UI, Blaasje, met een gedeelte der Vogten van het
Afdeel. Ey gevuld.
Hoofd Haaijen zyn regte Vifchjaagers, en dry,
stuk. ven geheele Schooien van Haringen, uit diep
J)»»rnbaay. Water , daar dezelven van grooter Viffchen
Gebruik, vervolgd worden, zo naar de Havens aan de
Noorfche Kuft, als naar die van Engeland en
de Zuiderzee. Z y doen derhalven de Viflèhery
veel voordeel, doch fomtyds komen zy in zulk
een menigte, dat ’er dezelve , inzonderheid de
Kabejjaauw-Vangft , door verhinderd worde ;
devvyl men, in plaats van Kabeljaauw, Haaijen aan
den Hoek krygt. In de Maag heeft men ook wel
Zee-Katten gevonden. Na het afhaaien van de
Huid hebben zy zeer wit Vleelch, dat zig Spier-
agtig vertoont, en wel eetbaar is , doch zeer
dor en droog; maar de Lever geeft zeer goede
en vette Thraan. Van het Haaijen-Vel wordt
niet alleen tot bekleeden van Kokers , Doozen
en Laadjes, tot Meffen- en Degen-Scheeden,
maar ook tot het polyften van Houtwerk ge*
bruik gemaakt.
(2) Haay zonder Aarsvin , met een Stekelige
Rug, het Lyf eenigermaate driekantig.
D e e z e , die Centrina genoemd wordt van de
Au-
(2) Squalus pinna Ani nulla, Dorib fpinofo, Corpo-
re fubtriangulari. Art. Gen. 67. N. 5. Syn. 9f. Centrina.
Rond. Pifc. 384. Salv. Pifc. i j <S-i j 8. Gesn. Pifc..
WfLhs Iihtb. f8. Raj. Pifc. ?i.
II.
Centrina.
Zee-Var«
ken.
d e H a a i j e n . 4 9 1
Autheuren, onthoudt zig in de Middellandfche W.
Z e e , en wordt te Rome Pefce Por co o f Zee- ^ -
Varken geheten : ’t zy wegens de dikte van HooF’D.
zyn L y f , waar door hy zeer verfchilt van de stuk.
Haaijen ; ’t zy om dat hy zig als een Zwyn in Z e eha f
Siyk en Modder wentelt. De voorfte Rugvin
heeft een Doorn o f Stekel, die voorwa&rds de
Straalen van de Vin kruiftj de agterfte Rugvin
agterwaards t, en dit maakt er den naam van
Sternhaay op toepaffelyk. Men wil ook, dat het
die Vifch z y , welken Belloniüs Vülpecula, dat
is het Vosje noemt, en uit wiens Lever alleen,
fomwylen, tot zes Ponden Olie kwam.
Deeze Haay, die in de Bovenkaak drie ryën
Tanden, in de Onderkaak maar ééne ry heeft,
wordt te Rome fomtyds op de Vifchmarkt ge-
bragt, doch het gemeenfte Volk vindt ’er geen
Smaak in, dan in tyden van het grootfte gebrek:
dewyl de Vifch zo taay is , dat men de
Vezelen naauwlyks van één kan fcheuren. Aan
de Olie of Thraan van de Lever, met eenige
Speceryën gemengd, worden uitneemende krag*
ten, tot verzagting van inwendige Knoeftgezwel-
len en verfterking der Zenuwen, toegefchree-
ven.
(3) Haay zonder Aarsvin , met een Stekelige nL
" Rug, de Neusgaten aan ’t end. Speerhaay.;
(3) Squalus pinna Ani nuM, Dorib fpinofo, Narlbus
terminalibus. Art. Gen. 67. Syn. 9f. Galeus Acanthi*?
|i»e Spina? fufcus. W?Li<> Ichtb» f 7* RAJ* eifc. 21.
I. DEEt. VI, Stuk,
I m
ie.' ■ im