SELLEDA , d. in Oost-Indio, op bet Sundasche eil. Sumatra, gouv.
Sumatra’s-Westkust, ads. res. Padang. — Achter dit d. vindt men
goudmijnen.
t r.linrrr.il aan dp. Zuidoostkust van bet- eiL Goedereede-cn-Overflakkee,
■iissattfr
SELLEM , d. in het graafs. Zutphen , prov. Gelderland. Zie Z e lh e h .
SELLEMUIDEN, geh. in Zalland, prov. Overijssel. Zie C e llb h u id e n .
SELLINGEN, ook S e l l in g e en Z e llin g e n gespeld , d. in Westerwolde
prov. Groningen, arr., kant. en 5 u. Z. ten 0 . van Winschoten, gem.
en 2 u. Z. van Vlagtwedde, aan den regteroever der Ruiten-Aa. Men
telt er in de kom van bet d. 40 h. en 220 inw., en met de daartoe
kerkelijk beboorende geh. T e r -B o r g , Zu i d v e l d of S e l l i n g e r -
Z u i d v e l d , L a u d e , Bo e k b o r s t , het V e l d h u i s of het Veer-
s t e -V e l d h u i s , T e r -Wa l s l a g e , T e r -W i s c h , T e r -Ha a r ,
Ri j sd am en L u p p e n h u i s , 87 h. en 460 inw., die meest in den
landbouw hun bestaan vinden. De bodem is zand, veen, leem en
oergrond. Men vindt er rood, zwart en blaauw leem.
Overal groeit hier veel eikenhout, vooral bij T e r - B o r g . De Has-
s e b e r g , welke in bet veen op eenen afstand van ongeveer 300 roeden
oostwaarts lig t, waarop een enkele hooge boom met breeden kruin S ta a t,
en waarover de scheidslinie tusschen Groningen en Munsterland loopt is
merkwaardig als de eenige, vrij hooge, zandige verhevenheid, le midden
van het oude, zeer uitgestrekte Bourianger-Moeras. Hij heeft eene
oppervlakte van nagenoeg 2 bund. In het moeras of veen ziet men
hier overal nog de sporen van den d ijk , die voormaals, tot eene com-
municatie tusschen Ter-Apel en de Böurtange längs S e l l in g s was opge-
worpen, hebbende eene lengte van 3 | uren en op vele plaatsen thans
nog eene hoogte van eil.
De Herv., die er 430 in getal z ijn , onder welke 110 Ledematen,
maken eene gem. ui t , welke tot de klass. van Winsclioten, ring van
Bellingewolde, behoort. Van den eersten Leeraar, die hier moet ge-
staan hebben, en voor wien in 1607 bij ’s lands hooge magten onder-
stand werd verzocht, vinden wij den naam niet vermeld. Na hem
stond hier A d o lp b c s M o la n u s , die in 1644 nog in leven was, maar
reeds in 1639 opgevolgd werd door zijnen zoon J o h a n n e s M o la n u s , die
hier in 1680 overleed. De k e rk , is een oud gebouw, zonder toren
of orgel. De klok hangt in een houten klokkenhuisje.
De R. K., van welke men er 12 telt , worden tot de stat. van
Oude-Pekela gerekend.
De dorpschool wordt gemiddeld door een getal van 60 leerlingen bezocht.
SELLINGER-BEETSE (DE), groole uitgestrektheid hooiland in Westerwolde
, prov. Groningen, a rr., kant. en 4J u. O. van Winschoten,
gem. en 2 | u. Z. van Vlagtwedde, | u. N. van Sellinge, nabij het
Zevenmeersveer , waarvan bet gebruik niet vast verdeeld is , maar iaar-
lijks tusschen de Sellinger-markgenooteu verdeeld wordt.
SELL1NGER-DIEP (RET) en DE SELLINGER-SLOOT, namen ,
welke men veelal geeft aan het kanaal van afwatering, in Westerwolde,
prov. Groningen, uit de Nieuwe-Ruiten-Aa naar de Böurtange, längs
de Sellinger-dijk, loopende, veelal het M o d d e b h a n s -d ie p genoemd.
SELLINGER-DIJK (DE), dijk in Weslerwolde, prov. Groningen,
welke in eene zuidwestelijke rigling van de Böurtange, längs de Sellin-
ger-sloot, naar Sellinge loopt.
SELLINGER-MEERTJE(HET), meerlje in Westerwolde, prov. Gro-
ninqen, gem. en 1* u. Z .Z .O . van Vlagtwedde, 1 u. N. van Sellinge.
Het is 32 bund. 28 v. r. 60 v. eil. groot. „
SELLO, vlek in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, res. »oe-
^Dit^oord ligt in eene luchtstreek, welke misschien de aangenaamste
van den geheelen aardbol is. De thermometer blijft e r , gedurende
bet peheele iaar , zonder ophouden tusschen 40 en 60 graden Fahrenheit.
Een ander belangrijk voordeel i s , dat de stortregens hier niet
zoo menigvuldig zijn als in de overige gewesten van J a v a , omdat de
wolken , die van het Zuidoosten aandrijven door de bergen worden
tegen gehouden. Alle planten en vruchten van Europa , met uitzon-
derina van zeer weinigen (waarvan echter de aankwceking nog in het
aeheel n ie t, of maar zeer onvolkomen beproefd is geworden), groe0e“
hier even goed als in hun oorspronkelijk vaderland en de lucht heeft
hier al het vermögen, dat tot het volkomen herstel vereischt wordt
van zoodanige Europeanen , wier gezondheid minder dan by anderen
tegen eene voortdurende wärmte bestand is geweest. Menigvu ige
voorbeelden van verzwakte ligchaamsgeslellen , die hier m körten tijd
eene volmaakte gezondheid herkregen hebben, strekken hiervan tot
een afdoend bewijs. , . . ,
SELLON , d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
SELMA (NEW-), eil. in Oost-Indie, in den Sundasche-Archipel,
tot de Koraal-eilanden behoorende, waarvan het het grootste i s , op
12° zuiderbreedte, met eene vesting, door den Engelschen Kapitein Äoss
F o r t - A l b i o n geheeten. . . . „ • ,
SELMIEN of Silsiien, geh., prov. Friesland, kw. Oostergoo, griet.
Opsterland, arr. en 3 | u. N. O. van Heerenveen, kant. en « u. W. U.
van Beelsterzwaag, 20min.W. ten Z. van Ureterp, w a a rto ehet behoort.
Het is eene welvarende, aangename en vruchtbare streek. Men
vindt er 9 h., waaronder 5 aanzienlijke boerderijen; met bü inw.
SELMUIDEN, b. in Zalland, prov. Overijssel. Zie Gellehujiden.
SELN1SSE , voorm. schor , prov. Zeeland, nabij de Schelde,
ln eenen brief door Albbecht vanBeijeren, Graaf van Holland, m 1030
uitgegeven, werden de Heeren van ’s Heer-Arentskerke, onder anderen
in het bezit van Selnisse bevestigd. Keizer K a r b l Y , vergunde en
20 November de bedijking van den Selnissb-polder , welks gronden m
dat octrooi genoemd worden, » schorren en uitgorsingen die nooit tot
» genen lijden bedijkt en sijn geweest.” Men schijnt dezen polder e
moelen zoeken ter plaatse, waar nu de Oode-Crauert-polder gcvon-
den wordt, welke ook onder dien naam op de kaart van üattinga
voorkomt. . _ T ....
SELOEKAN (DE) , de Seroekan of de Slokkan , kanaal in Uost-lnaie,
op het Sundasche eil. Java, ads. resid. Buitenzorg, distr. Tibaroesa.
Het wordt ook Kali* Baboe (Nieowe-rivier) genoemd , daar het dien ,
om de voortbrengselen van deze assistent-residentie naar Batavia te ver-
voeren, tot welk einde, als ook tot het aanleggen van meuwe njstvel-
den, nog verscheidenc vaarten gegraven worden. , .
Het ontvangt zijn water uit de Tjikias en de Tjiliwong, hcelt
vele zijtakken tot bewatering der daaraan grenzende landen ; loopt noord-
waarts naar de resid. Batavia, alwaar het zieh in het SeiYa'*'J' ..a!ia,a ,e
Sonihar ontlast en heeft eene lengte van 40 palen of 16,000 lujn an
sehe roeden.