gcwccst, tot of niet verre van dit ambacht gespoeld hee ft; dal dns het zec-
volk, de gorze nu daar wezende, en zieh van daar moetende te schecp bege-
ven, op dit dorp, als de laatste plaats, welke zij moesten doortrekken, vcr -
xam’eld i s , en dat hun aldaar gewoonlijk kan toegeroepen zijn : scheeplui!
scheeplui !. Op alle plaatsen werden zij slechts aangemaand tot den ver-
deren voorttogt, maar op dezc altoos tot het dadelijk aan boord gaan.
Anderen leidenden naam af van een water, L e de gcheeten, dat voor-
heen van Vlaardingen door dit dorp stroorade , en daar dit woord zoo
veel als leiding beteekend heeft, wil men dat Scbeeplbde ofScbeepleda,
beteekend bebhe de plaats, of water dat de schepen naar de Maas
leidde (de klankverbastering zou er Scripleiden van gemaakt hebben).
Eene der beschrijvingen van Delft, schijnt te stellen , dat inen onder
den naam van Scbeepueda of Scheeplede, rnoet verstaan schipleiders dat
is i v menschen die met de lijn om den hals een schuit of scheepje
'« trekken mogelijk moet men daarbij vooronderstellen, dat de be-
woners van dit dorp zieh voornamelijk met die bezigheid geneerd hebben
, waardoor derhalve dan ook de naamsoorsprong van Schiplüiden
onlleend zoude wezen.
Men telt er in de kom van het dorp 81 b. en 330 inw. Het dorp
bestaat voornamelijk uit twee aan een gebouwde rijen huizen, ter
wederzijde van de v a a rt, die door twee bruggen met elkander ge-
meenschap hebben; bet i s , ruim en luchtig, begint van naast de
kerk a f , als men van Delft komt, en strekt tot nabij den korenmolea
aan den weg, daar men naar Maasland g a a t; de huizen zyu doorgaans
goede en wel onderhouden gebouwen.
De Herv. kerk Staat aan den ingang van het dorp , wanneer men
van Delft k omt, met het achterste gedeelte of de kporzijde naar den
weg en de toren naar de landzijde gebouwd , omdat de toren; zoo
als vroeger algemeen het geval was , aan de westzijde van de kerk Staat,
waardoor deze den voorbijganger als verkeerd gebouwd voorkomt. Het
jaar der Stichling, of aan wie zij voor de Reformatie was toegewijd,
hebben wij nergens kunnen onldekken : zeker is h e t, dat deze kerk
reeds in bet jaar 1313 aanwezig geweest is , ingevolge eene uitspraak
van Graaf W i l i e m v a s H e n e c o i iw e n , gedaan tusschen den Heer A rk o e d
v a h H o d e n p i j l , en zijne broeders ter eenre , en J a s C a p p a e r t s z o o n , ter
andere zijde. Het gebouw zelf, dat van buiten er goed onderhouden
uitziet, draagt alle kenleekenen van oudheid : het is langwerpig Vierkant
en van eene tamelijke hoogte , zijnde het dak met leijen gedekt.
ln het jaar 1810 werd de vrij hooge toren , die boven het dak der kerk
uitstak en waarin twee klokken hangen, wegens den bouwvalligen
loestand afgebroken en vervangen door een net houlen torentje , dat
op de kerk gebouwd en van een uurwijzer voorzien is , welke door
een goed uurwerk gedreven wordt. Van binnen is de kerk vrij
ruim , doch geheel zonder pijlaren. Op het lijstwerk van den predik-
stoel leest men met groote vergulde letters : * Maar hij seyde, ja
» salig zijn degene, die het woord Gods hooren en datsclve bewuren,
Luc. 11 vs. 2 8 : aan de regterzijde van den predikstoel, tegen dea
torenmuur, hangt een fraai bord , waarop de Wet des Heeren geschre-
ven is. Aan de linkerzijde ziet men eenen trap , die naar den toren ge-
leidt. Aan de zuidzijde van het koor hangt een bord, waarop de namen
der Predikanten , die sedert 1600 aldaar gestaan hebben. Onder deze
merkt men mede op den beroemden A s t o s i e s H a b b r o e k , die in 1647
van ScHiPLDiDES naar Oost-Indie vertrok en in 1663 op het eiland For
mosa , als een andere R e g b l e s , vrijwillig zijn leven ten offer b rag t, om
het aan den vjjand gegeveu woord niet te breken. In h e tja a r 1788
Werd aan het einde van het koor een uitmuntend kunststuk opgehan-
-en ter gedachlenis van den Heer W i e h e l b H e n d r i k S t e e n b e r c h ,
overleden te Kenenburg, den 8 December van dat jaar. Het bestaat
voornamelijk uit eene k a s t, verbeeldende eene nis , waarin op
een voetstuk gesteld i s , eene oude Romeinsche urne , in welke de
asch der overledenen , die verhrand Werden , plagt bewaard te worden :
van het gezegde voetstuk rijzen twee fraaije pilasters, waarop aan ledere
zijde vier kwartieren van het wapenschild des overledenen gesteld ,
welke van boven met een fraai lijstwerk zamengevoegd zijn. Op dat
lijstwerk staat bet jaartal MD.CCLXXXVIII; daar boven ziet men een
fraai verzilverd doodshoofd , en onder toepassclijk bij werk ; onder op
het voetstuk , leest men in vergulde kapitale letleren het volgende :
. Den Wel-Edelen-Geboren Heer W i l h e e b H e n d r i k S t e e n b e r c b , in
» leven Heer van Schipluiden, Hodenpijl, St. Maartensrecht, Dorp
» en Kenenburg , Oud-Raad van de Crimineele en Civiele Justitie
> in de colonie van Surinamen, geboren te Venlo, op den 19 Jp ril
< 1723. Obiit te Kenenburg , den 8 December 1788.” Onderaan
hangt eene wel dooreengewerkte strik van lauwrieren en andere bladen
en bloemen , alles zeer kunstig , zoo van hout als marmersteen ,
bewerkt.
In plaats van het kerkhof , hetwelk voorheen door eenen muur met
eene poort omgeven w a s , is in het jaar 1828 eene burgerlijke be-
graafplaats aangelegd, welke door een niet hoog, maar n e t , hekwerk
omgeven is.
Sedert jaren Staat het pastoriehuis der Hervormde gemeente als
spookhuis bekend, een bedaard en gezet onderzoek door den tegen-
woordigen Predikant, L e o n a r d o s J o h a n n e s L a m b e r t ü s v a n N e c k , daar—
omlrent gedaan , heeft bewezen , dal al hetgeen men hoorde aan na-
tuurlijke oorzaken moet worden toegeschreven , zoo werd , onder anderen
, het zooveel geruchlmakende geluid en nu en dan het akelige ge-
klaag veroorzaakt door de toevallige speling van zeer feilen wind op
eene bij den grond , in den muur van het huis , bijkans toegeroesten
rooster , nadat deze echter, voor omtrent twaalf jaren , weggenomen.is,
wordt het geluid niet meer gehoord, zoodat men er sedert jaren in de
gemeente niet meer van spreekt, en wordt er soms nog door eenen
vreemdeling naar gevraagd , dan is het eenstemmig antwoord van de
dorpelingen : » Onze Domine heeft de spoken verdreven” . De molen
ten Noorden van het dorp stond sedert onheugelijke tijden als toover-
molen bekend; sedert de vrouw van den vorigen molenaar, in 1839,
overleden i s , spreekt men er echter niet meer van.
De kermis valt in den 28 Julij.
Het wapen dezer bürg. gem. bestaat in een voor anker liggend sebip
op een stil water ; dat van de kerk. gem. is een zeilend schip op een
woelend water, met bet omschrift: Jezus in 't S c h ip zyn all de scheeps-
iBY vyliq. Mat. 8 : 23—27 , 14 : 24—32.
SCHIPLUIDENSCHE-SLTJIS, slnis in Delfland, prov. Zuid-Holland.
Zij is een der acht westsluizen van Delfland en dient tot uitwatering
van de gem. S c h i p 1 u id e n en H o d e n p ij l, benevens de pold. W o u d -
h a r n a s en A a lk e e t .
SCHIPSLOOT (DE) , water in Fivelgo, prov. Groningen, meerendeeis
onder Siddeburen, eenen aanvaDg nemende bij bet dorp Schild
wolde en met eene noordelijke rigting naar het westeind van het Schild
loopende.