4 SA A.
SAARSUMER-RIJT (DE), waterlossing inhet Westerkwartier, prov,
Groningen, gaande , voor 1826, van Oldehove noordoostelijk tot voorbij
Saaksum in het Noorden naar den Zeedijk , in welken dijk eene zijl of sluis
lag, waardoor het water in het Reitdiep stroomde. ßij het dempen van
deze sluis, in het jaar 1826, heeft het water echter, door het graven
van het Nieuwe-kanaal, eene^andere rigting ter ontlasting gekregen;
thans loopt het in eene n«*rdelijke «n vervolgens oostelijke rigting
längs het Nieuwe-kanaal, voorbij Fe*werd, naar het Aduarder-diep.
SAARSUMER-UITERDIJR , buiteudijksche landen in het Wester-
kwarlier, proy. Groningen. Zie Saaksemer-poeder.
SAARSUMER-ZIJL, voorm. sluis in het W esterkwartier, prov. Groningen,
in den provincialen zeedijk , dienende tot ontlasting van een
groot gedeelte water van Humsterland, en van geheel den Saaksumer-
polder.
Deze sluis is in het jaar 1826 weggebroken en de zijlput gedempt.
Op sommige kaarten vindt men deze zijl nog aangewezen , hebbende
een weinig ten Westen van de schouw of het ponteveer van de Roodehaan
gelegen.
SAAKSUMER-ZIJLDIEP, voorm. water in het Westerkwartier, prov.
Groningen, d a t, van den bnrg Jensema afkörnende , zieh met eene
bogtige, noordelijke rigting, längs Selwerd en Saaksum, door de
Saaksumer-zijl in het Reitdiep ontlastte, doch in 1826 gedempt en ,
door het leggen van eenen Kaaidijk, van het Reitdiep afgeschut werd.
Ook had dit water eenen zijtak naar Oldehove. ' In vroegeren tijd
was het Saakshjier-Ziju>iep , behalve naar Oldehove, ook tot aan Jensema
bevaarbaar. Het liep verder met eene groote bogt nabij Ter-
Horn naar Barwerd en van hier naar Suttem , waar men denkt, dat
eene sluis zal gelegen hebben, of althans, dat men voorbij Suttem de
gemeenschap van Oldehove met Aduard onderhield. Thans is deze
oude vaart, voor zoo verre deze zijde van den Eezinger-Oudendijk be-
tre ft, eene waterloozing voor het Humsterland, het water, bij of door
de Boventil, in de v aa rt, nu het Nieuwe-kanaal, stortende.
SAAKSUMHUIZEN , Saaxdmhüizes of Saxomhdizen , d. in Hunsingo ,
prov. Groningen, arr. en 6 u. W. ten N. van Appingedam, kant.
en 2J u. N. W. van Onderdendam, gem. en 1 u. W. N. W. van
ßaflo.
Men telt e r, in de kom van het d., 12 h. en 80 inw., en met de
daartoe behoorende boerderijen 26 h. en 180 inw., die meest in den
landbonw hun bestaan vinden.
D i t d . , h e tw e l k o u d t i jd s S aksdm h e e t t e , is d o o f e e n e n w e g v e r b o n d e n
m e t L u t j e - S a a k s u m , h e tw e l k m e n v o o r o u d e r h o u d t .
Hier vindt men, in de rigting van Oost en West, gelijk die der
zeedijken hier is, eene keten van kleine heuvels, die naar den Andel
loopen, en van eenen overouden tijd schijnen te zijn overgebleven.
De Herv. gem. van S aaksemhuizbn is met W es te r - N i e la n d ver-
eenigd geweest tot in 1628, toen zij tot afzonderlijken Leeraar be-
kwam J ohannes F redericüs H oornenrorg , die er in 1632 overleed. Aan
zijnen opvolger C ornehs W oldring, die er in 1634 kwam en in 1698
overleed, werd in 1687 W e s t e r -N ie la n d weder toegevoegd, sedert
welken tijd die gem. steeds gecombineerd zijn gebleven, zoo dat thans
ook nog S aakscmhuizen kerkelijk tot Wester-IS ieland behoort, en de
Predikant er om de veertien dagen eene predikbeurt moet waarnemen.
De kerk werd in 1468 onderhoorig gemaakt aan de kommanderij van
Wijtwerd. llierdoor vervalt de meening derzulken , die den naam des
dorps hebben afgcleid van de Saksers , die eerst in bet begin der zestiende
eenw alhier eenen tijd lang meester zijn geweest. Deze kerk heeft geen
orgel. Zij is in 1829 aanmerkelijk verbeterd en verfraäid en in 1846 uit-
en inwendig geheel vernieuwd, met blaauwe pannen gedekt en van eenen
fraai gebeeldhouwden kansel, banken enz. voorzien, zoo dat het thans
een net en zindelijk gebouw is. De läge stompe toren Staat afgezon-
derd ten N. W. van de kerk, doch zal in 1848 door eenen nieu-
wen , aan het westeinde der kerk te bouwen, spitsen toren worden
vervangen.
De 7 Doopsgez., die er worden gevonden , behooren tot de gem. van
Mensingeweer. — De 12 R. R., die men er aantreft, behooren tot de stat.
van den Hoorn.
Men heeft in dit d. geen school, maar de kinderen genieten meest
onderwijs in het Wester-JSieland, doch ook sommige te Andel of te
Eenrum.
SAAMSPOORT , voorm. hoofdleen in Staats-Vlaanderen, inhet Vrije
van-Sluis, Land-van-Kadzand, thans prov. Zeeland, distr. Sluis.
Het. was afhankelijk van het prinselijk leenhof den Burgl-van-Brugge ,
begiftigd met eenige achterleenen. Het werd vernietigd bij den inval
der Fransehen in 1794. De laatste Leenheer was de Heer C. van A f -
EELEN VAN S aAMSPOORT.
SAARD, geh., prov. Friesland, kw. Westergoo, griet. Wonseradeel,
arr. en 2 u. W. ten N. van Sneek, kant., gem. en J u. Z. O,
van Boisward.
SAAROE , droogte in Oost-Indie, in de riv. de Goligoli, aan de zuid-
kust van het Ambonsohe eil. Ceram , tusschen Rai-Bobo en Laäla.
SAASFELD, geh. in Twenthe, prov. Overijssel, arr. en 2 u. Z.O.
van Almelo, kant. en l f u. N. W. van Oldenzaal; gem. en | u. len
Z. W. van Weerselo; met 48 h. en 270 inw.
De R. R., die hier wonen , maken, met die uit de buurs. D u l d e r ,
eene par. u it, welke tot het aartspr. van Twenthe behoort en 920 zielen
,' onder welke 630 Communikanten telt. De kerk, aan den
H. P l ech eluo s toegewijd, is, in bet jaar 1819, op den grond van de
voorm. hier gestaan hebbende havez, S a a s f e ld (zie het volgende a rt.),
gestiebt, en in het jaar 1838 aanmerkelijk hersteld, zijnde thans een
goed gebouw, zonder toren, doch van een orgel voorzien.
Men heeft ook eene school, welke gemiddeld door een getal van
100 leerlingen bezocht wordt.
SAASFELD of S a t e r seo o , voorm. havez. in Twenthe, prov. Overijssel,
arr. en 2 u. Z. O. van Almelo, kant. e n l j u. N. W. van Oldenzaal,
gem. en | u. ten Z. W. van Weerselo.
Deze havez. moet reeds in en voör 1360 aan de Heeren van R hed e
behoord hebben. Zij had aan de noordzijde eene sterke poort en ruim
binnenplein alles met geboomte en eene breede gracht omgeven en door
moerassen oraringd , behalve aan genoemde zijde, alwaar een hoog ter-
rein was. Ter plaatse, waar zij gestaan heeft, ziet men thans de
R. R. kerk, welke met de daartoe behoorende gronden , eene opper-
vlakte van 41 v. r. 74 v. eil. beslaat.
j SABA, een der drie ISederlandsche- Antillen, 3^ m. W. ten N. van
St. Eustatius , 8j m. Z. W. van Bartholomeus , 7 m. Z. W. ten Z.
van St. Marten ; 17° 39' 20" N. B., 45° 38' W. L.
Dit eiland is eigenlijk een zamenstel van rotsen , welke met eene
laag tuinaarde bedekt zyn , en zieh van alle zijden stijl uit zee verhelfen
, zoodat het eiland , dat eene ronde gedaante heeft en eene