De buurt, aan den Kkiweg, ligt | u. N. van Rotterdam en £ u.J:.
W. van HiUegersberg.
In deze gem. is den 23 Maart 1839 de bliksem in eenen watermolen
geslagen , welke tot den grond is afgebrand.
Het wapen bestaat in een veld van goud , met eene star van azuur.
SCHIEBROER (DROOGGEMAAKTE-POLDER-IN-) , pold. in Schie-
land, prov. Zui(l-Holland, arr. Rotterdam , kant. HiUegersberg, gem.
Schiebroek. zsV'W
Deze pold., tot welks indijking in Augustus 1772 octrooi verleendis
en die in 1779 voltooid was , beslaat, volgens het kadaster, eene
oppervlakte van 338 bund. 32 v. r. 21 v. eil. bouw- en weilanden ,
telt 40 k., waaronder 18 boerderijen en wordt door eene sluis en drie
molens in bet niet drooggemaakte gedeelte van den Berg-en-Broek-
polder , van het overtollige water ontlast. Het polderbestuur bestaat
uit eenen Dijkgraaf en twee Heemraden.
SCHIEDAM, kant., prov. Zuid-Holland, arr. Rotterdam; palende
N. aan het kant. HiUegersberg, 0. aan het kant. Rotterdam, Z. aan
de Maas , W. aan het kant. Vlaardingen.
Dit kant. bevat de volgende 6 gem.: S c h i e d a m , De l i shave n,
Ke the l - en - Spa l a n d , Oud-en-N ieu w - Ma t henes , Nieuw-
l a n d -K o r t e l a n d - e n - ’s Gr ave la nd en Over schi e-en-Hoo-
geban. Het beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van
4609 bund. 16 v. r. 3 v. eil., waarpnder 4363 bund. 94 v. r. 61 v, eil.
belastbaar land. Men telt er 3108 h., bewoond door 4108 huisgez.,
uitmakende eene bevolking van ongeveer 19,300 inw., die meest hun
bestaan vinden in fabrijken, trafijkeu en den Iandhouw.
SCHIEDAM, kerk. ring, prov, Zuid-llolland, klass, van Rotterdam,
bestaande uit de volgende .7 gem.: Sc hi edam, Del f shaven,
Keth e l - S p a la nd-en - N ieu wla n d„, Ma a s l a n d , Maass lui s,
R o z e n b u r g - e n - ß l a n k e n b u r g en Ylaardingen.
Men heeft in dezen ring 9 kerken , welke bediend worden door 13
Predikanten, en telt er 20,000 zielen, onder welke 7100 Ledematen.
SCHIEDAM, gem. in Sohieland, prov. Zuid-Holland, arr. Rotterdam,
kant. Schiedam (23 m. k., 8 s. d. ) ; palende N. aan de gem.
Nieuwland-Korteland-en-’sGraveland , O. aan Oud-en-Nieuw-Mathenes,
Z. aan de Maas, W. aan Vlaardinger-ambachten-Babbers-polder.
Deze gem. bevat de stad S c h i e d a m, benevens de pold. Oost-
F r a n k e n l a n d en We s t - F r a n k e l a n d en daarin eenige verstrooid
liggende huizen , en beslaat, volgens het kadaster , eene oppervlakte
van 324 buud. 90 v. r. 47 v. eil., waaronder 299 bund. 30 v. r.
80 v. eil. belastbaar land. Men telt er 2067 h., bewoond door
2380 huisgez., uitmakende eene bevolking van ongeveer 12,670 inw.
Yan de vroegste tijden a f beslond S chiedam v o o r n a m e l i j k door den
handel. In de vijftiende eeuw was zulks nog het geval, gelijk onder
anderen blijkt uit het voorgevallene te Londen , bij het uitbreken van
den oorlog tusschen F i l i p s , Herlog van Bourgondie, en H en d r ik V I , Ko-
ning van Engeland, ten jare 1433 , als wanneer zieh daar ook verscheidene
ingezetenen van S chiebam om h a n d e l s z a k e n bevanden , die, gelijk de
andere Nederlanders , door de Engelschen uitgeplunderd en gedeellelijk
vermoord werden, tot de Koning hen weder onder zijne bescherming nam.
Voorts werden die van S c b ie d a h , even als die van alle andere steden,
den 11 Augustus 1436 , door den Stadhonder en den Raad van Holland
en Zeeland vermaand, de Zeeuwen , bij het naderen der E n g e l s c h e
vloot, te bulp te komen , waaruit blijkt, dat hier eenige s c h e e p v a a r t
van aanbelang gevoerd werd. Een belangrijk bewljs voor den toen-
maligen handel van S chiedam is nog eene vergunnmg van Komng C h r is to * -
m van Denemarken , aan die van Brielle en S chiedam , om vrijehjk
en veilig te mögen varen op Bergen in Noorwegen en op Koppenha-
" , doch niet op IJsland, waartoe alleen de Amsterdammers vergun-
ninp- hadden. Ook leest men dat de Dordrechtenaars omtrent dezen
tiid een schip uit de haven van S chiedam wegliaalden , dat met aller-
hande artikelen geladen en uit Pruissen gekomenwas, omdat die van
Dordrecht een privilegie van de Graven van Holland bezaten , waarby
alle schepen , van vreemde kooplieden behoorende ende Maas inkomende,
verpligt waren, naar die stad op te zeilen en aldaar to lossen. Ot-
schoon het nu uit dit een en ander duidehjk blijkt, dat men hier m
de vijftiende eeuw eenigen niet onaanzienlijken handel dreel, was die
nogtans van weinig belang bij dien van Dordrecht, en ook reeds by
dien van Rotterdam vergeleken. De opkomst dezer laatste stad be-
nadeelde S chiedam zeer veel, en was oorzaak dat het , volgens de
woorden vän een privilegie van 1463 van Hertog F iu rs , in het midden
der vijftiende eeuw , in korte jaren zeer verarmde , en in getal
van inwoners, koophandel en neringen grootelijks verimnderde.
Doch behalve in den eigenlijken handel vonden de Schiedammers ,
na de vijftiende eeuw , ook eene voorname bron van bestaan in de ha-,
ringvangst, ofschoon deze later hier eerst haren grootsten bloei bereikte.
Immers bij eene ordonnantie van den Raad en de steden van Holland
en Zeeland op het lastgeld van den haring (van den 22 Augustus 1443),
werd ook voor die van S chiedam bepaald, dat zij voor elk last haring
eenen zilveren rijder moesten betalen , tot onderhoud der convooijers ,
die de vloot op zee tegen de vijanden beveiligden.
Op het laatst der zestiende eeuw voeren er \an S chiedam meer dan
honderd schepen ter zee en had de haringvangst aldaar haar hoogste
toppunt van bloei bereikt. De vrouwen breidden netten of spönnen in
de banen : ook had men er onderscheidene tijkwerkers. Destijds dreet
men ook eenen belangrijken handel in hout voor scheepsbouw, hen-
nep, zout, granen, levertraan enz. De zuimgheid en arbeidzaamheid
der Schiedammers gaf stof tot spreekwoorden en schirapnamen , als :
praten en breijen zeggen de Schiedammers; Schiedammertje droogbrood enz.
Later en wel na de zeventiende eeuw , was het bijna uitsluitend de
handel in granen, steenkolen' en gedistilteerd, die aldaar bloeide.
In de zeventiende eeuw, toen men ook van S chiedam ter walvisch-
vangst voer bestonden aldaar onderscheidene traanhuizen en bragt men
den handel in traan tot eene aanzienlijke hoogte ; destijds waren er ook
te S chiedam vele lijnbanen en enkele touwslagerijen.
Voör en in de zeventiende eeuw had men te S chiedam de navolgende
fabriiken en trafijken : als: eenige zoutkeeten (men meent drie), die
met veel voordeel schijnen gewerkt te hebben, alzoo , in bet jaar
1663 een achtste deel in eene der keeten voor de aanzienlijke som van
6100 gulden verkocht word; drie steenbakkerijen, waarvan de laatste,
tegen het einde der vorige eeuw is te niet gegaan; onderscheidene zeepzie-
derijen , van welke er, in 1639 , eene voor 6000 gulden verkocht werd ;
eene pottenbakkerij ; eene tabakspijpmakerij ; eene lakenfabnjk , eenige
lijkfabrijken : eene olieslagerij ; eenige wevenjen ; eene fabrijk yanser-
vetgoed : eene teerstoof; eene plateelbakkerij; eene snuif- en trasmo-
len : twee kopermoiens : eenige papiermolens , waarvan twee tot volmo-
lens en naderhand tot korenmolens ingerigt werden ; onderscheidene
______ _ nnnial lüp.rhmiiweriicn. De ineeste dezer