Blj den dood van Graaf Willem IV , in September 1348 , word zijne
zuster M a r g a r e t h a , echlgenoole van Keizer L o d e w j j k IV , gelijk elders,
aanvankelijk ook te S c h ie d am ingehuldigd ; waarvoor zij de oude Privilegien
der stad en het regt om aecijns te heffen vernieuwde, en haar
daarenboven eenige nienwe voorregten schenk, welke bestonden in het
regt der poorteren , om voorlaan zelven , geheel vrij, de kosterij, de
school en de makelaardij te vergeven , mits de thans bestaande beamb-
tcn aanbleven ; — en in het prmlegie , dat wie eenen doodslag beging ,
nevens zijn ligchaam , slechts de helft zijner goederen zonde verbeuren,
blijvende de andere helft aan de weduwe en kinderen , of andere naaste
erfgenamqn ; alsmededat cen onmondig kind niet meer mogt verbeuren,
dan zijn eigen ligchaam en 10 pond (00 guld.) van zijn vaders goed.
Voorts gaf zij in dat zelfde jaar vrijheid , om de stad , van grachten
en vesten te voorzien , gelijk men hieromtrent met W i l l e m v a n Dui-
v e n v o o r d e , haren gevolmagtigde in dezen, zoude overeenkomeD.
In het jaar 1 3 8 1 gaf W il l em V , Graaf van Holland, aan S chiedam
den wissel, om dien te gebruiken tot haar meeste nut , en bepaalde
hij , dat al die tegen de slad , of tegen hem in oorlog geweest was,
daar geen poorter zijn mogt, of eenig ambt mogt bekleeden ; alsmede :
dat de Baljuw voortaan de Schepenen en den Raad jaarlijks moest ver-
nieuwen. In 1588 bevestigde hij alle de oude Privilegien , ook die van
M aegaretha , en verlesnde hij , in tegenstelling van het zoo even vermelde
besluit van 1 3 8 1 , aan die van S c h ie d a m , welke Hoeksgezind
geweest waren , even als aan de ingezetenen van andere plaatsen, vol-
komene kwijtschelding. Ook beloofde hij te gelijker tijd , aan de burgers
van S chiedam , de gelden terug te zullen geven , welke zij voor
hem als borgen betaald hadden.
Gedurende het beleg van Delft door Hertog A lb r ech t van B e ije r e n ,
in 1389, waaraan die van S chiedam hadden deelgenomen, achtle
men het noodzakelijk , ook de stad zelve meer te versterben , en haar
in Staat te stellen , om eenen onvoorzienen aanval te kunnen afweren.
Ten dien einde besloot men in plaats van de eenvoudige riviersloot,
welke het Huis-te-Malhenesse van de stad sebeidde , eene behoorlijke
stads-gracht of vest te graven van de Rotterdamsehe poort tot aan de
burglaan van Mathenesse nabij de poort naar Overscbie; en zulks uit
de hofstede qn de landen van Heer D an ie l van M athenesse , onder ver-
bindtenis , overeenkomstig een gesloten contract, tusschen hem en den
Schout, Schepenen cn Raden van S ch ie d am , dat de stad den Heer van
M athenesse daarvoor naar behooren schadeloos zoude stellen,
Den 26 December 1390 gaf Hertog A lb r ech t aan die van S chiedam
den overtogt, met den windas en het scrodegeld (1) in erfpacht,
en den 23 September 1394 gaf hij zijnen luden van S chiedam , om meeni-
gen trouwen dienst, het regt om voortaan zelve het klerckambacht
(d.i. den post van stads Secretaris), het bodcambacht, de school en
kosterij naar vrijen wil te vergeven, zoodra deze posten inogten open-
vallen , door het overUjden dergenen , die haar toen bekleedden. Voorts
gaf hij aan Schout en Schepenen van S chiedam vrijheid tot de uit-
oefening van het regt längs de geheele haven tot in de Maas en tot
op vijflig gaarden afstand aan beide zijden van het hoofd. Graat
W il lem VI gaf aan zij ne getrouwe stede van S c h ie d a m , om de bij-
zondere liefde en gunst, welke hij haar toedroeg , en om menige trouwe
Cl) Scrödegeld is de opbrcn^sl voor de mobile, die aasgewend wordt tot het wegen, meten ,
branden en yfcea Taa raten , unten en gewigten.
dienst, welke zij hem bewezen had , den 27 Augustus des jaars 1412
eenige nieuwe privilegien en bevestigde tevens alle de oude van zijne
voorvaders.
Bij privilegio van Hertog F il ip s van B oergo ndie , van 28 Augustus
1468, bekwam S chiedam eenen Raad of Vroedmansligchaara , dat uit
een en twintig leden bestond en het regt had om , met den Baljuw ,
of uit zieh zelve, of uit de andere poorters jaarlijks , bij meerderheid
van stemmen , twee Burgeraeeslers en twee T-hesauriers te benoemen ;
terwijl na deze keuze de Baljuw alleen zeven Schepenen uit de over-
geblevene Raadslieden aanstelde (1)-.
De stad S chiedam is eigeneres van de navolgende heerlijkheden als;
de ambachtsheerl. van Öu d-Ma th en es s e en de hooge heerl. van
Ni e u w - M a th e nes se , len Noorden en Oosten van de stad gelegen ,
beiden op den 22 ianoarij 1688 voor eene som van 13,400 guld.
door de stad gekocht van de Curators over den insolventen boedel van
de Heeren van M athen-e e , die haar van de Graven van Holland in
leen ontvangen hadden , blijkens oude daarvan bestaande handvesten ;
de ambachtsheerl. van Nieu w l a n d-Kor t la n d - e n - ’sG ra v eland ,
drie polders te zamen eene heerl. nitmakende, waarvan de stad de investiture
, om die landen te behouden als een onversterfelijk leen , heeft
verkregen in den jare 1663 ; de ambachtsheerl. van Poor tugaal -
Ho og v l i e t - e n -P er n i s , op den 7 Augustus 1731 van de Stalen
van Holland en West-Friesland gekocht voor eene som van 57,000 guld.;
de ambachtsheerl. van Lo k hör st er la nd of On d- en Nieuw-
Engeland en die van La n geh ak ker soo r t , met Sma l l a n t ' e n
Dei f f e l s b roe k, in den jare 1739 van de Staten van Holland en
West-Friesland gekocht, voor eene som van 38,000 guld.
S chiedam heeft vier poorten , als de Overschi e s che - p o o r t , van
eentorentje met slaguurwerk voorzien, en de Ro 11 er da m sche-p o o r t ,
ten O.; de V i a a r d i n ge r- p o o r t , die in 1880 gebouwd en in 1719
vernieuwd is , en de Ke t h e 1 - p o o r t , ten W., welke laatste , in het
jaar 1726, fraai vernieuwd is. Vroeger had men er nog eene, de S t.
Ch r i s t o f f e l - of Hoofdpoor t , welke1 echter, nahet uitleggen der
stad aan den zuidkant, vervallen is.
De stad is zeer regelmatig gebouwd, bevat eenige ruime stra-
len en grachten , voorzien van een aantal sierlijke huizen. Zij wördt
dporsneden door eene breede gracht of haven , welke de Maas met de
Schie vereenigt en heeft eene aangename en sierlijke wandelplaats,
de P 1 a n t a ad j e genaamd, loopende längs de Tu i n l a a n , welke
voor het eerst is daargesteld in het jaar' 1767 en op nieuw, in den
legenwoordigen tränt, in het jaar 1826, door den Architect J an
D avid Z och er van Haarlem, is aangelegd. De stad was voorheen
met muren , in welke men hier en daar ronde torens zag , omringd ;
doch thans is er niet meer dan een oude toren aan de zuidzijde der stad
in wezen. Bij toewijzing van het Hof van Holland, op den 2 Junij des
jaars 1483, verkreeg de stad , tot het aanleggen van vestingwerken ,
naar de wijze van dien tijd , twee boomgaarden , aan de stads muren
gelegen , welke W ou ter van M athenesse van de grafelijklieid ler Iben
hield , mits, dat hem daarvoor eene jaarlijksche rente van 24 ponden
(*) Wij hebben gemeefid niet beter te kunnen doen dan , om zoo omtient do opkomst ?an Schie^
dam als betrekkelijk do fater volgende gescbiedenis dor stad , hoofdzakelijk te volgen de Getckiedenis
on Beachnjving der stad Schiedam, voorkomende in den Vricnd des Vaderlands D. XU, bl. 181-227 ,
2*9-U7, D. XW1 , bli 663-680, D XIV , bl. 881-880 en D‘, XV , W 050-076.