SCHOUWBROEK of Sciioewenbroek , geh. in de Meijeiij van ’slier*
togenbosck, kw. Peelland, prov. Noord-Braband, Derde distr., arr.,
kant. en £ u. W. ten N. van Eindhoven, gem, en 8 inin. 0 . Z. 0.
van Strijp; nabij de Gender.
SCHOCJWBRUGGE , naam , welken vroeger de dorpelingen gemeen-
lijk gaven aan de bmg, welke te Leyderdorp over den Rijn ligt, uit-
hoofde van de schouw , welke bier in het jaar 1664 door diebrugvcr-
vangen is.
SCHOUWEILER of S c o u w e i l e r , d, in het baljuws. van Luxemburg,
regtsgeb. van KUntzig, grootb. Luxemburg, kw., arr. en 2i
u.Z. W. \ua Luxemburg t kant. e n u . Z. Z. W. van Capellen, gem.
en j u. Z. W. van Dippach. Men tell er 57 li. met 350 inw.
De inw., die allen R. K. zijn , hebben bier eene kerk aan den 11.
S im o n toegewijd , welke tot de par. van Sprinhingen, apost. vie. van
Luxemburg, dek. van Betlemburg, behoort, en door den Pastoor van
Sprinhingen bediend wordt.
SCHOUWEN , in de wandeling veelal het L a n d - v a n - Z i e b ik z e e , gc-
naamd , eil., prov. Zeeland, thans het noordelykste der Zeenwsche
eilanilen. Ten Z. wordt het bespoeld door de Ooster-Schelde, die het
van het eil. Noord-Beveland scheid t , len W. door de Noordzee, ten
N. door het Brouwersbavensche-zeegat en de Greveiingen , door welke
het van het eil. Goedareede-en-Overflakkee gescheiden wordt. Ten
0 . wordt het gedeeltelijk. van Duiveland gescheiden, door het Dijk-
water, gedeeltelijk door de Nieuwe-haven van Zierikzee, ofschoon inen
den pold. Zuidhoek, die onmiddellijk met laatstgenoemde eil. verbou-
den is , ook tot het eil. S c h o o w e n rekent.
Het geheele eiland , doorgaans het L a s d - v a n - S c h o u w e n genaamd , voert
dezen naam van het alleroudste en uitgestrektste deel, hetwelk nog
heden, in onderscheiding van de later aangedijkte polders, in het
hijzonder S c ho u w e n , het L a n d - v a n - Schouwen , en de Polder
- v an- Sc houwe n wordt genoemd en van waar men ook doorgaans
zegt Sen ouw e n -m e t—d e - a n n e x e - p o l d e r s . Deze naam heeft zijnen
oorsprong waarschijnlijk van de rivier de Schelde, welke dit, benc-
vens de andere, oostwaarts gelegene, cilanden van de eilanden Be-
weslen-Schelde afscheidt, len minste de tweeklank ou of au werd
oudlijds veel met al verwisseld en S c h o o w e n heet in het Latijn
S c a l d i a , gelijk de Schelde oudtijds ook den naam van .S c o o d e droeg.
Het ou4e en eigenlijke S c h o o w e n in het bijzonder zoo genaamd, is
zekerlijk een der oudste eilanden van Zeeland. Volgens het geen men
er van vindt aangeteekend is het reeds in den jare 838 een beiwoond
eiland geweest. Wanneer en door wien het eerst bcvolkt zij , kan
met weinig zekerheid gezegd worden.
De gedaante van dit eiland is langwerpig. Aan de zuidzijde heeft
het eenen grooten boezem , de Bog t - v a n - S c h ouwe n genaamd,
waardoor ieder einde veel breeder is dan het midden. Zijne lengte
is van bet Oosten tot het Westen weinig minder dan 4§ nur gaans.
De breedte , van het Zuidcn naar het Noorden , is zeer verschillende,
omlrent van ruim een tot bijna 2 j uur. Aan de west- en gedeeltelijk
aan de noordzijde , wordt bet door aanzienlijke duinen tegen de zeegol-
ten beveiligd, en voorts met dijken voor overslroomingen gedekt.
In de duinen-bouden zieh duizenden van konijnen op, wier vleesch en
veilen een bandel der duinmeijers is. Het strand van de duinen, zieh uit-
slrekkende van den zuid westhock des eilands deZui ddui ne n genaamd ,
eerst noord- en vervolgens oostwaarts op , tot aan den Repart, is lang
ointrent drie en een half uur gaans. De grootsle breedte der duinen van
het dorp Haamstede tot aan het Strand is niet veel-meer dan een half uur,
en naarmate men verder zuid-, noord- of oostwaarts komt , worden zij al-
lengs smaller, tot dat zij weder te niet loopen en metde dijken vereenigd
worden. Voorraaals zijn de duinen veel breeder geweest en hebben verder
zeewaarts in gelegen, maar het afnemen der stranden en bei overwaai-
jen van het duinzand, heeft ze dermate ingekort, dat onderscheidene hof-
steden en landen , niet alleen overzand, maar zelfs ver in zee verdronken
liggen. Het verstuiven der duinen houdt van tijd tot tijd aan , onaange-
zien men zulks, met het stellen van rietschuttingen en het planten van
helmpooten , zorgvuldig tracht te verhoeden. Ten welken einde jaar-
lijks, omtrent het laatst van üctober of in het begin van November ,
eene openbare aanbesteding van de helmpooting , aan- den minst aau-
nemende , wordt gedaan.
Längs den duinkant, van Westen-Schouwen tot' Renesse, vooral
ook onder Ha ams t e d e en längs den Hoog en en Lagen- zoom
is over eene aanmerkelijke uitgestrektheid, zwaar houtgewas , en er zijn
hier zeer aangename oordeni
Op het uitersle punt der duinen , die het eiland S c h o o w e n aan de
westzijde omzoomen-,. vond men lang twee vuurhaarden op het duin
geplaatst, in welke , gedurende de wintermaanden , des nachts door
het branden van steenkolen , twee kustvuren onderhouden werden. In
vroeger tijd , toen de duinen zieh nog veel verder in zee uitstrekten-,
stond aldaar op een der hoogste dier zandheuvels of hillen een stee-
nen vuurtoren. Bij het langzamerhand voortgaande afnemen der duinen
vereischte het moeile en kosten , om dit gebouw te behouden ; doch dit
alles baalte niet, en er bestond gegronde vrees , dat de torea zou
nederstorten , zoodat men het voorzigtigst oordeelde, dien-af te breken.
Meer achterwaarts bouwde men, in plaats daarvan., een honten vuurlo-
ren, die, ih het jaar 1744, tot den grond toe afgebrand zijnde, als
toen vervangen werd door de vuurhaarden>, vuurboeten genoemd (van
het boeten of bijsloken des vuurs), welke tot in het jaar 1859 in de
lange winternachten tot verkenning van S c h o o w e n hebben gediend.
Behalve dat men', door het afnemen van het Strand, deze vuurhaarden
reeds meermalen achterwaarts heeft moeten plaatsen , zoo was ook ove-
rigens deze wijze van kustverliohting zeer gebrekkig en stond te veel achter
bij de voortreffelijke inrigtingen längs onze kosten , b. v. op Terschcl-
ling, Westkapelle, Goedereede en elders, dam dat zulks de aandacht
der Regering niet zou hebben gelrokken, inzonderheid uit hoofdc
van het hooge belang , hetwelk de zeevaart heeft bij eene juiste verkenning
dezer kust, bij het binnenkomen- der zeegaten , in dezen om-
trek, waarom in het jaar 1840' deze haarden vervangen zijn door eenen
kustliohttoren , waarvan wij reeds in ons art. H a am s t e d e eene beschrij-
ving hebben gegeven. In 1846 zijn nog op de duinen geplaatst , aan
de Noordkust van het eiland, längs het ßrouwershavensche-zeegat, niet
fer van Renesse, twee licht-opstanden , tot geleimerken , om dat zeegat
aan te doen. Zij staan nagenoeg W. N. W. ^ W. en 0. Z ö . ( 0 ‘.
(tniswijzend) van elkander. De westelijkste of kleinste is van bout en
voorzien met schermen ; de andere is een steenen toren , hebbende aan
het boveneinde ook schermen. Beiden zullen in den loop van dit jaar
(1847) ontstoken worden.
De zeedijken van dit eiland , inzonderheid aan de zuid- en noordzijde
van S c h o ow e n , zijn zwaar en vereischen een zeer kostbnnr onderhoud.
ß* kramwerken aan deze dyken welke dienen om het wegspcelcn vait