die Vergiftige Wapenen draagen , gevonden Iir,
worden, heb ik beft geoordeel hetzelve met A fdeel,
dien Geflagtnaam te beftempelen. Oudtyds
werden de Land-Slangen Colubres genoemd, in STUK.
onderfcheiding van de Waterflangen. Het on-
derfcheidend Kenmerk is , Schilden aan den
Buik te hebben en Schubben onder aan de Staart:
daar de Angues geheel gefchubd zyn. ’t Getal
der Soorten, hier in begreepen, is twee en-
tagtig.
( 1 ) Adder met 118 Buikfcbilden en 22 Staart- 1.
fcbubben, te famen 140.
J f Egyptifche
De Grieken noemden fomtyds den Adder Adder*
Opbis, als Slang by uitmuntendheid, maar ge-
meenlyk het MannetjeEchis en ’tW y f jeEchidna,
’t welk afgeleid wordt van ’t woord ecbein (hebben)
, om dat zy levendige Jongen in hun L y f
bevatten. Van dit baaren zal ook de Latynfche
Naam, Vipera, ’1 zy om dat het Dier met geweld
de Jongen ter wereld brengt, o f om dat
het Vimparum i s , afkomftig zyn. In ’t Ita-
liaanfch heeft het dien zelfden naam , welke maar
weinig veranderd is in ’t Franfch Vipére , en in ’t
Spaanfche Bimra. De Engelfchen noemen het
Viper o f Adder , en die beide naamen zyn by
ons ook in gebruik: de Duitfchers Otter , de .
Dienen Snoge , de Sweeden Iiugg-Orm, dat
zo
(1) Coluber Vipera. Syfi. Nut, X, Gen. 109, Has-
Ups. 1750, p. 24. llin 514 N, 60,
1. Os e i . Vi» Stuk, ‘ X 4