III. Aspic noemt, en die rondom Parys taamelyk
A fdeel. gerneen zyn , geen Venynige Tanden hebben.
Hoofd ^ e wat -^eer Haubenton dien aansïcjk.
gaande zegt ( f ) .
«Aspic. ,, Hy fchynt dunner en een weinig korter te
Geftalte. Zy n dan de Adder, hebbende den Kop min-
„ der plat en met beweeglyke Tanden voor-
„ zien zynde als de Vipers ; ook is de Hals
„ zeer dun. Deeze Slang is met zwartagtige
„ Vlakken op een rosagtigen Grond getekend,
„ op zekere tyden verdwynen deeze Vlakken.
,, Onze Aspic byt en verfcheurt de Huid door
,, zyne Beet; maar men heeft bevonden, dat
„ hy niet Venynig z y : ten minften heeft men
„ geen teken van Venyn. ontdekt, wanneer
„ men ’er zig , tot bloedens toe , door hadt
,, laaten byten.” Het zelfde ondervondt ook
de Sweedfche Heer Ba c k , in de Proeven , die,
in de Nazomer des jaars 1 7 4 4 ,door hem,’met
twee Jonge Dokters , genaamd Blot en Grig-
non, in tegenwoordigheid van den Heer Jus-
sieu , in V Vertrek daar de Lellen over de
Scheidkunde, in de Koninglyke Tuin te Parys,
gehouden worden, in ’t werk gefield heeft (*).
De gemelde Tanden, evenwel, doen den Heer
L innjEüs .van deezen Franfchen Aspic getuigen
, dat dezelve met Venynige Wapenen
(f) Zie de Encyclopedie op A spic.
(*) U ee ïïon. <§>cf)taeb. tiet Wzi$*
fenfeïj, ^öljaniï, X. Th. p. 232.
nen voorzien zy. Hy gelykt zeer, zegt zyn
E d ,, naar den Sweedfchen, doch is grooter.
(19) Adder met 140 Buikfchilden en 53 Staart-
fchübben, te f amen 193.
Deeze wordt in ’t Kabinet van den Heer de
G eer, üi Sweeden, gevonden, zynde uitlndie
afkomflig. Ik heb ’er in myne Verzameling
eene, die ook blaauwagtig is , en waar aan ik
juifl even zo veel Buikfchilden en Staartfchub-
ben tel.
(20) Adder met 155 Buikfchilden en 46 Staartfchübben,
te famen 201. Ltbetmus.
Deeze onthoudt zig in de Ooflerfche Landen,
volgens Hasselquist. Hy is nevelagtig
van Kleur, van onderen bruin gefpikkeld. Ik
heb ’er één van donker Koperagtige Kleur op
de Rug, die in Kenmerken naafl: aan deezen
komt , als hebbende 162 Buikfchilden en 40
Staartfchubben; doch deszelfs Kop is zeer dun
en naauwlyks van ’ t L y f te onderfcheiden: de
langte anderhalf Voet.
(21) Adder met 140 Buikfchilden en 62 Staart- XXT.
fchübben, te famen 202. pbalos™“ '
Zwactlcop.
Dee-
(19) Coluber Typhlus Syft. Nat. X.
(20) Coluber Lebetinus. Syfi. Nat. X.
(21) Coluber melanocephalos. Sy(l. Nat. X. Muf, A i
Feid. I. p. 24. Tab. XY* Fig. 2.
!• Dskl. VI.Stk*
IIL
A fdeel.
IX.
H oofdstuk.
XIX.
Typhlus.
XX.