▼an verre niet zigtbaar, zoo dat de uitbarstingen niet belanprijk ae-
weest zijn. ö 0 J 0
Dikwerf hebbcn er aardbevingen op S umatra plaats, raaar zelden
wordt, terwijl zij woeden , eenige verandering in de vuurbergen waar-
genomen , slechts enkele malen roken zij bij die gelegenheid in eenen
sterkeren graa'd, en werpen , volgens geluigenis van Inländers, bijna
nimmer vlammen uit. In 1770 werd er in het distrikt Manna , aan
de Westkust op 4° 30' Z. B., eene zware aardbeving gevoeld, waarbij
een dorp verwoest werd , onderscheidene menschen omkwamen , en de
grond ter lengte van een vierde mijl, ter breedte van twee en ter dieple
van vier vademen openscheurde. Eene soort van jodenlijin vlöeide- uit
den krater , en gedurende eenen geruimen tijd na de uilbarsting , zag
men dat het aardrijk. inkromp en zieh weder uitzette. Onderscheidene
heuvelen in de binnenlanden badden doortogt yerleend aan de
uitgeworpen stoffen, en gedurende drie weken was de Manria-rivier
zoo troebel, dat de inlanders zieh daarin niet konden baden. Ter-
zelfder tijd werd in de nabijheid van de monding der nabij zijnde
rivier de Padang-Goetjie , bezuiden de Manna-rivier, een uitgestrekt
plem gevormd, waar vroeger slechts een smal Strand bcstond. Er
werd eene zoo groote hoeveelheid aarde van de hoogte afgevoerd,
dat het residentiehuis, hetwelk op eenen heuvel stond , door de aan-
aarding 5 eil. lager scheen te staan dan voor deze gebeurlenis.
Volgens gpmaakte opmerkingen zouden de aardbevingeu dikwerf,
na plotselinge veranderingen van het weder en voornamelijk na
zware hitte, op S umatra voorvallen. Zij worden voorafgegaan door
een rommelend geluid, als van veraf zijnde donder. Huisdieren en
tamrne vogels , gevoelig voor die buitengewone beweging, sebijnen
daarbij zeer ontroerd; de laatsten schreeuwen even als of er roof-
vogels naderen. Huizen op eenen lagen zandigen grond lijden het
minst, en die op heuvelen staan het meest door de schokken , en naar
mate de afstand verder van het punt der beweging verwijderd is , des
te grooter is de schudding. De \chepen, welke op de ree ankeren ,
worden , zelfs op eenige mijlen afstand van de k ust, bij die schud-
dingen , hevig geHingerd. Behalve het nieuwe land , dat door bovenge-
melde aardbevingen onlstaat, brengt de zee bij trapsgewijze daling in
sommige gedeelten de zelfde uitwerking te weeg. Het slijk , dat de
rivieren afvaeren , wordt lang de kusten door den vloed en den stroom
der zee teruggedreven en de hierdoor öntstane zandbanken worden in
körten tijd in vast en vruchtbaarland hervormd. Zoo wesd , volgens
de overlevering der inlanders de stad Palembang oorspronkelijk aan
zee , niet ver van den uitloop der Moessie, aangelegd, ofschoon thans
de mond dier rifier 14 mijlen van de stad verwijderd is. Menig voor-
beeld van dien aard, hoezeer niet bijzonder in het oog loopende , is , door
nog in leven zijnde personen , op S umatra opgemerkt. Het schijnt dat de
uithoek, Poe lo e- pu nt genaamd , door zoodanige afvoer, het gevolg
eener aardbeving zijn kan , of door aanspoeling uit zee is gevormd. Volgens
eene nog niet zeer onde overlevering onder de Inlanders, zou dat
punt vroeger een eiland geweest zijn , waarvan het den naam van Poe-
loe (eiland) behouden heeft, en het- meer binnenwaarlsche gedeelte al-
lengs daarmede vereenigd zijn._ Vele omstandigheden verstecken dat
gevoelen , en toonen de waarschijnlijkheid aan , dat het geen oorspron~
kelijk sluk^van het vaste land geweest is. Alle de moerassen en poelen
, die binnen het strand 1iggen , zijn bevonden lager te zijn dai - -------" U U " " 7 " V " ibW U u a
de oppervlakte der zee bij hoog water, en de zandbank alleen kom
t
de overstrooming voor. De kust is niet alleen geheel zonder heuvelen
, maar heeft naauwelijks eene zigtbare helling. Benoorden Padang
is een plein, dat in vroegere tijden klaarblijkelijk eene baai geweest
is j daar men thans op twee honderd eilen van den oever de sporen
van een afhellend strand nog opmerkt. Vreemd is het dat op andere
puuten de zee haar gebied uitbreidt, door het land op sommige plaalsen
aliengskens te doen afnemen. In de nabijheid der rivier Indra Poerö,
op 2“ N. B., en bij lpoe, op 3° 12' Z. B., is de afneming van den
oever zigtbaar , hetgeen voornamelijk aan het gemis van eilandeu in
de nabijheid wordt loegeschreven , waardoor verder noordwaarts de he-
vigbeid der zee getemperd wordt. Omtrent de eilanden, die aan de
AV estkust van S umatra , in de zelfde rigting van dat eiland, liggen
*en waarop men de zelfde voortbrengselen en den zelfden grond als op
S umatra aantreft, vermoedt men, dat zij van dat eiland zijn afgespoeld,
daar men, in de nabijheid der kusten , onderscheidene kleine groepen
van eilanden aantreft, die door den aanslag der zee meer en uiecr
verbrokkeld worden. Vermoedelijk hebben die, welke thans op eenen
aanzienlijken afstand van de kust worden aangetroffen , Vroeger mel het
vaste land vereenigd, landtongen en baaijen gevormd, die gedurende
den loop van vele eeuwen , door het gestadige geweld van den oceaan ,
van lieverlede van gedaante zijn veranderd.
In de binnenlanden van S umatra zijn tusschen de heuvelen onderscheidene
meren , wier ligging, uitgestrektheid en rigting echter weinig
bekend zijn. .De voornaainsten zijn: S i n k a r a , 6890 eil. lang cn
5680 eil. breed ; Danau en het Me e r - b i j - P a s ama n , allen nabij
de linie ; het Me er - in- de -Lam po ngs , aan den Zuidoosthoek ,
■ waaruit de Rivier-van-Toelang-Bawang hären oorsprong neemt; het
Me e r - va n-Kor int j i , bij de vallei van dien naam j het meer
D a n a u - P a u , op twee graden bezuiden de linie, dat een prächtig
gezigt oplevert, zijnde door hooge , steile bergen omringd, die met
wouden bedekt zijn , voorts zijn er nog onderscheidene kleine meren.
Dit bergaebtige eiland heeft ook rivieren en spranken ; doch daar
het gebergte niet verre van de Westkust verwijderd is , zoo vindt men
onder de rivieren, welke ter Westkust in zee slroomen , weinige die eene
aanmerkelijke lengte, diepte of breedte verkrijgen ; ook zijnde meeste
door eene baar of bank voor de zeevaart gesloten. De voornaamste
rivieren op'S umatra zijn : de T oela n g-Boe w a n g , de P a l emb a n g ,
de D j ambi , de I n d r a g i r i , de Siakh en de Ra kan. De minder
belangrijke rivieren aan de Opstknst van S umatra zijn : de Da n e r ,
d eKamp a r , de So e n g e j -Me s d j i d , de Da ha n, de Koeboe,
de Kwal a , de S o e n g e j - B i l a , de Le d on g, de A s a h a n , da
Ba t o c -Bh a r a , de Aj e r - h i t am, de De l i , de B o e lo e -T j i n a ,
de L a n g k a l , d e T a i n i a n g , de Dj o l o e n d e K am a r e e n g .
Aan de Noordkust zijn eenige onbelangrijke spruitjes. Aan de Westkust
zijn de belangrijkste rivieren van het Zuiden naar het Noorden :
de P a d a n g - Goe t j i e , de Be ngkoel en, de Ka t a u n , de Moko-
Moko , de I n d r a p o e r a , de'Taboejong en de Singkel . Behalve
deze zijn er nog meer dan zevenlig rivierljes aan de zelfde kust,
doch zij zijn niet belangrijk genoeg, om er de namen van te kennen.
Er zijn op S umatra , alwaar zoo vele bronnen zijn , onderscheidene
watervallen. Eene merkwaardige stört zieh van de noordzijde des bergs
Poegong neder. Het eiland Manselaar , liggende nabij en beschermende
de baai van Tapponolie levert ook het gezigt van eenen fraaijen wa-
tcrval op , die men uit zee zien kan.