III en langwerpig, als uit veele kleintjes famen-
Afdeei,. gefteld. Het Hart is week van zelfftandigheid,
Hoofd- met ^aten by hunnen oorfprong zeer door
stuk. een gevlogten; de Ooren van ’t zelve groot en
hangende, met een dun Vlies-en zwartagdg
van kleur: de LoDgen wyd, veel laager daa-
Jende dan het Hart ( f ) .
Gebruik. In de Indiën is het Schildpadden-Vleefch van
een zeer groot gebruik tot Spyze, niet alleen
onder de natuurlyke Inwooners van die Landen
, maar by de Europeaanen zelfs. De
meefte Ooftindifche Schepen, die naar ’t Vaderland
terugkomen, doen ’ tEiland 1’Ascenfion
aan, dat omtrent in 't midden tulTchen Brafil
en Guinée legt, om zig van Schildpadden.Vleefch
te voorzien. Sedert de bevolking van Mauritius
door de Franfchen, worden Jaarlyks twee
o f drie Vaartuigen van dat Eiland, thans Isle
de France genaamd, naar Rodriguez afgezonden
om daar een Voorraad op te doen, welke
voor Vleefch verftrekt aan de Bezetting en In-
gezetenen. Z y brengen, doorgaans, een Laa-
ding van zeven- o f agtduizend Land-, benevens
vyf- o f zeshonderd Zee-Schildpadden ’ t huis,
zo de Abt de la Caille meldt. Waarfchyn-
lyk zullen zy die daar Aagten en inzouten, ge.
lyk van het Zee-Volk, dat de Schildpadden
vangt, in de Weftindiën wordt gedaan. Egter
(f) Zootom, Dmeerit, part. IV. p. 321, CharLEton.
Onene,
ér kan het, door zyne teerheid, het fcherpe
Zout dat men daar heeft, en naauwlyks eenig
Zout verdraagen, verliezende, daar door, ten
minfte veel van zyne fmaak. Het is zeer voedzaam
en ligt verteerbaar, wanneer het verfch
gegeten wordt: men bereidt het op allerley
manieren, als o f het Kalfsvleefch ware, en,
aan ’t fpit gebraden, kan men ’t ’er naauwlyks
van onderlcheiden. Alles , dat van ’t Beeft
komt, is goed, tot de Darmen en Pooten toe,
doch het befte is het Borft- o f Ribftuk, daar
men gemeenlyk de dikte van drie o f vier Vingerbreedten
Vleefch aan laat, met al het Vet,
en hetzelve in een Braadpan z e t , daar op
doende Citroenfap, met een mengzel van Zouc,
Peper o f andere Kruideryën. Dus, met een
zagt Vuur gebraden zynde, maakt het een zeer
lekker Geregt u it, zo Labat ons, op zyn eigen
Ondervinding, verzekert. Het Vet is ook
Ut
AfdeeL
eetbaar en zo lekker als Kalfs-Merg, naar het
getuigenis van L eguat ; hoewel he t, door zy-
ne groene kleur, niet veelaantreklykheid heeft,
en het W ater, dat men looft , groen maakt.
DeEijeren, die geel zyn, kunnen alsHoender-
Eijeren gekookt worden , en men maakt ’er
lekkere Eijer-Struiven van. De gene, di$ wit
zyn , worden niet hard door het kooken.'
T avernier verhaalt, in zyne befchryvinge
van ’t Ryk van Tonkin in Ooftindie, hoe tegenover
de Kuft van Cochinchina v y f Eilandjes
gelegen z y n , die men de Scbildpadden-Eilanden
1. d s si. v j, sivs, noemt,
II.
Hoofdstuk.