16 pondcn Vlaamsch 2 schcllingen , (96 guld. 60 cents) bedrocg. Dat
der opgezetenen zal nimmer zeergroot geweest zijn. Toen m hetjaar
1 5 7 2 de stad Middelburg een opontbodvan 1 8 8 personen uit haar res-
sort deed , om aan de versterking van Arnemuiden te arbeiden moest
S c h e l l a c k daartoe drie man leveren. En toen in bet jaar 1 7 4 8 alle
personen van wat ouderdom of sekse werden opgenomen, tot betaling
van den vijftigsten penning, werden hier bevonden in bet geheel te
wezen 8 7 zielen. Thans telt men er 1 5 h. en 1 1 0 inw.
De molen , welke benoorden de kerk heeft gestaan , nimmer herbouwd
zijnde , maken de opgezetenen gebrnik van den molen te St. Laurens.
Dat S chella ck voorlijds een eigen geregt, bestaande uit bchout en
Schepenen, beeft gebad is ongetwijfeld. Dan deze hadden geen hoog
reirlsgebied : het werd door den Hoog-Baljuw en Rcntmeester-Generaal
Bewester-Schelde gehandhaafd, tot dat deze heerlijkheid, in het jaar
1475 onder bet bekende ressort van Vere gekomen zijnde, die stad
hier het hooge regtsgebied oefende, en in bet burgerlijke is het toen
gebragt onder de lands vierschaar binnen Vere , in welk collegie jaar-
lijks, door de Regering dier stad, een uit de opgezetenen van S chellach
tot Keurschepen op nicuws werd aangesteld of gecontinueerd naar welgevallem
^ te t e(jej geslacht van S chellach de oudsle bezitters
dezer heerlijkheid zijn geweest. De oudste Heer van S c h e l l a c h
die men vermeld vindt, was A e b n o h t , die in het jaar 135b ge-
tuige was over eenen brief, waarbij W i l l e m Rape van Oostkapelle ,
zekere pedeelten ambachts in Oostkapelle , aan den Abt en het convent
van het Vrouweklooster in Middelburg heeft verkocht en aistaat.
Voorts vindt men van dit geslacht vermeld , zonder te bepalen, ot
zii al of niet bezitters dezer heerlijkheid zijn geweest, J an H e n d r ik s -
zoon van S ch e l la ch , die op den l7Maart 1424, door den Hertog van
Braband zijne voorspraak in het land van Zeeland werd gemaakt,
op eene wedde van 24 nobelen (96 guld.) en eenen rok sjaars.
ln het jaar 1474 leefde H en d r ik en J an van S chbllach gebroeders,
„ die met B oudin van N is pen ter cause van Jonkvrouw J acob zijn Wiue
» roerende van de besterfte van P ie t e r van S c h e l ia c h voorsz. H en d b ik
» en J ans broeder, een Comporis aangingen” , waarbij zij hun onder-
ling verschil aan de uitspraak van goede mannen stelden. In hetjaar
1490 leefde P ie t e b van S che l la ch , wiens zegel was d’argenta 7 coquil-
les de guenles, 3 , 3 et 1 ; au chef d’or, charge d’un lion de sable,
(d. i. van zilver met Zeven St. Jacobsschelpen van keel; geplaatst d n e ,
drie en een ; met een hoofd van goud, beladen met eenen leeuw van sa-
bel). Het helmdeksel was een half te voorschijn körnende (issant) leeuw.
In het jaar 1562 leefde te V-ere M agdalena A dria en s van S c h e l ia c h ,
benevens hare brocders A d r ia en van S ch e l la ck en J an van S c h e l ia c h .
Jonkvrouwc A d r ia n a van S chellack was ten jare 1571 in huwelijk met
A n t h o in e P aulles , Baljuw van debosschaadjen van Halle. Dit alles zijnde,
wat men van het geslacht der S chellachs heeft kunnen opspeuren,
weet men zoo min wanneer het een einde heeft genoraen , als hoeofwan-
neer deze heerlijkheid van ben is vervreemd , dit is zeker , dat zij het
patrimonium van eenen basterdtak van den huize van B o r s se le , die onder
den naam van B o r s s e l e van S c h e l ia c h of van L at erdal e bekend was,
heeft uitgeinaakt. .
De laatste bezitler dezer heerlijkheid en ook het laatste mannelijk oir
van evengemelden basterdtak van B o r s s e l e , was Heer M a ximiliaan van
B o r s se l e van L a t e r d a l e . In het jaar 1577 zonder kmderen overleden
zijnde, verzuimde die z i j n e r e r f g e n a m e n , welke uiljaiijdig waren deze
h erlijLheidte verhelfen, w a a r d o o r zij i n den boezem J r Grafelokheid
wederkeerde, en van wegen ’s Lands Staten m
met andere vervallen ambachten , tienden en landen ^verkocht. Zij
werd ter grootte als hiervoreu is vermeld, met de gronden van 200 .
(15 v.r.) scliotbaar land, in den Molenblok daar de molen op plagt te
staan treveild daarvan bleefkooper voor de stad Middelburg de Bur-
gemee’ster J ohan V eth , voor 567 ponden Vlaamsch (3402 guld.), waar-
van Heeren Gecommitteerde Raden brieven van verly hebben gegeyen , op
naam van gemelden Heer J ohan V e t h , met Ambachts Hecht en de
Ambachts gevolge, ende voorts al dat den vporsz. Ambachte toebe-
hoort ende schuldichis tevolgen, in dato 16 Januar.j 1604 , tegen welke
breede extensie in den verleidbrief die van Vere hebben geprotesteerd ,
dat ingevalle in tyden en wylen uit cragte van dese breede extensie
jeaens hare gerechtigheyt daer van sy niet en verstaan te sulle wycken
yetwes werde gepretendeert ende dat het Laut van Zeelanl daer door zoude
mögen comen in eenige schade, dat sy willen ontledicht ende onschul
dich syn in alle ’t voorsz., versandende dat haerprotestatie werde aan-
geteelcend en hen daer van Acte gegeven naar behoeven. _
De stad Middelburg bleef hier van in het bezit tot het jaar IbSO,
wanneer zij deze heerlijkheid verkocht aan den H e e r H en d r ik B oodaen
C ourten , aan wiens geslacht en nazaten, dit goed nog behoort, wor-
dende thans bezeten bij den Heer B oüdaen van d e r M eülen , woonachtig
te Amsterdam. , ,
De zoogeuaamde Veerscbe watergang en de straatweg , tusschen de
steden Middelburg en Vere, doorsnijden dit ambacht, binnen welke
ook twee vliedbergen of terpen gevonden worden , welke ten bewij e
strekken hoe deze streek lands zelfs voor de bedijking van Walcheren
bevolkt is geweest , en voor de hooge zeevloeden te vreezen had.
Het wapen dezer heerlijkheid , zoo als S m a l l e g a n g e het in zijne wa-
penkaart der landen en heerlijkheden Bewesten-Sch,dde opgeeft kom
niet overeen met hetgeen men hier voren (bl. 152) gesteld heeft, dat
P i e t e r v a n S c h e l i a c h , die in het jaar 1490 leefde , heeft gevoerd . nog
minder met hetgeen S h a l l e g a n g b in zijne kromjk in de plaat van b cH E i-
LACH OD bladz. 662 heeft gesteld , waardoor er twijfel ontslaat, welke het
e i g e n l i j k e wapenschild is geweest, waarvan het geregt dezer heerlijkheid
zieh oudtijds, ter bekrachtiging zijner publieke acten , bediend hee .
SCHELLÄCH (HET IIUIS-TE-), voorm. buit., op het eil .Walcheren,
prov. Zeeland, arr.^ kant. en i u. N. W. van^ Middelburg, gem.
Vrouwe-polder-Zandijk-Buiten-en-Schellach, u. Z. O. van Vrouwen-
^D itb u it. is in de laatste helft der vorige eeuw gesloopt. Ter plaatse ,
waar het gestaan heeft, ziet men thans eene boerdenj. Ue daartoe
behoord hebbende gronden , beslaande eene oppervlakte van 37 bund.
85 v. r. 88 v. eil., worden thans in eigendom bezeten door de erven
van den Heer P ie t e r J ohan B od daert , woonachtig te Middelburg.
SCHELLE, geh. in Zalland, prov. Overijssel, arr., kant. en a u.
Z. van Zwolle, gem. Zwollerkarspel. , Q.
Door den hevigen watervloed van Februarij 1799 en in 1825 is d.t
geh. geheel onder geloopen.
SCHELLENBERG, buit. in Zalland, prov. Overijssel, arr., kant.
en i u. Z. van Zwolle, gem. Zwollerkarspel, in het geh. Schelle.
SCHELLINCKWOUDE, d. in Wuterland, prov. Noord-Holland.
Zi« SCHELLINGWOUDE.