gebouw in Januar^ 1843. Het werktuig beeft eenen ligge'nden cylinder,
ketels en ticn schepraden, waarmede het bij laag buiteni water te
gelijk kan malen ; doch die ook naar willejteur gedeeltelijk bniten wer-
king kunnen gesteld worden, vvanneer, door te hoogen stand van het
I J , de last te zwaar mögt worden voor het volle werk.
Vroeger bestond te S p a a r d a m een schuitenveer over het IJ op Assendel
ft , en was builendijks, in den tegenwoordigen zoogenoemden Gruilers-
polder , cen veerhuis geplaatst, wordende de strook lands, daär ter
plaatse, nog bet Ve e r h u i s l a n d genaamd. Tbans bestaat er do.or
het Spaarne een jaagschuiten-veer op Haarlem.
Dit dorp is vermoedelijk de ' geboorteplaats van den ^vermaarden
beeid- en loofwerksnijder A l b e r t V in r e n b r in k , die aldaar in bet mid-
den der zevcntiende eeuw leefde.
De kermis valt in Dingsdag na Pinksleren. Yroeger werd , te dier
gelegenheid , deze gem. zcer druk bezocht, doch al meer en mcer vermindert
zulks.
In het jaar 1817 werd dit dorp door den zoogenaamdcn Zwartenhoop
in de asch g e leg d ./T o t dien tijd toe had hier een grafelijkheids tol-
bnis gestaan , aan de Kolk 5 maar sedert dien brand is die toi naar
Haarlem verlegd , tot dat zij , in 1798, is afgeschaft geworden.
In den Spaanschen oorlog werd S p a a r n d am wel eerst, in 187o, 'door
de Haarlemsche burgers bezet, maar zij w e r d e n , na weinig tijds, door
de Spanjaarden daaruit gedreven , en toen bleef het drie jären ¡‘»■de
magt der laatstcn , en bezet door Kapiteiu H e l l in g . Van toen af is
dit dorp altijd versterkt geweest. . .’
Ook was S p a a r n d am in het jaar 1787 , toen de Pruissisebe legermagt
in Holland kwam , de laatste plaats van Noord-Holland , tot welke zij
doordrong. Eene bezetting van 380 man beeft er zes weken gelegen,
doch dit heeft er zieh over het algemeen zeer bescheiden gedragen ,
welk gedrag waarsebijnlijk ook veroorzaakt is door de verständige en
heusche wijze, op welke de toenmalige Schout van het dorp den Om-
cier en zijne manschap bij de aankomst ontving.
Den 26 Februarij 1791 stak e r , ’s morgens vroeg, een noordoos-
telijke storm o p , en hield tot den avond aan. Hier door werd het
IJ voor S p a a r n d a m tot 1.18 eil. .en., gedurende eenige uren, tot 1.44
eil. bov en A. P. opgezet. Die hoogte des waters kon op zieh zelve geen,
hinder baren aan eenen dijk , welke, nog in die zelfde maand, een vloed
van 2.28 eil. boven A. P. had moeten keeren ; doch de strekking van
de wallen tusschen de Woerder-, de Kolk- en de Kleine-sluizen j welke
tegen den Noordoosten wind, onbeschermd lagen , stelde hen bloot aan
de volle kracht der golven , die door den feilen wind opgejaagd , den
dijk en de voorliggcnde houten heschoeijingen op het allergeweldigst
heukten. — Hierdoor werden de ondergronden voor de schoeiwerken
losgemaakt, en aanmerkelijk verdiept. In den wal tusschen de Kolken
Woerdersluizen , hoe zeer door diep geheid wel gegordingd paalwerk
verzekerd, geraakte de schoeiplanken voor een groot gedeelte los,
en werden uitgeslagen , de aarde daar achter kolkte ui t , en hoe veel
zorg men daartegen aanwendde , kon men niet beletten , dat te ge-
melder plaatsen , hier meer daar minder , een sleuf in den wal kwam.
Het Rijnlands werkvolk , en den meesten ingezetenen van S p a a r n d a m
gaat den lof n a , ten dien dage aan eenen zwaren , langdurigen en
gevaarlijken arbeid de hand geleend te hebben.
Verschrikkelijk w a s het ongeval, dat de dorpen S pa a r n d am en Spaarn-
w ou de in den .kersstorm van het jaar 1836 trof. Het IJwater, da.
¿¿¿¿»LU
door den Oost-noofdoosten storm tot 2.26 en 2.34 eil, boven A P.
aan de onderscheidene peilschalen te S p a a r n d am was opgezet, be-
schadigde niet alleen den dijk en de walerwerken aldaar, inaar
was vooral hoogst noodlottig voor de aanzienlijke vloot binnenschepen ,
welke voor den wal lag en uit 42 vaartuigen bestond, behalve de groo-
tere en kleinere visschuilen van het dorp. Van deze vloot lagen er
slcchts 14 schepen in de jongst voltooide haven , welke aan de andere
schippers nog niet genoeg bekend was ; de andere 28 schepen
liadden geen. bescherming tegen den geweldigen , en hier in dien graad
zonder voorbeeld zijnden goltslag uit het Noordoosten en Oosten , waar-
door de treurigsle gevolgen ontstonden. Acht schepen werden tegen
de heschoeijingen en sluizen geheel verbrijzeld; drie andere zonken ten
sevolge van bekomene schade en lekkaadje ; een werd op den wal ge-
zet : drie werden zwaar beschadigd en zaten later , met de overigen
zeer gevaarlijk in. het ijs bezet, zoo als ook de vaartuigen in de haven
bezet waren. Van deze laatsten leden een tweetal schepen veel schade,
en werden twee andere op den wal gezet. Van de verbrijzelde schepen
werden de menschen door den ijver der dorpbewoners, gcre.d , behalve
eene vrouw en vier kinderen , die daarbij ongelukkig omkwamen. Zoo
ook een schippersknecht , d ie , bij het aan boord springen, tusschen
het schip en den wal gerakende , een been is afgeslagen , ten gevolge
waarvan bij overleden is ; terwijl W il l e m K o s t e r , een ingezelen der
gemeente, het slaehlofler van zijne hulpvaardigheid is geworden , door-
dien hij insgelijks tusschen het schip en den wal beklemd -geraakte.
Het wapen van S pa a r n d a m is een veld van zilver met drie baarsjes
van goud boven elkander : uit dit wapen zou men mögen besluiten
dat de visscherij, van vroegere tijden a f , een der voornaainste takken
van bestaan der Spaarndammers geweest is. Sommige willen dat het
zilveren wapenveld , weleer het fignur van een ham gehad heeft, eil
dit schijnt bewaarheid te worden door een voorhanden zijnde rijmpje,
hetwelk z e g t:
Drie baarsjes en een ham,
Is het wapen van Sparendam.
SPAARNDAM (DE GROOTE-SLIIJSWAN-), de meest oostclijke der
zeesluizen te Spaarndam, in Kennomgrland, prov. Noord-Holland,
gem. Spaarnwoude, in den zeedijk, met eene dubbele ophaalbrug, waar-
door het Spaarne in .het IJ vloeit en welke ook voor de scheepvaart dient.
Het leggen van deze sluis was aan de stad Haarlen vergund , bij hand-
vest van M a x im il ia a n van O o s t e n r i jr eil M a r ia v an R o b r g o n d ie van lo Februarij
1478; zij werd echter eerst volgens accoord van Rijnland, van
9 April 1866 , gelegd op eene plaats, waar toen eene sluis van minder belang
lag. H ADRIAÜUS J o n iü s (1) schrijft, dat , om het verrotten van de
balkcn en het vervallen van de grondslagen, een der oude sluizen moest
hermaakt worden. Dit gaf aanleiding, dat men in overweging nam , om ze
zoo groot te maken, dat er zware schepen met hunne lasten konden door-
varen en met volle zeilen in de stad Haärletn komen. Dit werk werd
bij velen , als wäre het ondoenlijk , beschimpt. Men ondernam het
echter, in gemeld jaar 1866, met toestemming van Hoofdingelauden
van Rijnland , die voor omlrent een derde deel in de onkosten droegen.
Het vooruitzigt, dal deze sluis zoude worden gelegd en daardoor
meer scheepvaart. en alzöo binnen de stad meer verlier zou ontstaan,
heeft zeer veel bijgepragen , om liet volk ten tijde der beeldslormerij
0 ) Datavia t cap. XYII# pag. *11.