De Makassaien , die dit cdand bezaten , stondcn het aan den Koaing
•van Tanette a f , en van dezen Vorst is het in het bezit der Nederlanders
overgegaan. . . . . n
In het jaar 1773 werd dit eiland door vier en zeventig liegenten
bestunrd , die zieh eenmaal, en wel in de maand October, naar het
fort Rotterdam op Celebes begaven , om aldaar de gebruikelijke hulde
aan de Nederlandsche compagnie te bewijzen, die er eenen koopman
geplaatst hield. Thans bevindt zieh op dit eiland een Nederlandsche
Resident. De naatn S aleyer is die van zekeren visch, die lang en
smal van gedaante en in de wateren, -welke dit eiland bespoelen,
ZCer overvloedig is. Van daar de naam P oeroe-S aeeyer of S aeeyer-
^SALEYER-STRAAT , zeeengte in Oost-lndie, Z. van het Sundasche
eil. Celebes, tusschen de noordpunt van Groot-Saleyer en den hoek van
Biera of Lassoa , op Celebes. „ . . . .. . .
Zij wordt door het Noorder-, het Middel- en het Zuidereiland in
twee vaarwaters verdeeld , dewijl er tusschen het Noorder-eiland en
Celebes als o o k tusschen het Zuider-eiland en S a l ey e r , geen doortogt i s .
Het vaarwater tusschen het Middel- en het Zuider-eiland wordt voor
het veiligste geacht , hoewel ook dat benoorden het Middel-eiland ge-
bruikt wordt, wanneer men kort längs het Middel-eiland, dat steil
uit de diepte oprijst, moet houden.
S traat- S aleyer wordt steeds voor gcvaarlijk gerekend , maar nog
altijd verkozen boven het vaarwater bezuiden Saieyer, dat van wege
de klippen nog veel gevaarlijker to achten is. ‘
SALI, naam, welken de Negers geven aan de koffijplant, W eegeeegen ,
in Nederlands-Guiana, kol. Suriname. Zie W eegeeegen.
SALIA , kaap in Oost-lndie, in den Jrchipel-van-St.-Lazarus , aan
de Zuidkust van het Ambonsebe eil. Boero.
SALIA-VETIIS, Lat. naam van het stadje Oedenzaax, in lwenthe,
prov. Overijssel. Zie Oedenzaäx. ,
SALIBABO , Saxibabo-eixandek of Taxautsche-eixanden ook Meakgi s
genoemd , groep eil. in Oost-lndie , in de Zee-van-Celebes , Z. 0 . van
de Sannir-eilanden r tusschen 3 en 4° N. B. en 143 en 144 0 . L.
Deze eilanden zijn dertien in getal, doch slechts van zeven zijn de
namen bekend, a ls: N o e s sa , K a r o t t a , K a rk a r o t t a ng, het
zuidelijke N o e s s a , K a r h a l a n g , L ir o n g en R a b r o ew a n g ;
vier daarvan zijn bewoond als'S N o e s s a , dat het noordelijkste h g t ,
K a r h a l a n g , Li ro n g en Rabroew ang. De Salibabo-eilanden staan
gedeeltelijk onder de Vorsieh van Sangir en gedeeltelijk onder den
Radja van Sjauw en onder dien van Pangasara of Tagoelande. De
hewoners der twee laatste eilanden zijn nog zeer ruw, hebben geene
kennis van God en gelooven aan eenen geest, dien zij meer vreezen
dan beminnen. In sommige woningen leven twintig huisgezmnen,
schier als het redelooze vee te zamen ; te lui en te dierlijk om den
landbouw te beoefenen of kokosboomen te planten , generen zij zieh
met eene siechte aardvrucht, Foetoe-Eoetoe genaamd, benevens wat
visch. De bevolking dezer eilanden beloopt elf duizend zielen. Zij
staan onder bijzondere Opperhoofden , Kolanos genoemd , van welke zij
lijfeigen zijn, Zij zijn met zwaarden, knodsen en sagaaijen gewapend.
Sommigen achten K a r k a r o tta n g e n d e daaromstreeks gelegene eiland-
jes M e a n g is , Nam osa , K a r o t ta enz. tot de S axibabo- groep te be-
hooren, anderen weder geven aan deze den naam van Me an ge s of
M e h a n g is -c ila n d je ;s .
S A L.
De eilanden ztjn gedecltelyk bergacLlig, goed van walcr voorzien ,
veel rijst, aardappelon , geiten, varkeris en visch voortbrengende. Al-
hoewel de Nedcrlanders deze eilanden nietbezitten , hebben zy er evcnwel
veel invloed. De levensmiddelen zijn er zoo goedköop , dat men er
voor een slecbt mes 300 kokosnoten kan inruilen.
SALIBABO , ook L irong genaamd , eil. in Oostindie , in de zee van
Celebes, tot de groep van Salibabo behoorende. Het is vry wel bewoond
en aan eenen hoogen Tafelberg kenbaar.
SALIBABO-ZEE, naam, welken men veelal geeft aan dat gedeelte
der Z ee van C eeebes , waarin de Salibabo-groep gelegen is.
SALIE , P oeeoe- S alie , eil. in Oost-lndie, in de Jndische-zee, b°
SO' N. B., 123° 42' 0 . L.
SALIELOEBOEDE, ook wel de I I aven van L irong genaamd , d. in
Oost-lndie, op het Molnksche eil. Salibabo, aan de Zuidoostkust.
Het heeft eene reede, met goeden ankergrond. — Er is eene kerk
en school. — Vele gezinnen houden doorgaans hun verblijf in het
zelfdc gebouw, dat in een aantal kleine woningen is afgedeeld, ter-
wijl zij aan de eene zijde in de lengte eene gemcenschappelijke ga-
lerij hebben..
SAL1ERS o£ S aeisciib- F ranke» , eene volkstam , van< welken men geen
gewag gemaakt vindt, zoo lang de naam Cheruskers nog voorkomt,
terwijl de Cheruskers uit de gesekiedenis verdwijnen , zoodra de S aeiers
optreden. Deze laatsten schijnen, eertijds omlrent do rivier de Saale ,
gewoond en van deze hunnen naam ontleend tc hebben , maar het is
nog in geenen deele beslist, of deze rivier de Fränkische- dan wel de
Saksische-Saale geweest zij. Misschien droegen zij dien naam wel naar
de beide genoemde rivieren ; want het is in het geheel niet onwaar-
schijnlijk, dat de Merovingers uit Franken zieh weder vereenigd hadden
met hunne oudere broeders. Immers de Köningen der S aexische
F ranken (later ook de Köningen van alle Franken) behoorden oor-
spronkelijk tot den Merovingischen stam , zooals de Wandalen voort-
gesprolen zijn uit den Astingischen stam. Misschien ook ontving de
Frankiscbe-Saale het eerst hären naam van de Merovingers , tot een
aandenken aan de rivier van den zelfden. naam in het oude vaderland ,
en wegens de zoutbronnen-, welke aan-beide stroomen gevonden worden.
Hoe dit zij , de S aliers , door hunne naburen, de Saksers , om-
streeks 531, uit hunue woonstede verdreven zijnde, sloegen zieh,
op het Eiland der Batavieren neder. Zij kwamen naderhand over de
Maas, op den Romeinschen bodem en zettede zieh in Taxandrie met
der woon neder. Begerig, om deze hunne woningen te behouden ,
zonden zij , in het jaar 338 onzer tijdrekening, Gezanten aan den
Romeinschen Veldheer J orianüs , dien zij nog in de winterlegering
meenden aan te treffen , doch wiens leger reeds tot omtrent Ton-
geren genaderd was. Het verzoek was, dat zij, zieh gerust hou-
dende, door niemand in liunne bezittingen mogten worden gestoord ,
hetwelk Jüeianus en zijn Raad te dubbelzinnig oordeelden , om niet
met gelijke munt betaald te worden, Hij vaardigde dan de Gezanten
met onzekere hoop en geschenken a f , doch zond hun eenig volk ,
onder geleide van S everus , längs den oever der Maas achterna , terwijl
hij , met eene vloot van zes honderd schepen, de Maas afzakte ,
om den vijand in zijn eigen land aan te tasten. De Saliers werden
eerlang, het zij door hem, of door S e v e r u s , of wel door beide', zoo
onverhoeds overvallen, dat zij van verbaasdheid radeloos , eer sme-
kende , dau weerstand biedende , zieh met vrouwen en kinderen , en