gevoelig hein dit verlies ook was, niet toe, om den Friezen zulks he-
taald te^zellen.
Den 26 September 1420 rukten de Vetkoopers onverwacht bij nacht
voor S t a v o r e n , binnen welke stad zieh de meeste Oostfriescbe en Gro-
ninger ballingen, welke tot de Schieringers beboorden, nedergezet
badden. Zij geraakten in den donker over de vesten. Daar echter
die van binnen de wapenen spoedig aangegord badden , ontstond er een
hardnekkig gevechtr waariu C o b p e n J a r i g s en sommige anderen snea.
velden. De overige ballingcn en misnoegden , niet langer kunnende
stand bouden, gingen seneep en vlugtten naar Holland; sommigen
namen de wijk naar Slooten.
In 1816, gedurende de Geldersche onlusten, werd de stad door den
Bourgondischen Stadhouder F l o r i s v a n Egmond , met behulp -van hon-
derd kleine schepen vol krijgsvolk, ingenomen , en, nadat zij weder
in handen der Gelderschen gevallen was, in 1622, andermaal herwon-
nen en het blokhuis verstärkt.
Tijdens de Spaansche onlusten en oorlogen heeft S t a v o r e n ook veel
gcleden. Den 28 Augustus 1512 werd de stad door de onzen ingenomen,
alzoo zij door de Spanjaarden siecht bezet was, doch den
6 September weder in handen der Spanjaarden gevallen zijnde leed
zij veel overlast van het Walen-Regiraent van C a s p a r R u b l e s , dat eene
verschrikkelijke plundering en moord onder de iugezetenen aanrigttc;
terwijl een gedeelte der stad verbrand werd. 1 S t a v o r e n weder in onze magt gekomen zijnde, liet Prins W i l l em I,
in het jaar 1580, het kasteel afbreken, doch de trouwelooze 'R e n n e s b
e r g , de stad voor den Spaanschen Koning herwonnen hebbende, deed het
kasteel weder herstellen en de stad met Spaansch krijgsvolk bezetten. In
/ 15811, hebben de uitgewekene en voor Spanje’s lirannij vlugtende burgers
van S t a v o r e n , geholpen door een vaandel Staatsche Soldaten onder
S o n o t , de stad weder ingenomen en het kasteel gesloopt, sedert welken
tijd de stad aan der Staten zijde is gebleven.
Bij den watervloed van Februarij 1828 werd S t a v o r e n vreesselijk
geteisterd. De meeste huizen leden veel en eenige spoelden tot op de
grondslagen weg. Er sloegen verscheidene diepe gaten in de straten,
längs welke turf, huisraad en gereedsebappen in menigte rondspocl-
den. Bet havenhoofd werd verschrikkelijk beschadigd, zoodat het naau-
welijks te herkennen was. De zoutkeet stortte in , en het was niet dan
met .moeite, dat de boeren hun vee door het water naar bet hooger
gelegen Warps en Molkwerum heen dreven. Vele schapen verdronken,
doch gelukkig kwamen hier geene menschen bij om.
Het wapen van S t a v o r e n is een veld van goud, met drie fascen van
keel en geplaatst op twee gekruisde bisschopstaven van goud.
De vlag.is blaauw met twee' gouden gekruisde bisschopstaven in het
midden.
STAVOREN (KASTEEL-TE-), voorm. kast., prov. Friesland, kw.
Westergoo, arr. en 5 u. Z. W. van Sneek , kant. en 1 | u. Z.W. ten Z.
van Uindeloopen, in het N. W. der stad Stavoren.
Dit kast. was in het jaar 1522 gesticht, door den Stadhouder
G e o rg e S c h e n k , ter zelfder plaatse, waar A l b r e c h t v a n B e i j e r e n , in het
jaar 1597, eene sterkte gebouwd had. Het had een torengeweif en
ringmuren, en werd, na zeven en vijftig jaren gestaan te hebben, op
den 12 February 1580 nfgghrnltpn , manp tnH- Ann* rl<pn.fri4wf
van- RuNNENBuno weder herbouwd-j—doch in hot volgende jaar door de
uitgeweken burgers weder ingenomen en gesloopt.
STAVOREN (KLOKSLAG-VAN-), dat gedeelte van de gem. Stavoren,
prov. Friesland, kw. Westergoo, arr. Sneek, kant. IHndeloo-
pen, betwelk buiten de stad Stavoren gelegen is. Het bevat het vaste
land en gedeelten van den N o o r d e r -p ol d c r en van den Zuider -
polder. # 5 , i
STECKMUHL, geh.' in de heerl. Berburg, ;grooth. Luxemburg,
arr. en 4J u. N. 0. van Luxemburg, kant., kw. en j; u. N. ten W.
van Grevenmacher, gem. Manternach.
STEDEHEM en STEDEHEIM, öude namen van bet d. S t e d u m , in
Fivelgo, prov. Groningen. Zie S te d u m .
STEDEHODDERS of S t e h o u d e r s , voorm. state , prov. Friesland,
kw. Westergoo, griet. Menaldumadeel, arr. en 2j u . W. van Leeuwar-
den, kant. en 1J- u. Z. Z. W. van Berlikum, | u. Z. van Schingen,
waartoe zij behoorde.
STEDEMA of S t e d m a , voorm. state ', prov. Friesland, Iw. Ooster-
goo, griet. Tietjerksteradeel, arr. en 4 u. 0. Z* 0. van Leeuwarden,
kant. en 1£ 0, Z. 0 . van Bergum, l u. Z. van Ooslermeer.
De juiste plaals, waar zij gestaan heeft, weet men niet meer aan
te \*ijzeu. ?
STEDERAWALDA of S t e d e w a l d a , voorm. bosch in Fivelgo, prov,
Groningen, niet ver van Stedum, waarvan het zijnen naam onlleende,
tcr plaatse , waar nog heden eene piek gronds den naam van S t c e r *
w o ld e draagt.
STEDUM, gem. in Fivelgo, prov. Groningen-, arr. ien kant, Ap-
pingedam (2 k. d., 7 m. k., 4 s. d.) ; palende N. aan de gem. Kantens
, 0. aan ’tZandt en Loppersum, Z. aan Ten-Boer, ,W. aan Mid-
delstum en Kantens. »
Deze gem. bevat de d. S t e d u m , Gar s t b u iz en en We s t e r emden
, benevens de daartoebehoorende geh. Di jkum, hct’G ro o te -
Gar s t h u i z e r -Voorwerk, het Kl eine-Gar s thuizer -Voorwerk,
de Har , Kr än g ewee r , d e V e n n e n , de V i e r b u r e n , het Vooi-
w e r k, de Wee r en Lut j e -W ij t wer t . Zij beslaat, volgens het
kadaster, eene oppervlakte van 2451 bund. 75 v. r. Men telt er
237 h., bewoond door 308 huisgez., uitmakende eene bevolking van
1680 inw., die meest in den landbouw en de veeteelt hun bestaan
vinden. Ook heeft men er eenen pelmolen en eene weverij.
De grondsgesteldheid is niet overal geheel de zelfde. Aan de Oost-
zijde bestaat de bodem uit vette klei met zand vermengd ; aan den
Noord- en Zuidkant is de klei zwaarder en minder zandig. Ten Westen
treft men eerst klei en daarna roodoorn aan. Even als elders op
de hooge kleilanden, worden hier gebouwd tarwe, rogge, raapzaad,
garst, baver , boonen, aardappels en andere vruchlen. Onder Wester-
emden is de grond meeslal zavelig en vruehtbaar.
De Herv., die er 1200 in getal zijn , onder welke 240 Ledematen ,
maken de drie gem. S t edum f G a r s t h u i z e n en Wes t e rem de n uii.
Sedert den 10 December 1843, bestaat hier ook een gem. van Chris-
telijk Afgescheidenen.
De 5 Evang. Luth., die er wonen , behooren tot de gem. van die
gezindte te Groningen. — De 20 Doopsgez., die men er tel t , worden
tot de gem. van Uithuiien gerekend. — De 10 Isr., die er wonen,
hebben hier eene bijkerk , welke tot de ringsynagoge van Appingedam
behoort.
Men heeft in deze gem. drie scholen ; als : eene te S t e d um , eene
te Garsthuize.n en eene te Wes t e rem den.