^er > de Saoet korter en ftomper heeft, niet
X Y ^ ' veeI over den Bek uitfteekende, en de Kleur
Hoofd- ro°dagtig, met een menigte van zwarte Vlak-
STüK- ken gefHppeld. De Huid is , in deeze, veel
ruuwer dan in de anderen.
J0e Kfeu. In de Ontleding van deezen is, door W il -
loughby , in ’t byzonder agt gegeven op de
* lASrt* verdeeling van de groote Slagader*in de Kieuwen.
Dezelve loopt eerft opwaards en fcheidt
zig dan in vier Takken, die elk naar een by*
zondere Kieuw voortgaan, uitgenomen de bo-
venfte , die zig fmaldeelt in twee Takken,
flrekkende naar de twee bovenlle Kieuwen.
Alle deeze Takken loopen langs de Ribben of
Kraakbeenen der Kieuwen heen, en verlprei-
den middelerwyl hunne Takjes in de gedraalde
Vleezige Kammen, tot dat eindelyk de geheele
Stam verdwyne. Andere , van deeze onder-
fcheiden, Adertjes, dienen tot te rugvoering van
het Bloed. Deeze loopen , aan den anderen
rand der Kieuwen, in Stammen te famen, en
ontladen zig in een groote Ader , nevens de
Buggegraat leggende, die zo wel opgaat naar
den Kop, als neerdaalt naar de Staart.
cJuilt. ^ Haay met een bonte ongewapende R u g ,
Gefpikkel- die
(9) Squalus Dorfo variegato mutico , pinnis Ventrali-
bus concretis . Dorfalibus Caudse approxiraatis. A r t
C e». 69. Sy». 9 7 G ron. Mnf u . N. r99 Catulus mi- .
nor S alv. Pijc. 137 Will. Iibtb, 64, Catulus minor
vulgans, Raj. Pifc, 22,
die de Buikvinnen te famen gegroeid, de Rug• m.
vinnen WÈ aan de Staart heef L Afdeel.
XV.
De eze, die nog kleiner dan de voorgaande Hoofd.
k , wordt, om die reden, by de Schryvers het STUK*
kleine Hondje, en by de Engelfchen de kleine
ruige Hond o f Mvrgay , geheten, Hy wordt
in Italië mede onder den naam vaa Pefce gatto o f
Katvifch, in Vrankryk onder dien van Roujfette
begreepen. •
Deeze komt te Rome dik wils op de Vifch-
markt en wordt fmaakelyker geoordeeld dan de
andere Zee-Honden, t Zou ook wel fchynen,
dat zyn Vleefch naar Moskeljaat rook, dewyl
het Gemeen hem noemt Guatto Mufcarolo, dat
is Muskus-Kat. Nooit gaat hy de zwaarte van
anderhalf Pond te boven, zynde dus veel kleiner
dan de voorgaande; ook dunner en langer,
en veel bleeker rood van Kleur,, met kleine,
ten deele witte, ten deele bruine Vlakjes ge-
fpikkeld , en aan den Buik geheel wit. De
Huid is’ niet minder ruuw dan in de voorgaan'
de, doch aan den Buik gladder. Mooglyk zyn
het de Velletjes van deeze of dergelyke Zee.
Honden, die dat gefpikkelde en als geparelde
bekleedzel uitleveren, ’t welk men gemeenlyk
Robbevel noemt (*).
Deeze Haaitjes, naamelyk, komen niet alleen
in de Middellandfche Z e e , maar ook aan
de
(*) Vergelyk het II. Stuk. deezei fflw r ly k e Hifiê*
r i f , bladz. 32,
I , D eel. VI. StuX,
1