die waterleiding is eene vaste brug gelegd. — In het zelfde jaar is ook
de vroeger bestaan hebbende regterwaterleiding weder in werking gebragt ,
de bij het arsenaal gelegen hebbende sluis uitgebroken en eene geheele
nieuwe gelegd, de koker verwijd en de ontgraving voortgezet van de
sluisface aftotin het hoofdkanaal. Aan de kom, tusschen de schutslui-
zen , is voor ’sRijks rekening eene nette woning gebouwd veor den Ont-
vanger der vaartgelden. Het gebeel dezer werken brengt niet weinig tot
verfraaijihg van deze plaats bij.
Er bestaat te S as-van-G ent wekelijks gelegenheid, om, met eene doelmatig
ingerigte bärge , des Dingsdags van daar naar Nenzen en vice
versa , en des Donderdags naar Gent te varen en van daar den volgenden
dag weder te keeren.
Men telt binnen S as- van-G ent 180 h., bewoond door 210 huisgez.,
uitmakende eene bevolking van ruim 900 zielen. De stad heeft, behalve
eene groote en kleine markt, vijf straten , welke echter bet min aan-
zienlijk gedeelte daarvan uitmaken. De kaaijen längs bet Kanaal met
lindeboomen beplant, leveren daarentegen een fraai gezigt op, niet weinig
verlevendigd door eene gestadige doorvaart van zee- en binnensche-
pen , welke te S as- van-G ent doorgeschut moeten worden , hetgeen , bij
veel bedrijvigheid, ook aan lieden uit de mindere volksklassen nog al
eenig middel van bestaan verschaff.
Er zijn aldaar , behalve de na tehoemen kerken , geene andere gebou-
wen dan het S t a d h u i s , aan de W eslkaai; een, hoewel niet zeer aan-
zienlyk, echter doelmatig ingerigt gebouw, waarvan de toegang längs
eenen dubbelen arduinsteenen trap plaats heeft. Het jaar van stich-
ting, 1648, is in den gevel te zien.
Yroeger had men er zeerfraaije militaire gebouwen , als het Kommas-
deme n t (zijndede woning van den Kommandant der vesting), gestaan
hebbende nahij de sluis en bij gelegenheid van het graven van het Kanaal
m !8 2 6 , afgebroken; een Kru idma g az i jn en een zeer fraai Ar sen
a a l , zijnde naar het ontwerp van den Luilenant Generaal Creutznach,
in 1769, gebouwd, welk Arsenaal, in 1826 met nog andere gebouwen
publiek verkocht en den 14 Februarij 1846 geheel is afgebrand, nadat
daarin ’s jaars te voren. eene door stoom gedreven kurkenfabrijk was
opgerigt. Bovendien waren hier nog onderscheidene andere gebouwen ,.
als een f raai Ho sp i t a a l , hetwelk in tijden van oorlog wel eens tot
een veld-hospitaal is gebruiktgeworden , goede wo n i n g e n v o o r Of-
f icieren, Kasernen, Barakken, Hoofdwacht , Provoos tenz.
De Hervo rmde ke rk Staat aan de oostzijde van het Kanaal. Het
is eene kruiskerk met eene koepelvormige zoldering , prijkende met een
koepeltorentje van slaguurwerk voorzien. De kerk is zonder orgel.. Nadat
de Hervormde gemeente van S as-van-G ent zieh aanvankelijk met een
bekrompen lokaal had moeten behelpen , hetwelk door bouwvalligheid
met vergunning van den Raad van State werd afgebroken , ten einde
het daardoor ontstane plein tot een drilveld in te rigten, verleenden
de Algemeene Staten,. zoo mede de Raad van State, in het begin van
het jaar 1648 , consent tot het stichten van eene nieuwe grootere
kerk, en wel in dat gedeelte der vesting, hetwelk destijds Nieuw-
Ra p e n b u r g werd genoemd , van welk gebouw de eerste steen is gelegd
door den kerkeraad, op den 25 Julij van evengemeld jaar. De Algemeene
Staten verleenden te dien einde, den 27 October 1648, octrooi,
tot verhooging van den impost op wijn en bier voor vijltien aebtereen-
volgende jaren, mitsgaders tot heffing van eenen halven stuiver, op te
brengen door elken passagier, die alhier te water aankwam of afvoer ,
ten einde daar uit goed te maken de intresten der opgenomene kapitalen,
terwijl Prins Wihem I I , in 1649, eene som van duizend gülden, in
contanten, schonk, tot voortzetling van den bouw . zoo mede een kerkglas,
bescbilderd met zijne wapens. Niettegenstaahde, door onderscheidene per-
sonen, belangrijke sommen, op renten , waren voorgeschoten tot den op-
bouw van deze kerk , zoo bleek het echter, dat die niet toereikende tot
de voltooijing waren. Ook de bovenvermelde impositien beantwoord-
den niet aan de verwachting , uitboofde van den minderen doortogt',
dewijl men met Spanje geene overeenkorast had kunnen treffen over
de gelijkstelling der tollen, welke te Sas-van-Gent hooger waren dan te
Ostende ; werwaarts dus de schepen heenvoeren. In deze gesteldheid
besloot men de aanzienlijke kerk- of geestelijke goederen van Aarden-
burg of Oostburg, ingevolgeeen gemotiveerd ädvies door zes kundige regts-
geleerden te ’s Gravenbage, den 14 Julij 1663 , uitgebragt, aan te sppe-
den (1). Met behulp van deze middelen , gelukte het eindelijk , om het
gebouw tot stand te brengen , betwelk echter eerst den 20 Januarij
1658 tot zijne bestemming werd ingewijd (2), ofschoon boven den ingang
bet jaartal 1649 te lezen Staat. De Staten Generaal verleenden , den
1 November 1726, een subsidie in eens van f 2500 en voorts jaarlijks,
tot reparatie en onderhoud van deze, toen reeds bouwvallige, kerk, / '200.
Bij de belegering van Sas-van-Gent door de Franschen , in 1747,
waarvan bierna opzettelijk wordt gehandeld, is dat bedehuis in brand
gSschoten. Daar het alzoo grootendeels verwoest was , werd er tot den
herbouw, in Junij 1749, door geheel Nederland eene algemeene collecte
gedaan ; ten gevolge waarvan dit heiligdom in zijnen tegenwoordigen
loestand hersteld werd , zoo dat de godsdienstoefeningen daarin, den
3 September 1752, door de Waalsche en den 17 dier zelfde maand
door de Nederduitsche gemeente werden hervat; terwijl men, staando
den opbouw dezer kerk, godsdienstig vergaderde in de groote kamer
van het zoogenaamd Kostershuis, thans de Hervormde pastorie, waarvan
men andermaal gebruik maakte, in het jaar 1809 en 1810, toen
de kerk door de Franschen gerequireerd werd voor een militair maga-
zijn. In 1810 echter aan de gemeente teruggegeven zijnde, met drie
honderd franken (141 guld. 75 cents) schadevergoeding, had er nog
eene inzameling van penningen bij de gemeenleleden plaats, om dit
gebouw , door de Franschen aanmerkelijk beschadigd, op nieuw tot
uitoefening van de eeredienst bekwaam te maken. Will,eh I , Koning
der Nederlanden , verleende, in 1821, uit ’s Rijks kas , eene subsidie
van 1400 gülden, tot herstel van meergemeld kerkgebouw; ook werd
de gemeente , tot reparatie van kerk en pastorij , in 1834, uit het
fonds voor noodlijdende kerken , geholpen met 700 gülden, waarbij
door het Rijk 500 gülden zijn gevoegd. Voorts heeft zij in 1859, uit
’s Rijks kas, op nieuw eene subsidie van 1100 gülden en in 1841 eene
som van 460 gülden, uit evengemeld fonds, genoten, waardoor de ker-
kelijke gebouwen thans in eenen redelijk goeden staat en doelmatig
ingerigt zijn. Men vindt boven den ingang van dit bedehuis het in
hardsteen uitgehouwen Statenwapen , door twee leeuwen vastgehouden,
en in de kerk een wel uitgevoerd en goed ouderhouden wapenschild
van Jhr. Jan Fbederik van Bormania, Generaal-Majoor, Kolonel-Kom-
raandant van een hataillon en Kapitein van eene kompagnie Infanterie
in dienst dezer landen, mitsgaders Kommandeur van het Hooge- en
( 1 ) Zie Hunnius , Zceuwsche buize, b l. 15-20 eo b l, 301 en 302*
(2 ) Men vindt dat uitvoerig bij p , de Rue , gelelterd Zeeland , U Druk , b l. 158.