Ten gevolgo vnn da onlusten desjaars 1748, begaven zieh ’s Primen
Gemagtigden naar S choonhoven , daar inen zeer in de weer geweest was,
raet het teekenen en inleveren van verzoekschriften, waartoe twee le-
den van de Yroedschap de ingezetenen de hand geboden badden. De
regering had , op een dezer verzoekschriften , beschikt; doch het ant-
woord op de twee anderen verblcef aan de Gemagtigden van Zijne
Hoogheid, die den 16 in de stad kwamen, en den 21 de'geheele
Regering ontsloegen ; doch , op drie leden na , wederom aanstelden.
Yoorts werd het getal leden der Vroedschap , van zeventien tot een en
twintig, en dat der Electeuren of Kiezers , van een en twintig tot zes en
twintig vermeerderd. Öok maakten de Gemagtigden schikking op eenige
punten, door de burgerij begeerd: de overigen werden gelaten aan de
beslissing der Vroedschap.
Toen, in het jaar 1786, de genootschappen van wapenhandel uit de
onderscheidene steden gewapende manschappen naar Utrecht zonden,
bleef dat van Sohoonhoven ook niet achterlijk. Bij een dezer uittogten,
vergezeld van Beijerlandsche vrij-corporisten, badden zij te Benschop,
in de baronie van IJsselstein, vele mishandelingen te verduren, eerst
van Soldaten , vervolgens van meer aan honderd, met stokken gewapende,
boeren, buiten het dorp. Om dit geweld te ontgaan keerden
zij naar Benschop terug, en verzochten bijstand van den daar bevel-
voerenden officier. Deze beloofde hulp, welke zij in het regthuis af-
'wachtten. Doch weibaast moesten zij deze schnilplaats verlaten , door
een aantal boeren er uit gedrongen. Maar een Serjant- en eenige Soldaten
boden hun de beloofde hulp , en begeleidden de vervolgde man-
schap naar IJsselstein , welk geleide hun zeer te stade kwam : naar-
demaal zij onder weg niet weinig andere boeren , met stokken en
hooivorken , aantroffen , die blijkbaar ten oogmerk badden; hun op eene
onzachte wijze te bejegenen.
Bij het inrukken der Pruissen in Holland, in het jaar 1787 , werd
SceoosHOVEw met een bezoek van den Hertog van Brunswijk zelven ver-
eerd. Doch juist deze eer kwam de stad zeer dunr te staan , daar hij
van zulk eenen stoet huzaren en jagers gevolgd werd , behalve nog het
Regiment Infanterie van Waldek , dat de kleine stad door bezelting
overkropt werd. Inzonderbeid trof de huizen der Patriotten het jam:
merlijkst lot. Sommigen hadden inkwartiering van 2 8 , anderen van
54 man. Een zelfs herbergde 24 man , 5 pakknechts en 16 paarden.
De schade daardoor aan den Vroedschap de Weihe alleen toegebragt
werd op 40,000 gülden begroot. Bij deze inkwartiering voegde zieh
eene oogenblikkelijke vordering van behoeften voor volk en paarden , voor
het aanleggen van een magazijn van fouragering, voor het timmeren
van eene schipbrug over de Lek , voor het plaatseu van het hoofd-
kwartier en krijgscommissariaat in de stad. Hier mede niet voldaan,
beschonwden zij de verlaten huizen, te regt of onregt , als huizen
van Patriotten, wier goederen , als van vijanden, buit verklaard waren
, en schaamden zieh ook niet die geheel ledig te dragen en van
alles te berooven. Sommigen werden geheel tot kazernen ingerigt,
en als zoodanig deerlijk gehavend en uitgebroken. Zelfs was het kantoor
van stads thesaurie van den honderdsten en twee honderdsten penning
geheel verwoes't en uitgeplunderd , zoodat de schade der stad onbere-
kenbaar hoog liep. • ■ ■ ■
Bij de omwenteling van het jaar 1794, die te S cboonboves na h e t
inrukken der Franschen plaats had, viel aldaar niets meldingswaar-
\dig voor.
Ger de heugcltjke omwenteling van 1815 aldaar tot stand kwam,
badden de inwoners van S choonhoven niet weinig angst te verduren.
Heeds den 18 November legden de dorpelingen van het naburige ßerg-
Ambacht, van de Goudsche markt teruggekeerd, hunnen ijver in het
dragen van oranje en het uitsteken van vlaggen aan den dag , en dreig-
den, indien men hen niet spoedig volgde, tot eenen hevigen opstand
te komen. De aanzienlijkste ingezetenen , deze beweging willende ver-
hoeden, stelden terstond eene provisionele Vaderlandsche Regering aan ,
welke, reeds op den volgenden morgen, onder het uitsteken der oran-
jevlag en het aikondigen der verordeningen van het Algemeen Bestuur
in ’sGravenhage , met een algemeen gejuich werd gehuldigd. Dit be-
rigt, bij den Franschen Generaal M o l ito r te Utrecht zeer euvel opge-
nomen, en gevolgd wordende door bedreiging Van Fransch garnizoen ,
tot stuiting dezer zoogenoemde oproerigheden , baarde geene geringe
bekommering , waarom dan ook het godsdienstig dankfeest, op Zon-
dag den 21 daaraanvolgende alreeds bepaald, verschoven , en de vlag
telve , op het meer en meer bevestigd gedreht dat de Franschen her-
waarts in aantogt waren,, van den toren werd afgenomen. Hoezeer
nu het binnenrukken van eenige gewapende mannen van het opgerigt
oranjekorps van Krimpen de älgemeene verslagenheid poogde op te
beuren, veroorzaakle hunne komst en spoedig daarop gevolgd vertrek
meer schrik dan bemoediging, daar het te wachten stond , dat de
Franschen, bij het op handen zijnde verlaten van Utrecht , zeker op
deze stad zouden aantrekken. Ook dit lang met angst verbeidde tijd-
slip verscheen den 30. De Fransche Kommandant G b o s y rukte, met
eene bende van ruim drie honderd man, binnen, en eischte allerlei
leeftogt en krijgsbehoeften, onder voorgeven van de stad te bezetten
en tegen allen aanval te zullen verdedigen. Doodelijke stilte heerschte
allerwege. Door de onverwijlde voldoening alleen van alle eischen ,
hoopte men de gevreesde eilende te zullen matigen. Zelfs bei vertrek
op den eigen middag zoude deze hope op ontzetting hebben kunnen
bevestigen , zoo dit niet wäre gepaard geweest met de stellige bedreiging
, om op den eerst volgenden dag terug te keeren , en , even als
te Woerden, wraak te nemen over de gewaande schennis. Dan, ge-
lukkig was het berigt van der Kozakken aantogt genoegzaam, om alle
Franschen, op dien eigen dag, te verjagen. Over de rivier getrok-
ken , mogten zij , aan den veerkant, daags daarna de Russische bende
met musketschoten begroeten ; doch ook deze bleef geenzins nalatig
in dit te beantwoorden, en het roeren van de trora, door een klein
getal inrukkende Soldaten , veroorzaakte zulk eenen schrik onder de
Franschen , dat zij in allerijl naar het nabijgelegen Nieuwpoort we-
ken, waarna S choonhoven niet meer verontrust werd , maar onder het
vreedzaam bestuur van den Souvereinen Vorst der Nederlanden bleef.
Het oude wapen van S choonhoven was het slot. Het tegenwoordige
is een zilveren veld, met vier leeuwen, van welke de eerste en vierde
van sabel en de tweede en derde van keel zijn. Het is door de Hol-
landsche Graven uit den huizevan Henegouwen aan de stad geschonken.
SCHOONHOVEN (HET SLOT-TE-), voorm. kasteel of slot in den
Crimpenrewaard, prov. Zuid-Holland, arr. en u. O. van Rotterdam,
kant., gem. en in de stad Schoonhoven.
Van dit slot weet men de juiste standplaats niet meer aan te wijzen ,
ofschoon het niet onwaarschijnlijk is , dat de Kruidtoren , die nog lang
in het Oosten der stad gestaan heeft en sedert eenige jaren door plant-
soen vervangen i s , er een overblijfsel van geweest zij; nog minder weet