IHK
deze werd later door eene kamer en eindelijk in 1823 door een nieiiw
schoolgebouw vervangen.
Het wapen der gem. Stellendam is een veld van nznur, met een
zWaan van zilver, gebekt van keel, zwemmende op eene zce , gegolfd
van zes stukkcn van zilver eri sinopel.
STELLENDIJK , voorm. bnit., thans eene boerdcrij , in Delfland ,
prov. Zuid-Holland, arr. en 4 | u. Z. van ’s Gravenharje, kant. en j u.
W. van Naaldwijk, gem . ’s Gravezande-en-Zand-ambacht.
STELLENDIJK of S t e l s e n d i j k , dijk op het eil. Zuid-Bcveland, prov.
Zeeland, welke ten Noorden längs de Stelle-polders in de gem. Nisse
en Baarland-en-Bakendorp loopt.
STELLE-POLDER, pold. op het eil. Zuid-Beveland, prov. Zeeland,
arr. Goes, kant. en gem. Heinkenszand; palende N. aan den Oude-
Nieuwland-polder , O. aan den Noord-Sak-polder , Z. aan den Noord-
land-polder , W. aan den Oude-Craijert-polder.
STELLE-POLDER (DE BAARLAND-), pold. op het e\\> Zuid-Beve-
land, prov. Zeeland, arr. Goes, kant. Heinkenszand, gem. Baarland-en-
Bakendorp; palende N. aan den Kruiningen-polder en den Hugo-polder,
O. aan den Nieuw-Baarland-polder, Z. 0 . aan den Quitskost-polder,
Z. aan den Molen-polder, W. aan den Sak-polder en den Nisse-Stellepolder.
STELLE-POLDER (DE HOLLE-) en DE NISSE-STELLE-POLDER,
twee pold. op het eil. Zuid-Beveland, prov. Zeeland. Zie H o l l e - S t e l l e -
p o l d e r en N i s s e - S t e l l k - p o l d e r .
STELLINGWERF, o u d t i j d s S t a l l i n g w e e r , v o o r m . l a n d s . , p r o v . Friesland.
Het was gelegen waarschijnlijk in dat gedeelte van Friesland , het-
welk in overoude tijden het gewijde woud van de Godin Baduhenna be-
sloeg, en uithoofde van de beiligheid der plaats onbewoond was. K a r e l
de Groote, Friesland overheerd -hebbende , deed op nieuw de afgoden-
dienst aldaar uitroeijen en het Christen-geloof, hetgeen zij eerst om-
helsd, doch naderhand verzaakt hadden , weder invoeren. Dit bekee-
ringswerk ging eqhter niet geraakkelijk toe. Waar overtuiging te kort
schoot, werden zwaarden en vervolgingen te baatgenomen. Het is zeer
ligt te begrijpen , tot welk eene hoogte, door dusdanige handelwijze , de
ongelukkige Friesche natie, die te geener tijde zeer buigzaam was,
verbitterd of ter nedergeslagen werd; velen hunner trachtten die on-
menschelijke vervolgingen te ontvlugten en zöchten schnilplaatsen in
de onbewoonde bosschen. Een gedeelte van de vlugtelingen weken in
het bosch van B a d u h e n n a , bouwden hier woonsteden en maakten zieh
akkers, ten einde middelen van beslaan te vinden ; zij bleven de voor-
onderlijke godsdienst aankleven en het was eerst ten tijde van L o d b -
wijk den Vrome, dat zij tot het Christelijk geloof gebragt werden.
Deze natie schijnt genoegzaam op zieh zelvcn bestaan en met de
overige Friezen weinig gemeens gehad te hebben , ten minste het blijkt.
niet, dat zij immer in hunne onlusten , die zij , gedurende meer dan drie
eeuwen, met de (Jtrechtsche Bisschoppen gehad hebben, door de overige
Friezen zijn bijgestaan geworden ; hetwelk dan ook voor hen dit nood-
lottig gevolg had, dat zij eindelijk voor de Bisschoppelijke magt hebben
moeten onderdoen.
Zij bewoonden die streken , welke nn de grietenijen St el l ingwcr f -
We st e i nde , S t e l l i n gwer f - O o s t e i n d e en S c h o l e r l a n d be-
slaan, benevens S t e e n w ij ke rwol d , Gi c t h o or n , Voll en ho ve, de
Kui n r e , Paas lo en U s s e lb a ni , in welk laatstgenoemd distrikt,
de Stellingwervers hnnne hooilanden bezaten. De zes laalste distrikten
zijn echter naderhand , zoo door oorlogen , als door overeenkom&t, aan
Overijssel overgegaan.
S t e l l i n g w e r f e n.Sc h ot e rwe r f o f Schoter l and behielden hnnne
vrijheid, hoewel, om die te behouden, tusschen hen en den Utrechtschen
Bisschop, groote veldslagen geleverd zijn , en de zoogenoerade Friesche
Broek , gelegen in het Westen van S t e l l i n g w e r f door genoeraden ßis-
schop daarvan is afgenomen.
De ingezetenen van S t e l l i n g w e r f hadden oudtijds een bijzonder be-
stuur: de drie Stellingen genaamd , hetwelk elk jaar veranderde en bij
werving verviel op die plaatsen , welke daartoe bij voorkeur gereg-
ligd waren. Deze regeringsvorm heeft stand gehouden tot op de komst
van den Hertog van Sasen, welke S t e l l i n g w e r f in eene grietenij
hervormde. Vervolgens ishet onder de ßourgondische overheersching in
twee grietenijen verdeeld , en het eene Oos teinde het andere We s t T
einde genoemd , en tpen ook bij de Zevenwouden gevoegd.
Het wapen der beide grietenijen draagt nog bewijzen van vorige ver-
eeniging.
STELLINGWERF-OOSTEINDE, griet., prov. Friesland, kw. Zevenwouden
, arr. Ileerenveen, kant. Oldeberkoop (3 k. d., 10 m. k.,
6 s. d.); palende N. W. aan de griet. Scholerland, N. aan Opster-
land, 0. aan de prov. Drenthe, Z. aan de prov. Drenthe en Overijssel,
Vf. aan Stellingwerf-Westeinde.
Om de grensscheiding tusschen deze griet. en de *prov. Drenthe te
bepalen en dus eenige geschillen , die somtijds voorvielen , te voorko-
men, begon men in 1733 eene nieuwe sloot of greppel te graven, en
in 1737 was die geheel gereed.
Deze griet., welke van het W. naar het 0 . 3 u. lang en van het
N. naar het Z. 4 u. breed is , bevat de volgende acht dorpen : O ld e be r koop,
alwaar het grietenijhuis Staat, Ni jeberkoop, Ma k k i n g a ,
Elsloo, Appel scha, Donk e r b r o e k , Haul een Oosterwolde.
Zij beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakle van 22,324 bund.
30 v. r. 33 v. eil., waaronder 22,383 bund. 64 v. r. 82 v. eil. belast-
baar land. Men telt er 933 h., bewoond door 963 huisgez., uitmakende
eene bevolking van ruim 3600 inw., die meest in landbouw en veeteelt
hon bestaan vinden. Ook heeft men er eene looijerij en vier korenmolens.
Deze griet. bevat veelal eenen hoogen zandigen grond, die hier en
daar, veelal nabij de dorpen, tot wei-en bouwlanden aangelegd, elders
niet geboomte beplant zijn, welk plantsoen , zoowcl als de landerijen,
de bezitters goede winsten oplevert. In het zuidoostelijke gedeelte der
grietenij vindt men eene harde zandige beide, met zandduinen, die,
ofschoon niet zeer hoog, nogthans bij het landvolk al dikwijls de Ap-
pelscher Zandbe r ge n genaamd worden, naar het dorp, waartoe
zij behooren.
Wegens gebrek aan water vindt men hier weinig riviervisch , doch
daarentegen heeft men er overvloed van allerlei gevogelte en wild.
De Herv., die er 3330 in get,al zijn, onder welke 730 Ledematcn ,
maken de vijf volgende gem. uit: 01 deherkoop-en-N i j eher koop,
Makkinga - E l s l o o - e n - Lan g e d i j k , Oo st erwol de- en- Foch-
‘elo, Appel scha en Don ke rbr oe k- e n-Ha u le , die 8 kerken
hebben , welke door 3 Predikanten en eenen Adjunct hediend worden.
De 2 Evang. Luth., die er wonen, behooren tot de gem. van Leeu-
w<irden. — De 11 Doopsgez., die men er aantreft, worden tot de gem.
van Gorredijk gerekend. — De R. K., die er 40 in.gctal zijn , behooren