<4 B ê s c k r t v i n c v a r
Ijj voegd hebben , öm te kunnen Zwemmen ,
A fdeel, geeven ’er Pooten aan, byna als die der Land-
IK Schildpadden. In de Afbeelding van Bradley
snuf" deeze groote fout verbeterd, en E dwards
geeft ons , uit de Verzameling van Doktor
M ead , die van zulke Schildpadden, eerft uit
het Ey gekomen, in natuurlyke grootte (*).
Grootte. Deeze Dieren komen menigvuldig voor, aan
Kuiten en Stranden van den Oceaan tulïchen de
Keerkringen : doch men vindtze , in de groot-
fte menigte, zo ’c fchynt, op onbewoonde Eilanden
; waar onder dat gene , ’t welk men
VAfcenfion noemt, wel het vermaardfte in dit'
opzigt is. De Ouden hebben reeds hunne bys-
tere grootte gekend. Elianus verhaalt , dat
op ’t Eiland Taprobctna de Daken der Huizen
van derzelver Schulpen o f Schilden gemaakt
waren. D iodörus, deSiciliaan, maakt gewag
van zekere Volkeren , in de nabuurfchap van
Ethiopië , die hy Schildpadden-Eeters noemt,
welke van deeze Schulpen tot Schuitjes en tot
Tenten gebruik maakten. Dit is , uit het Be-
rigt -der hedendaagfche Reizigers, niet ongeloof-
lyk. Sommigen fpreeken van Schildpadden ,
die zy in de Indifche Zee gezien hebben, zo
groot, dat wel veertien Man te gelyk op ééne
Schulp konden ftaan: anderen zeggen dat ’er
zyn , van tien Schreeden lang en zeven Schree-
den breed. Dit zou waarfchynlyker voorkomen.
(*) Edw. >s£y. Tom. IV. p. 206. Tab. acö.
men , indien men Voeten meende : want het nï.
is zeker dat, zo wel in de Ooft- als in de Welt- Afdeel.
indiën,Schildpadden gevonden worden, die v y f
o f zes Man op de Rug kunnen draagen en lco. STUK.
pen ’er mede voort. Op Rodriguez, in de Indifche
Z ee , zegt L eguat, dat Zee-Schildpad-
den waren van wel vyfhonderd Ponden zwaar.
Schoon nu de Zee-Schildpadden meelt aan ’t Woon-
•1 - plaats*
Strand gevonden worden, wil men doch dat zy
die Eilanden niet aandoen, dan om Eijeren te
leggen , zwervende anders door den Oceaan.
Op ’t Eiland Caiman, in de Mexikaanlche Zeeboezem
, bezuiden Kuba, zou hunne Verzamelplaats
in de Weltindiën z y n , op rAfcevfim in
de Atlantifche, en miflchien op Rodriguez en
anderen in de Indifche Zee. Dewyl egter de
Schildpad een Dier is ,’ t welk van tyd tot tyd moet
komen Adem fcheppen boven Water, en zyn
Voedzel heeft van groente die aan de Oevers
onder Water groeit, is ’t naauwlyks te begry-
pen, hoe zy dien Overtogt, van en naar het
Vafte Land , zouden kunnen doen. Evenwel
wordt van dë hedendaagfchen verzekerd , dat
men in de Zuidzee fomtyds geheele Schooien .
van Schildpadden op het Water ziet dry ven,
daar zy op 't heetfte van den Dag te flaapen
leggen. En dat zy fomtyds door den Oceaan
zwerven moeten, blykt daaruit, dewyl ’ér nu
en dan eens één gevangen worde aan de Kullen
van Europa , ’t welk tevens de verbaazende
grootte van deeze Dieren bekragtigt,
ï. Deel. VL Stu«., I a