V.
H oofdstuk.
Pad.
* Canules
fcmicircu-
lares
f Co .bicei
Eigeufchap
der Land*
padden.
eenige Viftchen ( * ) , merkt aan dat de Haag.
diflen, Kikvorfchen en Padden , behalve het
Trommelvlies en een o f meer halfcirkelswyze
Buizen * , ook verfcheide Beentjes hebben; zo
dat in dezelven naauwlyks iets van de gewoo-
ne Werktuigen van ’t Gehoor ontbreekt, behalve
het zogenaamde Slakkenhuisje f . De Af-
beeiding ( f ) toont, dathy taamelyk gejlaagdzy
in dit onderzoek. De Adders, en eenige Soorten
van Slangen , hebben wel Beendertjes maar
geen Kanaalen o f kromme Buizen: doch in de
Salamander en Roch maaken deeze Kanaalen
het eenigfte Werktuig byna van ’t Gehoor uit.
Bovendien merkt Geoffroy nog aan , dat in de
Haagdiffen het Trommelvlies ongedekt en bloot,
in de Padden en Kikvorfchen met een fyner
Huid, dan \ overige des Lighaams, gedekt en'
befchut z y : ’t welk miflchien de oorzaak zal
zyn van de gemelde ondoorfchynendheid. De
Trompet van Euftachius, zegt deeze Heer, dat
in de Padden niet gevonden wordt, maar wel
in de Kikvorfchen.
Dat de gemelde Landpadden niet Venynig
zyn , meent Roesel daar uit te blyken, dewyl
zy van de Oijevaars gegeten worden; hoewel
de twee knobbels in de Nek een Melkagtig
Vogt
(*) Zie het Vertoog uit de Mem. de Matb. & Phys.
Tom. II- gebragt in het V. Deel der Uitgezogte P'erhund.
Atnftercl 1760. p. 297. i
(t) Aldaar PI. XXXVI. en dat der Padden in ’t by-
zonder tig. 22*30. bl. 317,
Vogt uitgeeven, en zy ook, geplaagd zynde, lil.
haar Pis uit fchieten, gelyk zulk Soort van Afdeeu
P ieren doen. Kikvorfchen worden ook wel van HoQpD_
de Mannetjes Padden gedekt; doch diePaaring stuk.
duurt niet lang, en fchynt geen Bevrugting o f Pad.
Eijerlegging tot uitwerking te hebben. Onder
de Paaring deezer Padden, geduurende welke
zy, agt o f negen Dagen, dus med elkander famen-
gevoegd in ’c Water blyven, maaken zy een
afgryzelyk geluid , dat meer naar ’t knorren
en gehuil van Honden, dan naar ’t worken der
Kikvorfchen zweemt: ook fpant het Mannetje ,
onderdien, geen Blaazen uit. De Heer L in-
Njeüs merkt aan, dat zy tot Spyze ftrekken
voor den liuizert, onthoudende zig in de Puin-
agtige digte Boflchen van Europa, inzonderheid
die van de Ukraine.
Hoe affchuwlyk deeze Dieren ook zyn , heeft Gebruik,
men ’er doch, zo in als uitwendige, Geneesmiddelen
van bereid. Het Pulvis Mtbiopicus,
uit de Pbarmacopaa Bateana, is niet anders dan
een Poeijervan zwart gebrande Padden, ’twelk
tot een half Drachme zeer aangepteczen wordt
in de Kinderpokjes, als een Zweetmiddel en
Tegengift. De Apotheek van Weenen gebruikt
leevende Padden tot het deftilleeren van een
Blanketfel-water, Ook vindt men Oliën , Zalven
, en Pleifters van Padden, in andere Win-
kelboeken. Sommigen trekken ’er de Geeft en
’t vlugge Zout, door Deftillatie, tot een Pis--
dtyvendmiddel u it: anderen zoeken in deAfch
1. D e e i. V ï* Stus, naar