zonder dat men da natuur daarbij is te bulp gekomen , ligt in dee
stroom , betend onder den naam van Noorman , die zeer dièp in het
Eriesche-gat uitloopt, en zal , door het dooden van dezen stroom, de
vermindering van het eiland door afspoeling voorkomen.
De dijkcn op dit .eiland zijn van buiteo- hevestigd dnnr erne dnbhelc
r ij overeinrUl-ariindo plonken--,- langt welke b a llte n i liggen-y. .die ondcrstcund
diik niaan
de-binnon aijdc glooijend-.af.— D e z e
y un
-L o s t har
/L a*s z0° ve*e anl^eren> ’n ^iet j aar .i^ P ,e «wak bevonden/I In
den avond van den 5 Februarij steeg aldaar het zeewater met zulk cenc
snelheid , dat het te zeven ure twee palmcn hooger was, dan bij den
hoopsten vloed in de maand November des vorigen jaars. Nu ontdekte
men reeds in het dorp den geweldigen aandrang van het vloedwater,
dat over den dijk henenstortte , waardoor elk , die op den eersten aan-
val lag, met zijn gezin de vlugt natn , en , zoo veel hij kon , zijn vee ;
op de hoogten trachtte te bergen ; hetgeen hun ook gelukte. Daarna
werd de wind heviger en he,t weder onsluimiger,, zoodat het water, tot
den hoogsten stand gekomen, meer dan eene el hoög over de dijken,
welke de landen omringden , sloeg, na zieh door de zuiderduinen met f
geweldigen golfslag eenen doorlogt gebaand, en die hier en daar geheel
weggescheurd te hebben. Yele boerenhuizen , sch.nren en andere gebou-
wen werden besehadigd en de landen met zand als geheel overdekt;.
het hooi en koren spoelden weg en al de levensvoorraad werd bedorven.
Toen de Engelscheu in 1799 in Noord-IIolland geland waren , kwam
er een Engelsch korvet van twintig stukken , eene brik van achltien
en twee kotters van twaalfstukken het Friesche-gat binnen werken,
terwijl voor het gat nog twee vijandelijke fregalten ten anker lagen.
De aldaar geposteerd liggende ßataafsche brik ihe Crash, onder bevel
van den Luitenant B i i b e l , raakte slaags met de kotters, welke hem
het eerste naderden , vervolgens met de brik, en eindelijk ook met de
korvetten : houdende de vijand hem gestadig tusschen drie vuren. Na
eenen dapperen en hardnekkigen tegenweer, zag men de ßataafsche
vlag strijken , bebbende intusschen de kanonneer-galei , de 1Feerwraak ,
onder S c h i e rm o n n ik o o g de wijk genomen. Dan aldaar zag deze zieh
mede, op den 14 Augustus , door eene vijandelijke brik, een kotter
en negen gewapendo barkassen , sloepen en andere vaartuigen aangetast.
De Kommandant dezer galei , de eerste Luitenant v a n M a a r e n , met
reden beducht, voor zulk eene overmagt te zullen moeten bezwijken ,
besloot zijn vaartuig, liever dan het in banden der vijanden te zien
vallen des noods in brand te steken. Hij schoot ten dien einde zoo
lang mogelijk met zijne voorste stukken ; zond zijne geheele equipagie,
drie man uitgenomen, naar wal, en op den oogenblik, dat de vijandelijke
brik hem de volle laag gaf en de voorschreven vaartuigen al varende
tot op een snaphaanschoot genaderd waren , gelnkte het hem , al vech-
tende bet zoo verre te brengen , dat de vlam het voorluik der galerij
uitbarsllc , wanncer de vijandelijke sloepen , welke reeds zoo goed als
aan boord waren, op het zien van rook en vlam, met allen mogelijken
spoed afhielden ; waardoor, behalve dat ten minste het nemen der
galei belet werd , ook tevens de Luitenant en zijne drie manschappen ,
ofschoon onder eene hagelbui van kogels , gelegenheid kregen , om met
de jol naar land te wijken, alwaar zij ook behouden aankwamen.
Den 1 5 Augustus vertoonden zieh te S c h i e rm o n n ik o o g versebeidene
Engelsche oorlogsebepsn , welke eenige gewapende en sterk hemande
vaartuigen naar wal zonden. De verdediging van dit eiland bestond
ail op strand geplaatste vcldstukjes en een detachement van zes en
twintig man , onder bevel van den Luitenant B r o e r s , Door het bevig
vnur hetwelk de vijand , zoo uit de sloepen als uit een zwaargewa-
pend brikschip, op het vlakke strand maakte, was deze manschap
verpligt naar bet dorp de wijk te nemen , hetwelk zij echter niel deed ,
dan na de beide stukken vernageld te hebben, daar het onmogelijk
was, die te redden , wijl zij , die^ de paarden met de voorwagens be-
waarden, lafhartig o fverraderlijk gevlugt waren. De Engelschen toen
aan land gekomen , maakten zieh van deze stukjes meester, welke
zij vervolgens met zieh voerden , na twee uren lang vruchteloos op de
onzen gevnurd te hebben , w'ier moed en wel gekozene Stelling het dorp
behield. Het gedrag der ingezetenen was overeenkomstig hunne denk-
wijze ; eenigen wilden met den vijand capiluleren , hetwelk door de
braafbeid van den Officier en zijne manschap belel werd , met te verklären
: veel liever het geheele dorp in brand te zullen steken, dan te
dulden, dat men het overgave of capituleerde. Ongelukkiglijk kon
deze kordaatheid geene bulp toebrengen aan de wcerlooze ßataafsche
vaartuigen in de haven; negen tjalken , door het volk verlalen , werden
doo'r de Engelschen mede gevoerd en een tiende door hen in brand
geschoten , terwijl twee anderen nog bij tijds ontkomen waren.
Het wapen van S c u i e rm o s n ik o o g bestaat uit een veld van zilver .
met eene barrevoeter monnik houdende eene rozenkrans in zijne regterhand.
.
SCHIERMONN1KOOG, voorm. landh., prov. I<nesland, kw. Ooster-
m)0, griet. Uantumadeel, arr. en 3 u. 0. N. 0 . van Leeuwarden,
kant. en u. Z. Z. W. van Dockum , i u. Z. W. van Feenwouden,
waartoe zij behoorde.
SCI1IERSL00T (DE), water, prov. Friesland, kw. Oostergoo, grict.
Dantumadeel' in de Ltiszijnen oorsprong nemende en met eene zuid-
zuidoostelijke strekking naar de 11 outen-wielen loopende.
SCHIERSTINS , stins, prov. Friesland,, kw. Oostergoo, griet. Dan-
tnmadeel, arr. en 3£ u. 0. N. 0 . van Leeuwarden, karrt, en 2 u.
I. ten W. van Dockum, in Feenwouden.
Deze stins, welke vroeger aan het Klaarkarapster-klooster behoorde en
een lusthof der Abten van dit klooster was , heeft-fraaijc plantsoenen.
Laatstelijk is zij bewoond en verbouwd door wijlen den Heer T. F e e n s t r a ,
Burgemeester van Leeuwarden.
SCH1ETEK0VEN , geh. in het Land-van-Overmaas, prov. Limburg,
dislr. arr. en 2-1 u. N. ten 0. van Maastricht, kant. en 1 u. N. van
Meerssen, gem. en 20 min. Z. W. van Ulestraeten; met 14 b. en
I ongeveer 60 inw.
SCH1ETH0EK of V i e r d e - p o l d e r , pold. in den Biesbosch , prov. Noord-
flraband y Tweede dislr., arr. ’s flevtogcnbosch y kant. TIeusden} gem.
Bussen- M unster-en-M uitkerk ; palende IS. aan den Nat hals-pold er ? 0 . aan
den Nieuw-Dussensche of ¿uid Hollandsche-polder , Z. aan den grooten
'veg No. 3 , W. aan den groole Kure-polder.
Deze pold. beslaat, mel de kade , volgens het kadaster, eene opper-
vlakte van 24 bund. 38 v. r. 70 v. eil.^ waaronder 22 bund. 71 v. r.
80 v. eil. sebotbaar land , zijnde liet oyerige -g-edeelte ter grootle van
1 bund. 66 v. r. 90 v. eil. wilgebosch. Zij heeft eene steenen sluis
in de kade , tusschen dezen polder en Nathals, wijd een el ? voorzien
van eene schuif. In de kade, aan den zuidwesthoek van dezen polder,
ligt een houten duiker, wijd 0,30 eil., voorzien met eene klep,