der plaats en daardoor werden 22 raet pannen gedekte opstallen en twee
bamboezen huizen in de asch gelegd.
SOERABAYA (DE), riv. in Oost-Indie, in het Sundasche eil. Java.
resid. Soerahaya.
Het is dat gedeelte T a n de Kederie, hetwelk bij Soerabaya in de Zee-
van-Java uitloopt.
SOERABAYA (DE REEDE-VAN-), reede in Oost-Indie, aan de
Noordkust van bet Sundasche eil. Java. — Het is eene zeer veilige
ankerplaats.
SOERA-DJAYA , bosch in Oost-Indie, in bet Sundasche, eil Java,
resid. Tagah ,
SOERAKARTA , resid. in Oost-Indie, op h e t Sundasche eil. Java;
tusschen T 8' en 8° 8 ' Z. B. en 128° 6 ' en 129“ 9 ' 0 . L .j palende
H. W. en N. aan de resid. Samarang , 0 . aan de resid. Madiein , Z. en
Z. W .'a a n de resid. Djocjokarta , W. aan de resid. Kadoe.
Deze resid. laat zieh het gevoeglijkste verdeelen in een Oost- , een
W e s t- , een No o rd -, een Zuid- en een Middel-gedeelte, waarvan het
eerstgemelde het landschap S o e k a w a11 ie , het Westelijk en Zuide-
l i j k P a d j a n g , en het Noordelijk en Middelgedeelte P a d j a n g e n
een ander deel van S o e k aw a t t i e bevatten. • ln de binnenlanden heeft
men .d e reg. k l a t t e n , B o v o l a l i e e n S o k owi n a n g o n . De voornaamste
plaatsen dozer residentiezijn : S o e r a k a r t a of S o l o , KIat-
t e n en S e llo .
Uit de verschillende gebergten in deze resid. störten een aantal ri-
vieren in de vallei n e d e r, welke alle voor den landbouw nultig , maar
de S o lo alleen uitgezonderd, voor vaartuigen ontoegankelijk zijn.
De D e n k i n g , d e N g l o e s a h , de G o e n d a n g , de Mc r b o en g ,
de K a r a n g w o e n i -N o n g o , de N g l a d j o e n , de D j e b a l , de
S a n g o o n g , e n d e D j e i n i s in het P a d j a n g s c h e , en de Sa-
mi n , de S r o y o , d e G r om p o l , de Mo n g k o o n g , de Bo n romo,
de K e d o o n g , de B a n t i n g , de S e r a n g en de Ng a r i b o y o ,
welke genoegzaam alle in de Solo uitloopen, worden voor de voor-
naamste gehouden. Voorts vindt men hier nog de Oe p a k . Alle
deze bergstroomen zijn in den oostmoesson bijna droog , doch levereo
in den regenlijd eenen overvloed van water op. Van de meren welke
men hier aantreft , zijn die van T e l o g o - p i e n i a n , T e n t i n g ,
K l e g a n , Mo dj o r o ^ o en K a r t o e s o no , in bet P a d j a n gscke,
en die van N g l a n s o n , P e d a u g a n en D j e m b a n g a n in het
S o e k o w a t i e s c h e gelegen , doch «geen van alle van aanmerkelijke
uitgestrektheid. Onder de bro n n en , aan welke dit gewest zeer rijk
is , zijn die van K a p o e r a n , P l o e m i n g , K a r a n g - G em i n g , S e -
k a r , N g o e p i t , D e r e n , D j o l o t o e n d o , N g o em b o e l , Hal i t ,
T j o k i o ,G e d a n g , De r k i l o , Ng e n d o , P e n k i n g - K a p a t , üj i em-
b o n g ; S l a m a t t a n en P i n g o k de voornaamste , terwijl te Soe-
r a k a r j t a , te S a n g i r a n , te S e s e l o h en to K a r a n g - P a n d a n
ook nog rijke zoutbronnen ontspringen.
De wegen zijn in dit gewest over het algemeen in goeden Staat,
en behalve de groote weg van Samarang naar S o e r a k a r t a , die ongeveer
1 9 eil. breed is en zcs en zestig palen lengte heeft , loopen er andere
van de hoofdplaats naar de voornaamste afdeelingen en distrikten.
Vooral de rijweg van S o e r a r a r t a naar Djocjokarta is zeer fraai en van
dezen gaan een aantal bruikbare wegen zijdelings het land in , waaronder
die naar Megirie of de begraafplaats der Javaansche Prinsen , wel de
voornaamste is.
Deze gekeelc residentie l igt , als h e t wäre , in eene kom van bergen
besloten , waarvan de Ma r b a b o e en de Me r a p i e teil Westen , de
Lawoe ten Oosten en een uilgestrekte tak van het Z u i d e r - g e -
be rgt e ten Zuideri gelegeu zijn. Het Zuidergebergte is een breede
bergrug, die van het Zuiden naar het Oosten voortloopt' in eene woesle
onbewoonde streek , welke, behalve timmerhout, noch uit h e t planten-,
noch uit het dclfstoffelijk rijk iets merkwaardigs oplevert. Dit gedeelte
des lands is zoo weinig bekend en wordt zoo'zelden bezocht , d a t D ie p o
N eo o ro zieh aldaar in 1829 en 1830 eenen geruimen tijd ophield, en
zieh in de onherbergzame wildernis ten volle veilig kon achten.
Hoewel de bergen en vooral het Zuider-gebergte ook djatiehout op-
leveren , heeft deze residentie geene eigenlijk gezegde djatiebosschen ,
en wordt er door de Javanen alleen timmerhout geveld voor eigen ge-
bruik to t den huisbouw , waartoe meestal djatie gebezigd wordt. De
uitgeslrekte djatiebosschen. van B l o r a , welke vroeger aan S o e b a k a r x a -
behoorden , zijn aan het gouvernement afgestaan.
De grond is vruchlbaar en wel bebouwd ; r i j s t , djag o n g , koflij ,
suiker , thee , tabäk , d ja ra k , waaruit die geperst w o rd t, zijn de voor-
haamste producten ; ook zijn er veel boomvruchten , buffels, paarden
en huisdieren. Voor het vervoeren der voortbrengselen is de rivier Solo
van groot nut.
Te voren , toen -alles meer aan dwingelandij onderworpen was en
de Vorslenlanden minder in aanraking met de Europeanen kwamen ,
i bestond hier geen handel hoegenaamd ; doch thans nu de Europesche
bevolking is toegenomen , beginnen de Chinezen er zieh meer en meer
op toe te leggen. Gedurende de laatste jaren bepaalde de uitvoer zieh
hoofdzakelijk tot kollij , peper , indigo, su ik e r, r ijs t, olie en ruwe en
gesponnen katoen ; terwijl lakens , lijnwaad, goud en zilver galon ,
meubelen , rijtuigen , glaswerk , porselein , ijzer , s t a a l, was , spece-
rijen , gedroogde visch, gambier, geestrijke dranken , ta b a k , paarden
en hoornvee worden ingevoerd.
Sedert eenige jaren hebben onderscheidene Europeanen zieh in de
binnenlandcn nedergezet ter ontginning van landerijen, welke met voor-
kennis van het Gouvernement h u n, tegen betaling van zekeren pacht-
s'chat, door de Rijksgrooten voor eenen bepaalden tijd zijn afgestaan ,
en waarop door hen met goed gevolg belangrijke koffijplantaadjen en
suikerfabrijken zijn aangelegd. De inboorlingen leggen zieh met goed
gevolg op onderscheidene kunsten en handwerken to e , zoo d a t men
thans in de hoofdplaatsen vrij goede ijzer-, goud- en zilversmeden-,
koper- en blikslagers , geweer- en slotemakers, sehrijnwerkers , tim-
■nerlieden , metselaars , klecr- en schoenmakers , draaijers , zadelma-
kers enz. vindt.
Het klimaat is in d it gewest zeer g ü n stig , zoodat h e t verblijf er
voor Europeanen, zoowel als voor de inboorlingen , doorgaans gezond en
aangenaam i s , alhoewel er bij de afwisseling van den moesson , weleens
koortsen en huidziekten heerschen , die noglhans zeldzaam van eenen
kwaadaardigen aard zijn.
Deze residentie is tevens een keizerrijk. De Eeizer is alleen heersehend
in zijn rijk , met dien verstände echter , dat hij leenman van
het Gouvernement i s , hetwelk hij als Opperheer huldigt. Volgens de
mlandsche wetten vonnis vellende_, mag hij echter niemand vermin-
kende straffen of folteringen doeu ondergaan; wijders is hij door ver-
bondschriften v erpligt, in sommige zaken rnct den Resident te raad