f i t Zog uit de Prammen voeden, behooren , daar
A fdeel. toe betrokken. Aan den anderen kant heeft
Hoofd- men Dieren, die het allerminfte niet in ’t Wa-
stuk. ter kunnen leeven, gelyk de meefle Adders,
Slangen en Haagdiflen , wegens eenige gelyk-
heid van geftalte ook Tweeflagtige Dieren genoemd.
Verwarring De oude Dierbefchry vers, A ldrovandus en
der Ouden. G esnerus, als ook JoöNSTON, die hun volgde,
gelyk zy Aristotkles gevolgd hadden , betrokken
alle dc Dieren met vier Pooten tot de
Viervoetige Dieren en dit bragt de onderfchei-
ding in Baarende en Eijerleggende ( Vivipara £?
Ovipara) ter baan; koppelende tevens zeer' on-
gelyke Dieren, de Schildpadden, Krokodillen
en Haagdiflen , ja de Kikvorfchen en Padden
zelfs, die zeer aflchuwelyk , vergiftig en ook
verfcheurende zyn , (in Levensmanier en Gang
niét minder verfchillende,) met de gemeen-
zaamfte en onfchadelykfte , die den Menfcfi
bet naafte by komen in Geftalte en Aart, te
famen.
Schikking Deeze onvolkomenheid heeft, onder de He-
van Klein, gen(jaagfcbe Dierbefchryvers , de Heer Klein
ten deele ontgaan, door de Viervoetige Dieren
in drie Rangen te onderfcheiden, gelyk ik gemeld
heb '{*), waar onder dan de genen die Éi-
jerleggende zyn, wegens de Kaalheid hunnes
Huids,
(*) Zie het I. S tuk deezer Natuurlyie Hijlovie
bladz- io6.
Hüids, in de laatfte Rang geplaatft worden i die Hl.
hy wederom verdeelt in Schildendvaagende, als de
Schildpad * gebarnajlen als de Krokodil, en ge- j|oot.D-
heel naakte, als de Haagdiflen, Kameleon, Kik- stuk.
vorfchen, Padden, enz. (*) Dit is, in zo vet- •
r e , w e l; maar, waar zal men dan met de Slan-
gen heen, die zeer naa overeenkomen met de
Krokodillen en Haagdiflen , en op zig zelf niet
genoegzaam fchynen, om een byzondere Klaflb
van Dieren uit te maaken.
De Heer Brisson heeft zig , in deezen, op van Bui*,
een andere manier getragt te redden, door eenSON‘
Klafle te maaken, waar aan hy den naam geeft
van R e p t il ia (Reptiles) of Kruipende Dieren
( t ) r De Kenmerken van die Klafle zyn nagenoeg
dezelfden, als der Amph ibia of tweeflagtige
Dieren van L innasus; zo dat het ver-
fchil voornaamelyk in de Naam beftaat, ten
minden wat de fchikking belangt, welke te voo-
ren door onzen Autheur gemaakc was? wanneet
deeze derde Afdeeling alleenlyk de kruipende
cn loopende (Jerpentia & reptilia') van deezen
aart, begreep ( | ) ; doch federt is ’er een Rang
van zwemmende Amphibia, (natantia), bygeko.
men , die onder den naam van Kraakbeen- Vin-
nige Vijjchen de Vyfde Klafle van den Heet
B ris-
(*) Zie het I. Deel der Uitgezcgte Vtrbandel. bladz.
460.
(f) Zie het I. Stuk deezer Natmrlykt
bladz. ic8.
(I) Syfi. Nat. Êdit. VI. pag.
1. Deel. VI. Siv*. A 2