III. honderd-en-agt uitmaaken. De Snoet is breed
Afdeel, en ftomp, met Neusgaten op den rand: Zyd-
Ho' f Vinnen o f Vlerken heeft hy nagenoeg als de
stuk. Rochen, behalve dat zy niet met den Kop ver-
Zet-Engel. eenigd zyn: de Rugvinnen zyn klein: de Staart
is van onderen een weinig korter dan van boven.
Aan de Oogen en Neusgaten zyn zekere
Stekelige Knobbeltjes; gelyk ook korte Stekels
aan den rand der Borft- en Buikvinnen , en
midden op de Rug. De Staart heeft een half-
maanswyze figuur. De Huid is op de Rug ruuw
en wit, met Afchgraauw gemengd; aan den Buik
zeer effen en glad, witagtig van Kleur.
Gebruik. De Zee-Engel brengt dertien en, meer levendige
Jongen ter wereld, die dan reeds zes Duimen
lang zyn , zegt Gronoviüs. Hy kruipt in
Zand en Slyk, gelyk de Roch, en leeft van
Vifch gelyk de Haaijen. Men merkt aan, dat
het Landvolk in Languedok hem verfmaadt, zo
van wegen de taayheid, als den kwaaden Reuk.
In fommige Provinciën van Vrankryk, evenw
e l, en zelfs onder ’t gemeene Volk te Parys,
wordt ’er van gegeten. Dat de gedroogde
Eijeren , van de Squatim, veel doen tot het
floppen van den Buikloop, heeft de Ondervinding
geleerd, en daarom gebruiken onze Vis-
fchers die daar tegen, zegt Rondeletius. De
Afch wordt tegen het uitvallen van ’t Hair en
tegen de Daauworm o f Zeerhoofdigheid ge-,
preezen. Inzonderheid maakt men van derzel-
yer Huid gebruikt, om Seheeden van Mefien
en
en Degens te overtrekken, dat onder de Turken
in Barbarie veel gefehiedt, en die men dan
Sagryn noemt.
(5) Haay met den Kop zeer Ir eed van v oor en»
en dwars als een Mooker.
III;
Afdeel.
XV.
Hoofdstuk.
V.
Kruishaay.
Onder de Haaijen die de Rug niet Stekelig
hebben, en met een Aarsvin, als ookmetfcher-
pe TandeD zyn voorzien , behoort de zogenaamde
Balans. Vifch. Deeze naam is afkom-
ftig van de zonderlinge gedaante van den K o p ,
die eenigermaate naar het Juk gelyfet, waar de
Evenaar van een Balans op ruft. Hierom noemden
de Grieken hem Zygaina en de Latynen LU
lellor, gelyk hy by de Icaliaanen Ciambetta heet,
en by de Engelfchen the Balance-fisb. W y noemen
hem ook wel Kruishaay, om dat hy de
► gedaante, byna, van een Crucifix vertoont. In
Vrankryk geeft men ’er den naam aan van
Marteau, dat is Hamer of Mooker: te Rome
noemt men hem Jambetta, elders Martello en
op eenige plaatfen van Italië Pefce Balejlra.
Die van Marfeille plagten deezen Haay ook
wel Jbod-Vifch te noemen, om dat zyn Kop
gelykt naar dat Hoofddekfel, ’t welk van die
Na-
(5) Squalus Capite latifTitno, transverfo, Malleifortnf.
A r t . Gen. 6-j. Syn. 96. Muf. ^Ad. Frid. I. 52 Zygaena
five. Libella,. B ell. Fife. 60. Zygaena R ond. rife. 389.
G hsn- Fife. io y o . Libella, S a'lv. Fife. 128. Zygwna.
W il l , lektb, 55. R aj. Fife. 20.
1, P eel. VI. Stwk,