met een Staart van vier en een
half Duim. De bovenlte Oppervlakte was
roodagtig, gelyk grof Zee-Zand, gevlakt met
zodanige paarfche Oogen, als gemeld is , ander
(4) Raja Dorfo Ventreque glabris, acuîeis ad Oculos,
ternoque eorum ordine in Cauda. A r t . G en, 72. Jj».
101 •. Raja Stellaris. Salv. Pifc 150 Raja Ocuiata. Jonst.
Pifc. Tab. X. Fig. 4 Raja lævis Ocuiata. W i l l . Ic h th «
72. Raj, Pifc, 27.
I. D ke l. VI. Stu k . G g 3
B i
mmm
m i \
m\
m
Wmï
''# 1
_y tv.Æ"- ]
O V4-I