S ots, buiten de stad, geene wacht hield, aangezien de wachthuizen
aldaar verbrand en nog geeDe anderen opgerigt waren, toog in Junij
met twaalf houderd man, over het vcrdronken land van Kadzand der-
waarts, en kwam er zonder ontdekt te worden. Graaf Frederik van
den B e r g h bad aangenomen hem met een sterker getal troepen uit
Damme te volgen, en, na het bemagtigen der stad, het beleg te
slaan voor het kasteel. C h a r l e s v a n d e r N o o t , Bevelhebber van S l b i s ,
had de lugt gekregen van eenen aanslag des vijands, en de Bevelheb-
bers der naaste vestingen gewaarschuwd ; doch nooit was hem in den
zin geschoten , dat ieraand zou hebben durven ondernemen de stad
S l c i s , oraringd van zoo vele scbansen en wachthuizen, te bespringen.
De onderneming schcen in het eerst te zullen gelukken. Daar twee val-
bruggen en eene poort , door middel van pelarden, losgesprongen
waren, kreeg de binnenste poort door den slag zulk een gat , dat er
twee man te gelijk door konden. Het was nu geen werk den .wal,
die eene geringe hoogte had, te heklimmen. Van binnen was alles
zorgeloos : de Bevelhebber en de andere Oversten lagen te bed. Maar
deze ongewone stilte verschrikte allereerst den ingekomen vijand, be-
ducht, dat men op zijne luimen lag, om hem te overvallen. Hier
kwam nog bij, dat een gedeelte der vijandelijke Soldaten, gelast, om
aan eenen anderen oord der stad, ter bestemder ure, een looze wa-
penkreet aan te beffen , daarvan in gebrekc gebleven was, doordien
de klok dien nacht niet geslagen had, aangezien het groole uurwerk
der stad bij geval overwonden was. De bespringers, door den schrik
overmand , draalden nu, om door de gemaakte opening in te dringen,
terwijl eenige manschappen der bezetting, door den slag der pelarden
gewekt, half naakt en half gewapend ,. de binnenste poort kwamen
bezetten, en zoo fei op de vijandelijke pieken, die men, bij misslag,
in plaats van musketten , vooraan gezet had, schoten , dat deze terug
weken. Dit wijken vermeerderde den schrik in de -anderen , die, in
groote verbaasdheid, op de brug stonden en elkander al deinzende
verdrongen. V an d e r N o o t , nu ook bij de hand, deed het geschut
dwars over de brug lossen, en veroorzaakte eene vreesselijke slagting
onder de digt opeen gepakte menigte, zoo dat er omtrent vijf hon-
derd sneuvelden. Ook werden e r , in het wederkeeren , nog velen ge-
veld, doordien de bezetlelingen der naaste schansen, van alle kanten
nitgevallen, den vijand in den rüg vielen. Te Stnis werd kort hierna,
tot beveiliging tegen dergelijk gevaar, eene halve maan voor de poort
gelegd.
In het jaar 1621 ondernam D on I n ig o d e B o r g ia , Bevelhebber van
Antwerpen, eenen aanslag op S l b i s , op welke stad, hij längs twee
wegen , aantrok : doch het geschut der naaste sterkten , van den eenen
en de aankomst van eenen hoop Zeeuwsche schutters , - van den anderen
k a n t, en bovenal de zware regen , verijdelden den toeleg.
Vijf jaren later deden de Spanjaarden eenen aanval op de sterkte het
Pas , daar men de stad hield gewonnen te zijn, wanneer die sterkte
beinagtigd was. Doch de onzen waren op hunne hoede. De aanvallers
werden moedig afgeweerd , S p in o l a , die zieh het geheele ja a r , uit
het veld gehouden had, was hier hij tegenwoordig, en zon, indien
de aanslag gelukt was, terstond orde gesteld hebben om S l b i s aan te
tasten. Nu keerde hij onverrigter zake terug.
In April 1690 werd er een heimelijke toeleg ontdekt, om S l b is aan
de Franschen over te leveren, en eenige Zeeuwsche eilanden, ne-
vens Kadzand, onder brandsehatting te brengen, of af te loopen. De
Hoofdbeleider van dezen slinksclien aanslag was J a c o b M a r t in e t , een
Franschmau van kerkomst, en Oud-Schepen te S l b i s . Hy had ook zekere
C o e n e l is R o e l a n d t z . , schipper aldäar, in den aanslag weten m te wikke-
len Daarna zocht hij A n t o n i R e g n a b l t , Franschen Schoolmeester aldaar,
mede in zijn belang over te halen; doch deze gaf er den Bevelhebber der
stad kennis van. M a r t in e t werd betrapt met eenen brief bij zieh aan
den Heer d e L o b v o is , waarin hij over den toeleg handelde, doch deze
brief was door R e g n a b l t geschreven en met M a r t in e t s naam ondertee-
kend: hctwelk deze van hem begeerd had , opdat hij zijn handschrift
daarna zoude kunnen loochenen. R o e l a n d s z . raakte ook in hechtenis.
M a r t in e t en R o e l a n d s z . werden te regt gesteld voor den krijgsraad*
M a r t in e t werd veroordeeld , om geworgd en gevierendeeld , R o e l a n d s z .
om gehangen te worden; welk vonnis, den 16 Mei werd uitgevoerd.
R egnablt , die het stuk uitgebragt had , verwierf een jaargeld van drie
konderd gulden van de Staten.
Sedert al dien tijd , is S l b i s onaangeroerd gebleven , tot den jare 1747,
toen de Fransche Generaal, Grave v a n L ö w e n t h a l , eene on verwachte in-
' val in Staats-Vlaanderen doendö, deze stad het eerst opeisebte , binnen
welke de Kolonei L a m b r e c h t s e , bij afwezigheid van den Gouverneur,
Graaf M a b r it s v a n N a ss a b O b d e r e e r e , het gebied voerde. De krijgsbe-
zetting bestond uit drie , doch zeer onvoltallige bataillons voetvolk, te
zamen evenwel 1600 man uitmakende. Naauwelijks vertoonde zieh de
Franschen voor de stad, of de overgave volgde ; na een beleg van
slechts vijf dagen , den 22 April , zonder dat er nog een schot, anders
dan uit klein geweer , door de vijanden gedaan was. De inundatie met
zoutwater reeds in 1745 , toen de vruchten nog te veld 'stonden , tot
groote schade der ingezetenen , gezet, strekle zieh naar de zijde van
Aardenburg een uur en naar den kant van St.-Anna-ter-Muiden J uur
ver uit. Bij. de overgave werd de bezetting krijgsgevangen gemaakt
en naar Brugge gevoerd , terwijl de burgerij zieh aan de genade van
Frankrijks Koning moest aanbevelen. De gevulde magazijnen werden nu
geledigd, en den burger zooveel geldafgeperst, als maar mogelijk was,
zoodat de stad, ofschoon de gebouwen onbeschadigd bleven , hierdoor, en
nog meer door het stilstaan van den handel, geweldig leed. Dit geval
is daardoor des te merkwaardiger , omdat de Zeeuwen, en vooreerst de
burgers van Veere, uit de zoo schielijke overgave van eene stad, die
door natuur en kunst zoo zeer versterkt was , eenig vermoeden opvat-
tende, dat de zaken niet wel gingen , den derden dag daarna, bij de
Regering aandrongen , om Prins W i l l e h IV, tot Stadhouder, eerst wegen:
hunne stad , en vervolgens wegens de geheele Provincie, te ver-
kiezen, hetwelk hun werkelijk gelukte. De Franschen behielden de
stad, tot in 1749, toen ze , den 28 Januarij , uit kracht van de vrede
te Aken, weder aan den Staat werd terug gegeveu (!)•
In 1786 werd S l b i s in eenen geduchten Staat van tegenweer tegen
de Oostenrijkers gebragt en de inundatie gesteld, het kwam echter tot
geen aanval of belegering, alleen werd het fort St. Donaas bij verras-
sing ingenomen , en dit is bij den vrede aan Oosteurijk gebleven.
Roemrijk en steeds gedenkwaardig is de verdediging van S l b i s tegen
de Franschen , die , in 1794, onder hevel van den Generaal M o r e a b ,
de stad aacvielen en den 4 Augustus opeischten en insloten. Toen
(1) Velo belangrijko bijzeraderheden , omtrent deie schandelijke overgaaf, vindl men in de schoone
kerkelijko redeyoering yan den Predikant Joh an n es BAGELAAb , getiteld: S lo t s in rlaandersn ,
tereien dank- en gedenkdaq eaz,, Dordreoht 1749,