Het aanleggen van dit kanaal is een der werkzaamsta middelen ge-
weest, om de geheele ads. res. Buitenzorg van eene wildernis in eene
der vruchtbaarste en bekoorlijkste landstreken der wereld te herscbep.
pen, terwijl zij daarenboven het afvoeren derprodukten naar de hoofd-
stad Batavia gemakkelijk maakt, en ook hierdoor werkzaamheid , levcn
en welvaart verspreidt.
De eerste aanleiding tot het aanleggen van dit kanaal was zeker be-
sluitder Indische Begering, van den 20 Maart desjaars 1739, waarbij
aan het toemalige dorpshoofd van Kampong-Bahroe, den Demang
M a b t a W o n g s o eene doorgraving uit de rivier Tjiliwong werd toege-
staan, tot besproeijing en vruchtbaarmaking van de Sawah's van
Kampong-Bahroe. Het was de Gouverneur-Generaal v a h Im h o f f , die ,
nadat de Indische Regering het distrikt Buitenzorg tot een buitenver-
blijf voor dezen hoogsten Ambtenaar en zijne opvolgers bestenid had,
het eerst opmerkzaam was op het onberekenbare nut , welke uit de
vergrooting van zulk eene doorgraving moest ontstaan. Op zijn bevel
en aanmoediging werd met het eigenlijke kanaal te Kampong-Bahroe
een aanvang gemaakt, in het jaar 1749 , en in weerwil van zeer groote
moeijelijkheden , werd het vier jaren daarna, tot aan Weltevre-
den voortgezet. Het kanaal had diensvolgens , even als dat van Dnusus
niet oneigcnlijk K a l i - Im h o f f können genoemd worden ; ofschoon de
kosten gezaraenlijk werden goed gemaakt door de landheeren, wier
landen dit kanaal verbeterde en vruchtbaar maakte. Vermits het echter
door de Tjiliwong , aan dit kanaal, medegedeelde water, in de
drooge moesson niet toereikend was, om Batavia genoegzaam daar-
van te voorzien , leidde men eene tweede rivier, de Tji-Kias , in het
kanaal, door middel van eenen dam , die echter bij het begin van
den regentijd overtollig zijnde, jaarlijks moet weggejiroken worden.
Het aanmaken en wegnemen van dezen dam moet door het land-
volk van het naburige Soeka-Radja verrigt worden, en geschiedt een-
voudig doer eene opeenstapeling van groote klipsteenen , waar-
van de tusschenruimten door kleinere steenen en aarde worden opge-
vuld ; welke gebrekkige manier van werken , oorzaak is , dat deze
dämmen , bij elken banjar (plolselinge aanzwelling der rivier) gevaar
loopen van door den snellen stroom uit elkander gerukt te worden
en weg te spoelen. Doch het is moeijelijk eene meer duurzame be-
werking door de inlanders tot stand te brengen , althans bet be-
hoorlijk onderhouden van dit kanaal , zoowel als van de zijdelingsche
waterleidingen tot besproeijing der omliggende rijstvelden , is altijd
een bijzonder voorwerp van zorgvuldig toezigt der Indische Regering
geweest, en werd eerlijds door haar aan het collegie van Heemraden,
en later aan de plaatselijke overheid opgedragen, waarbij het onmid-
dellijk opzigt over het groote kanaal aan een opzettelijk daartoe be-
noemden en daarvoor bezoldigden Landmeter werd toevertrouwd.
De Gouverneur-Generaal D a e h d e l s vormde het ontwerp om het kanaal
van IamoFF , ook in de residentie Buiienzorg bevaarbaar te maken ,
hctwelk door den klipachtigen grond en de menigte van steenbrokken ,
welke door den stroom medegesleept worden, eene zeer njoeijelijke,
zoo niet onuitvoerlijke onderneming is , welke nogtans het reeds ge-
melde nut van dit kanaal, dat nu op deze hoogte alleen door vlotten
getaks bevaren wordt, zeer aanmerkelijk verrneerderen zoude , alzoo
de koffij, in stede van zoo als nu plaats heeft , met bufielkarren
(pedaties), alsdan met praauwen geroakkelijker, spoediger, op eene
minder kostbare en voor den inlander minder drnkkende wjjze zoude
kunnen afgevoerd worden. Te Tji-Loewar was onder het toezigt van
de Heeren T e h c s en v a h d e b P o e l reeds een der daartoe benoodigde
sluiswerken aangelegd, van welke sluizeu, tusschen Buitenzorg en Batavia
, ruim een dertigtal volslrekt noodzakelijk tot bereiking van het
doel werden geacht. Dit groole plan schijnt evenwel voor onuitvoerlijk
gehonden te zijn , alzoo het werk gestaakt en niet wederom hervat is
geworden. De evengemelde sluis, die in 1809 gebouwd was, is in
1818 wederom afgebroken , en de afbraak daarvan tot het aanleggen
van eene nieuwe brug bij Gedoug-Badak gebruikt. Bij de onmogelijk-
heid om dit kanaal, in dit landschap , voor groote praauwen bevaarbaar
te maken, is het ook , voor zoo ver de ads. res. Buitenzorg be-
treft, ontbloot van metselwerk tot beschoeijing gebleven , en men
heeft zieh vergenoegd met aan de bezitters van de landgoederen, welke
daardoor besproeid worden , de verpligting op te leggen , ora de
oevers schoon te houden , en van struiken en allang-allang te zuive-
ren , hetwelk allezins hillijk is, alzoo deze landerijen voornainelyk aan
dit kanaal en aan de daaruit afgeleide wateren hunne vruchtbaarheid
te danken hebben j doch het is er verre af, dat alle landheeren aan
deze billijke verpligting voldoen.
Gedurende het drooge saizoen moeten de greppen of afleidingen ge-
sloten worden gehouden, om aan het water, dat alsdan niet in groote
massa voorhanden is, eenen vrijen loop naar Batavia te laten, ten
einde de onmiddellijke omstreken van die hoofdslad niet aan gebrek
van water ten prooi te laten.
Nadat het groote kanaal of de Kali-Bahroe voltooid was , ontwaarde
men , dat de daarin geniaakte afleiding uit de rivier Tjiliwong deze
laatstgemelde rivier te veel verzwakt , en daardoor zelfs de vaart bij
Batavia benadeeld had. Hierin werd door nieuwe waterwcrken voorzien,
voornamelijk door het graven van een kanaal , waardoor de
Tjidanie een gedeelte van hare wateren aan de Tjiliwong mededeelde.
Deze nieuwe doorgraving neemt eenen aanvang bij het dorp Empang |
in de nabijheid van de hoofdplaats Buitenzorg, en ontlast zieh in de
Tjiliwong, nabij het heerenhuis van het landgoed Gedong-Badak. Het
nut van deze nieuwe waterleiding beeft naderhand door verplaatsing
der koffij-pakhuizen grootendeels opgehouden en het kanaal is daarop
spoedig in verval geraakt, zoodal er thans weinig raeer van aanwezig
is. Doch de Kalie-Bahroe heeft door nieuwe waterleidingen uit de Tji-
dani wederom eene aanwinst van water ontvangen en is en blijft een
onvergetelijk gewrocht van onze vaderlandsche waterbouwkunst, in een
c t’t Waar zu*k een werk met duizend hinderpalen te worstelen had.
-.LOEMA1I, distr. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Sumatra ,
ads. res. Bengkoelen.
SELO-GRIO, tempel in Oost-Indie, op het Sundasche eil. J am ,
resid. Kadoe , ads. resid. Magelang, distr. Bandongan.
eze tempel, welke piramidaal gebouwd is , bevat hoezeer van geringen
omvang , evenwel eenige beeiden en onder deze dat van G e n e s a , en
eei(!Pi<nWen^ee^ me* ac^1*' armen, op eenen liggenden karbouw staande.
oLLOH , d. in Oost-Indie, op het Snndasche eil. Java, resid. Soe-
rakarta. Bij de aardbeving, die den 27 December 1822 eenen aan-
vang nam , werd dit d. door de derwaarts voortgedrevene vulkanische
«itwerpselen in vlam gezet, en hadden eenige inboorlingen zware won-
aen bekomen. u
. SELOH (VALLEI VAN), vallei in Oost-Indie, op het Sundasche
• Java, resid. Soerakarla.