M.
A fdeel.
Hl.
Hoofdstuk.
„ hebben; zynde niet natuurlyk, maar een on-
, , gemeen Konftig werkftuk”. Seba, die ’er in
’c jaar 1720, van een vreemd Heer, welke zyn
Kabinet bezigtigde, het eerfte berigt van hadt
gekreegen , wift naderhand een Tekening te
bekomen; wordende toen, voor het Gedrocht
z e lf, een Somme van tienduizend Hollandfche
Guldens ge-eifcht. Hy fchynt zig verbeeld
te hebben, dat het een natuurlyk Schepzel was;
gelyk een Liefhebber der Natuurkunde te Hamburg,
die hem de Tekening bezorgd hadt, ver- 3
zekerde. Van even het zelfde denkbeeld is de Heer
P ontoppidans , Biflchop van ’t Stift van Bergen
in Noorwegen en Medelid van de Koning-
lyk Deenfche Sociëteit der Wetenfchappen,
geweeft, wanneer hy dien aangaande fchreef (*).
„ Dit herinnert my een Slang o f jonge Draak
,, met zeven Hoofden en Halzen, die gegroeid
„ waren uit een taamelyk dikke Romp, wel-
„ ke een lange fpitfe Staart , benevens vier
, , Pooten hadt, en gedekt was met graauwagtige
Schubben, wat kleiner dan die der Ha*
, , ringen. Het Dier was, op ’t Oog te zien, twee
„ Ellenlang. Ik heb hetzelve, enmooglyk heb-
„ ben het wel duizend andere Menfchen, be.
„ fchouwd, gelyk het nog is te zien by den Heer
„ Stampeel , een wel bekend Koopman in Ham»
„ burg, wiens Voorouderen het, voor een aan-
„ zien*
(*) J&atutï. bon ^ojtnegen* Koppenh-
*754* IL Th- P- 7>'
D e D R A A K E N . 75
, zienlyke Somme Gelds, van de Koningmark. JIL
** fche Familie is verpand geworden, die het- Afdeel.
’ ’ zelve, toen in de voorgaande Eeuw de Stad
, Praag geplunderd was, uit de Bezitting van STUK.
” andere Menfchen gekreegen hadt. Men vindt,
„ op de Koninglyke Konftkamer te Koppenha-
, gen , een Schildery , waar in het is afge-
’ ’ beeld, en welke ik , als Ooggetuige , kan verzekeren
, dat de gedaante van het natuurlyke
Origineel zeer wel uïtdrukt. Het Minnebeeld
, derhalve, ’t welk de Heilige Schrift van een
„ Draak met zeven Hoof den genomen heeft, is
„ niet op een Verdigtzel, maar op de Natuur
„ gegrond.”
Veeleer zou ik denken, dat die Draak gemaakt
zy naar dat voorgeftelde Zinnebeeld ,
en , hoe deeze Biflchop hier in bedroogen
kan zyn geweeft , blykt onder anderen uit
die Draakjes, welken men van Rocben fatfoe-
neert en zodanig opfchikt met de Vleugels van
vliegende Viflchen , dat een onkundige van ’t
bedrog dezelven zekeflyk voor natuurlyke
Schepzels, die dus geleefd hebben, moet aan*
zien.