van F roymont hier bcwinil hail gekregen, hot wild in de bosschen
was uitgeroeid, vele boomen, zoo in het park, als rondpm het
huis ) waren afgehouwcn , de stallen in verval gekornen j zoodat dit
kasteel meer dan voor twee duizend gülden aan inkomsten had verloren*
Dan, dit was nog niaar het hegin ; het volgende jaar 1372,
toen Vere het Spaansche juk afwierp , werd op S andenborg Fransch
krijgsvolk gelegerd, zeker om tot eenen voorpost der stad te dienen,
en den vijand van dien kant te verwijderen. Hoedanig die daar huis
hielden , kan men nagenoeg opmaken , dewijl met den aanvang der on-
lusten de kapel van dit kasteel is afgebroken en ten jare 1375 alle de
boeken , rekeningen en andere charteren, in dit kasteel bewaard geweest,
van daar gehaald, en binnen de kerk van Vere gebragt zijn, » alsoo
» de Soldaten de Rekencamer op ’t voorn. Casteel opgebroken hadden.”
Het rooven en verwocsten van boomen en materialen sebeen intusschen
meer en meer toe te nemen , zoodat van wege de stad Vere zelve , tot het
versterken tegen den gemeenen vijand, vele boomen en steenen van dit
huis werden afgevoerd en gebezigd, waarover door den Heer van F roymont,
bij missive van 14 Februarij 1377, aan de Regering dier stad werd
geklaagd , en deswege vergoeding verzocht, waarop, den 18 Maart van
dat zelfde jaar, werd geantwoord , dat men zulks wel niet ontkende,
doch moest iaeschrijven aan de algemeene rampen van den oorlog, en
men zieh in den ultersten nood van zulke, anders ongevvone, middelen
bediend had. Wat de vergoeding betrof, de zware kosten , welke dage-
lijks ter handhaving der pas geborene vrijheid, en tot wering van de dwin-
gelandij moesten worden aangewend , gedöogden zulks niet, Waarom men
verzocht daarvan verschoond te blijven. Dit schijnt bij den Heer van
F roymont weinig ingang te hebhen gevonden, want deze moet zieh
daarna aan het hof van Justitie gewend hebben , waarschijnlijk om
eenige vergoeding te verkrijgen ; hierop deed echter de Regering van
Vere door hären Advokaat, Mr. M aximiluan de P o t t e r e , den 12 November
1384, een berigtschr'rft opmaken, waarnaar hij zieh , in het
verdedigen hunner zaak, voor Commissarissen van den Hove moest ge-
dragen , welk berigtschrift hoofdzakelijk behelsde:
» Dat het huis en kasteel van S andenborg 'door den oorlog zoo ontram-
poneerd was geworden , .dat het niet bewoonbaar zynde, omtrent den jare
1375 by laste zyner Princelyke Excellentie diversche Materialen van
daar waren gehaald en naar Geertruidenberg gevoerd.”
» Dat betzelfde Kasteel daarna geheel verruineerd , en tot eenen Steen-
hoop liggende, by zyne Excellentie en de Staten bevonden was groot-
lyks te prejudicieren aan de zekerheid der Stad Vere alzoo de Vyand,
daarvan meester zynde, ligtlijk de stad konde overvallen en verras-
sehen.” ,
» Dat de Heer van Froymont in allen gevalle in dezen niet tegen
de Magistraat konde handelen, overmits zij daarvan geene Materialen
hadden doen vervoeren , dan bij last van hare Princelyke Excellentie,
die alle dezelve geschonken hadde , tot opmaken van de Boiwerken en
andere Vestingwerken der stad.’
» Dat men considereren moest dat de Voorpoorte van dit^ Huis ,
waarop een dienaar van den Heer van F roymont woonde , de Stad en
hare Vestingwerken zeer hinderlyk was, dat indien die Voorpoorte niet
gesiecht wierd , de Stad en het geheele Land in gevaar zoude komen ,
waarom op de Demolitie daarvan mögt geinsteerd worden enz.”
Wat hiervan de uitslag geweest zij , blijkt niet; dit is zeker , dat
toen W il l em I , Prins van Oranje, doGrondvester van ons gemeenebcst,
•den 29 Juntj 1381, eigenaar van de stad en het markgraafschap van Vere
geworden is , in de koopsvoorwaarde en decreetbrief was gesleld, » soo
* sal den Cooper oock volgen ’t Casteel oft Huys van Sandenburoh met
» aHc syne toebehooren gelyckt nu is , met ten graften, cingelen , ’t Landt
» dat den Boomgaert plach te wesen , Weyden , die Dreve , Hoff, Bleyck-
» velt neffens die Schuters Hoff metten huyse daer op staende, 't Schaaps-
» weyken , die Hoffweyde ende alle anderen alsulcke partyen van Wey-
» den ende Saeylanden beplant ende onbeplant, als wylen die voornoemde
» Heere Marquis aen ende ontrent den voorsz. Casteele , ende sunder-
» linge binnen den districte der Jurisdictie van de voorsz I I J C. gewe-
» ten compelerende ofte mochte competeren, niet uitgesöndert, behoudens
» daer uyt voor den Heere van F rohont als man ende voocht van vrouwe
» L oxse van C roy ’t gebruyek van alsulcke Parceelen als sy sal doen blyc-
» ken by sententie van den grooten Raide hem in qualiteit als boven te
» competeeren , 'tleven van zynen voorsz. huysvrouwe ende langer niet.”
Gevolgelijk was Prins W illem dadelijk met den koop grondeigenaar
van dit kasteel geworden en kon dus over dat gene beschikken , waar-
van de vruchtgebruiker geen voor- öf nadeel te wachten had. Wat te
voren op zijnen last was geschied , moet men aan den nood en ver*
warde omstandigheden van dien tijd toegeven,
Idet verval nam nu hand over hand toe, zoodat G dilliam W asdelaer,
Kastelein en pachter van dit heerlijk goed, ten jare 1583 , genood-
zaakt was zieh, bij requeste, te vervoegen aan Heeren Gecommitteerde
Raden van Zeeland , klagende, hoe hij, door het afbreken , hqlen-en
mennen van het steen van ’t Hof S andendorg,' tot bet opmaken derZan-
dijksche-poort te Vere, groote schade aan beesten en gehuurde^ wei-
landen had geleden, dat men desniettegenstaande hem lastigwiel over
de voldoening der dijk- en waterpenningen , waarvan dit hof van oude
tijden vrij was geweest, verzoekende, bij die vrijdom te worden ge-
handhaafd , welk verzoeksebrift, in handen der Regering van Vere ge-
steld werd , doch men vindt den uitslag hiervan niet aangeteekend,
welke waarschijnlijk günstig is geweest, alzoö nog heden ten dage geene
waterpenningen van de landen , tot dit hof behoorende , worden voldaan.
Aangezien dit goed onbewoonbaar en in verval gekomen was, zal de
verwoesting eerst regt eenen aanvang hebben genomen na het overlijden
van Vrouwe L obise de C roy, wanneer de bosschen geheel zullen uitgeroeid,
de gebouwen , eene prooi van ieder geworden zijnde, waarschijnlijk stuks-
gewijze tot afbraak verkocht , en alles , wat voortijds tot vermaak van
tuinen , wandeldreven , vischrijke vijversen sieraad had gediend , veran-
derd zijn in zaai- en weilanden, welke den Heer Markgraaf een zeker
inkomen en geene lasten aanbragten; zoo gesloopt en ontluisterd, ver-
toonde S andenborg echter nog bij den aanvang der achttiende eeuw yele
bewijzen van hetgeen het eertijds geweest was, tot dat het eindelijk geheel
te niet geraakte.-
Ten jare 17.01 vervöegden zekere A rnoldüs R yck en zijne huisvrouw
A ppolonia H innekens zieh bij requeste aan die van den Raad en re-
kening zijner Koniriklijke Majesteit van Groot-Brittanje, en verzoch-
ten op den grond van dit kasteel te mögen stichten en bouwen zoo-
danige huizingen als tot eene stijfselmakerij en het houdeu van var-
kens noodig .was , op welk verzoek het berigt der Regering van Vere
ingekoinen zijnde, de supplianten is vergund : »te mögen innemen de
eerste parthye van ’t Heerlijk Erfleen of geruineerdc kasteel Zandenburg —
omine daer op te bouwen soodanige huisinge als zij tot stichtinge van
een Styfselmakerye en het houden van Swynen sullen vinden te