xviii.
Hoofdstuk.
ten, ’t welk een hedendaagfch Autheurj afleidt
van t Griekfche Woord Kreas , en dus zeer
toepasfelyk zou zyn; alzo zyne zelfflandigheid
meer naar Vleefch dan naar Vifch gelykt.
Nooit of zeer zelden wordt deeze Vifch in
diepe Zee gevangen, fchoon hy daar zyn oor-
iprong heefti maar, gelyk de Salinen, zwemt
hy de Rivieren in, en'valt dus aldaar, op fom-
mige plaatfen , in menigte. T e Geertruiden-
berg, in Holland, was oüdtyds die Vangft zo
groot, dat men ’er in één Jaar ving by de negenduizend
Steuren, ’t Getal der Elften was, in
zeker Jaar, zo er verhaald wordt, agttienduizend
en dat der Salinen veertigduizend geweelt.
T e Dordrecht werden , omtrent anderhalve
Eeuw geleeden, in één Jaar gevangen eemen-
tagtig Sceuren,en ’t getal der Salinen was by de
negenduizend. Men ziet daar uit, dat te Geer-
truidenberg de Stapel was van deezen VaDgft,
die nog een voornaam beltaan der Inwooneren
uitmaakt (*).
Hierom is 't te verwonderen, hoe de Heer
Gronovius kan fchryven , dat het een zeld-
zaame Vifch in de Noordzee zy , die egtej
lömtyds gevonden , en op onze Markten ge-
bragt wordt ( f ) : dan weder, dat dezelve niet
zeldzaam voorkomt in de Noordzee ( J ) ; daar
_ zyn
(*) Tegenw. Staat van Holland. Heiend. Htflorie.
XVII. De e l , bladz- 240,
(f) Afaf. Ichtb. Tom. ,1. Leid. 1744, p, 60.
(jj Tom, II, p. 43.
zyn Wel Ed. aanmerkt, dat de Salm, op zekere
tyden des Jaars , menigvuldig is in de
Monden der Rivieren (*) en dat dezelve, zo
hy elders getuigt, in de Ryn by Bafel woont ( f ) .
Ondertuflchen is het waar, dat de Steuren ook
in Zee gevangen worden.
R ondeletius heeft aangemerkt, dat de Zee-
Steur kleiner z y , en naauwlyks een Elle lang;
terwyl deeze Vifch , in de Rivieren , tot een
verbaazende grootte aangroeit. G esnerus zegt,
dat iemand hem verhaald had , te Antwerpen
*er een gezien te hebben van veertien Voeten
lang. B ellonius fchryft, dat ’er een van agt-
tien Voeten , oudtyds , aan Koning F rancïs-
cüs z y vertoond. Men vangt ’er fomtyds ook
te Geertruidenberg, die byfter groot zyn , en
ik verneem, dat ’er hier te Amfterdam wel ter
Markt gebragt worden, van by de twintig Voeten
lang en meer dan duizend Ponden zwaar.
Onze Salmfteur, die klein en lekker is, komt
veel van Wyk op Zee.
„ De Steur, zegt de Heer Pontoppidans ,
„ is een Spekvifch, van v y f tot zes Ellen lang,
„ fterk en grimmig om andere Viflchen te jaa-
j, gen. Men vindt ’er hier , [by Bergen in
„ Noorwegen naamelyk,] vierderley Soorten
„ van, die naar de Viflchen gelyken, welken
„ z y gaarn vreeten , en onder dezelven als
„ Hel-
III.
Afdeel.
XVIII.
Hoofdstuk.
Grootte.
(*) Helvet. Vol, IV. p. 266-
(f) M»f Ichtb. Tom. II. Leid, 1756. p. 12. N.