III.- beeldden de Wereld a f door een Cirkel, in
Am m .è wiens midden een Slang was, tot een Zlnne-
Hoofd» beeld vaD den Geeft o f ’c Wezen , dat
stuk. het Geheel-Al bezielt, o f aan alles den Adem, het
Leven en beweeging geeft. Men wil dat de
Griekfche Naam van God, die de © tot Voorletter
heeft; Theos naatnelyk, daar van afkom-
ftig zy. In fommige deelen der Indiën worden,
nog hedendaags, de Slangen grootelyks ge-
eerbied, en men vindt daar van, onder de gedaante
van Draaken, in de Tempels der Siam-
meren veele Beelden, die aan de Deuren Haan,
als ’t ware om den Ingang te beveiligen.
T e minder vreemd is ’t , dat dit onder de
Heidenen en Wilden plaats heeft, daar, zelfs
maar korte Eeuwen* geleeden, de#Slangen nog
in eenige Deelen yan Europa werden aangebee-
# den. Weinig Huisgezinnen zyn ’er in Samogitie
, zegt de Baron van Herberftein, die de
Slangen niet houden voor hunne Huisgoden,
waar aan zy meer dan gewoone Eer bewyzen,
fchoon tevens het Kriftelyk Geloof door hun
beleeden wordt, dal hunne Koning Jagello ,
in ’t jaar 1386, aannam (*). Olaus Magnüs,
Biflchop van U p la l, fchreef, dat, ten zynen
tyd e , de Afgodery aan Vuur , Hout ó f Boffchen
en Slangen, nog plaats hadt in eenige deelen
van Noorwegen en Lapland. Ook zyn ’er,' in
de eerfte Kriften Kerk, Ketters ge weeft, Ophites
(*) lAthit d'Eurepe, p. 261, i
tes genaamd, die den Slang dienden welke Eva ]II#
verleid hadt, waanende dat het de Zaligmaaker Afdeel.
geweelt ware. > * Hoofd-
Het is ook wel te begrypen, hoe de Slang STÜK#
in de Geneeskunde zo beroemd heeft kunnen slang het
worden; daar de Geneezende kragt van den Ko-
peren Slang, onder de Ifraëlieten, zo duidelyk kunde,
ondervonden en zo lang in gedagten gehouden
was. De Romeinen , geweldig door de Pelt
aaDgetaft zynde, zonden een Galey met Gezanten
naar Epidaurus, een Griekfche Stad,
om den Slang , die aan iEscuLAPius was toe-
gewyd , naar Rome te brengen : die Slang
kwam uit zig zelf aan boord ; en ov ergevoerd
zynde, zwom hy naar ’t Eiland in de T yber,
waar o p , naderhand , een Tempel vooriEscu-
lapiüs gebouwd werdt, dien men daar en elders
eerde, onder de gedaante van een Slang.
Sedert is het Zinnebeeld van de Geneeskunde
een Staf geweeft, met een Slang daar om ge-
flingerd. Voorts heeft dit Dier o o k , weleer,
geftrekt tot andere Zinnebeelden. Lift (*)
en Voorzigtigheid worden ’er door afgefchetft,
en de Eeuwigheid vertoont men door een Slang,
die een ronden Kring maakt, hebbende het end
van de Staart in de Bek: ’t welk by de Egyp-
tenaaren het Zinnebeeld was van het Jaar.
Behalve het gebruik , dat van het Vleefch Gebruik.
der
(*) De Slang was liftiger dan al het Gedierte de*
Velds. Gen. III, v. 1.
I. Deel. VI. Stuk,