IS84- S O N.
vcrvocgcn , ligt , aan de regtcrzijde , half verscholen achter eenige fraaä
opgewassen'populieren , aan den voet van eenen ruw begroeiden heuvelj;
terwijl, aan de linkerhand , het oog tegen een digt lommer rust , achter
hetwelk zieh eene mengeling van dof gcklots en zackt gemurmel van
waterwerk doet booren. Weinige schreden verder en onverwachts ver-
toont zieh eene buiterigemeen schoone fontein, wier helder witte stralen
tegen het donkere loofder fijne dennen eil bruine beuken de bevalligste
werking doen , en weldra ook een hooge zware waterval, boven welken
het zieh verwijderde geboomte het schilderachtigste vergezigt laat aan-
schouwen , dat men zieh voorstellen kan. Van hier komt men door, eene
laan van tuipenboomen aan eenen vijver, die, in den meest kieschert
ongekunstelden smaak aangelegd , in zijnen omtrek de grootste versebei-
denheid van bevallige natuurtooneelen vereenigt. Hier ziet men , aan
de overzijde van den breeden plas , vruchlbare heuvels met goudgele
graanvelden verrijzen ; daär de steile glooijing van aangelegde bosschen.
Hier omzoomen zware boomen , op verschillenden afstand , den zackt
glooijenden vijver ; daär zien wij hen vervangen door bloeijende heesters,
terwijl treurwilgen en treuresschen banne takken over het water ¡neigen
en de bruine beuk daarachler zijne kruin verheft. Hier verle-
vendigt een troepje schapen den oever; däär zwemmen zwanen en
eenden op de oppervlakte. Hier lierinnert het geriiisch van eenen
inolen aan werkzaamheid en leven ; daär wekt een waterval, met zijn
eenzelvig geklots, tot stil gepeins. Bij den grooten waterval is het
gezigt allertreffendst: hij ligt digt bij den weg, die Z i j p e n d a l van
S o s s b e e k scheidt ; men ziet er aan de eene zijde, over den grooten
waterplas van Zijpendal, door zwaar geboomte ingesloten , en , aan
de andere zijde, over de geheele lengte van den Sonsbeekschen vijver.
in welks midden een eilandje ligt, voorzien van sierlijk boomgewasen
statige beeiden.De aanlokkelijke wandeling rondom den vijver volbragt
hebbende, gaat men längs langzaam opgaande belommerdc paden naar
de hoogte. Na een weinig klimmens vindt men eene door kunst aange-
legde weide, waar eenige schapen van het Spaansche ras grazen ; groo-
te re , wel beplante hoogten, daar rondom gelegen , beschütten haar tegen
koude winden , waaraan anders deze ligging haar blootstellen zoude. Ön-
gemerkt klimt men, onder het lommer, al hooger en hooger, en
bereikt weldra het hoogste punt ; terwijl hier echter de boomen het
vrije uitzigt beletten , beklimt jnen , längs eenen gemakkelijken wen-
teltrap , eenen kunstig vervaardigden toren op welks plat en omgang
men de zoo even verlatene hooge weide, met de geheele plaats en
verder de stad , ja den ganschen omtrek, met al zijne hoogten en laag-
ten , hijna als een vlak veld voor zieh ziet. Aan de zijde der Betuwe
vertoonen zieh tallooze torens in het verschiet; alleen aan de zijde der
Veluwe wordt het uitzigt door de hoogten bepaald. Nopens de geschie-
denis van dit goed , zie men ons art. H a r t g e r s b e r g , hetwelk gezament-
lijk met S o s s b e e k in eigendom bezeten wordt door den Heer H. J. C. J.
v a s H e e c k e r e n v a n E s g h b iz e s .
SONSBRUG, brug in het graafs. Leerdam, prov. Zuid-Ilolland,
20 min. 0 . ten N. van Schoonrewoerd, over de Culenborgsche-Vhet.
SONSVELD , b i j h e t k a d a s t e r Z o s d v e id e n i n d e w a n d e l i n g 'S o f f e m
g e s p e l d , g e h . i n d e Meijerij vqn 's Uertögenbosch, k w . Peelland, p r o v .
IVoord-Braband, Eerste d i s l r . , a r r . e n 4 u. Z. 0. v a n ’s Hertogenbosch,
k a n t . , g e m . e n 70 m i n . Z. v a n Vegliel; m e t 27 h . e n 160 i n w .
SONTHAll, wyk in Oost-Indie , op het Sundasche eil. Java. Hst
is eene der vier en twintig wijken van de stad Batavia.
SONTHAll (DE), riv. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java r
welke hären oorsprong neemt in de resid. ßuiten/.org , daarna de wa-
teren d er Tj i p i n a ng ontvangt en , na de ooslclijke grens van de resid.
Batavia bespoeld te hebben , zieh in de Toegoe verliest.
S00 gebergte in Oost-Indie , op het Sundasche eil. Java, resid.
Kadoe,’ ads. res. Magelang. , , | ,
Den 15 Dccember 1827 , vielen de Nederlandsche troepen onder het
bevel van den Luilenant Kolonei L e o e l . de muitelingen aan, die dit
¡rebergte bezet , en ook in de naastaan gelegene vlakte post gevat had-
den. Toen onze troepen op dit gebergte kwamen , zagen zij den vij-
and uit de vlakte geregeld aanmarcheren ; maar middelerwijl was de
Luitenaut K i a r d i e , met de voorwaclit en de Tidorezen , ongemerkt door
een dorp , 'svijands regter vleugel genaderd', viel dien zoo bevig aan ,
dat deze beweging den vijand tot den aftogt verpligtte. Daar bet
terrein ongunstig' was en de Overste een gedeelte zijner magt le Min-
gier had achtergelaten , vond bij het ongeraden den vijand verder te
vervolgen.
SOOL (DE), v a a rt, prov. Friesland, kw. Zevcnwouden, griet. Uo-
niawarstal, loopende uit de Wymers, in eene weslelijke rigting, längs
Indijken naar het Koevoetermeer.
SOOL (TER-), d., prov. Friesland, kw. Oostergoo, griet. Rauwer-
derhem. Zie T e r z o o l .
SOPELE , d. in Oost-Indie, resid. Jmboina, op het Moluksche eil.
Amboina, schiereil. Ilitoe, gesp. Oeli-IIolawan.
SOPENG of S o p I s g , S t a a t in Oost-Indie, op bet Sundasche ei\. Celebes.
Zie S o e p a .
SOPHIA-POLDER, pold. in het eil. Noord-Beveland, prov. Zee-
land, arr. Goes, kant. Kortgene, gem. IFissekerke-Geersdijk-Kam-
pens-Nieuwland-en-’s Gravenhoek.
Deze pold., welke in het jaar 1770 bedijkt is, beslaat, volgens het
kadaster , eene oppervlakte van 85 bund. 22 v. r. 11 v. eil.
SOPHIA-POLDER, pold. in Staats-Vlaanderen, in het Frije-van-
Sluis, prov. Zeeland, arr. Middelburg, kant. en gem. 0 ostburg;
palende N, aan den Prins-Willems-polder Eerste gedeelte, 0 . aan
den Nieuwe-Passegeule—polder , Z. aan , den Groote-Boom-polder,
den Goosvliet-polder en den Izabelle-polder, W. aan den Diomede-
polder.
Deze pold., welke in het jaar 1807 bedijkt is , beslaat, volgens het
kadaster, eene oppervlakte van 528 bund. 72 v. r. 29 v. eil., waar-
onder 222 bund. 48 v. r. 95 v. eil. schotbaar land ; telt 6 h., waar-
onder 5 boerderijen , en het P a v i l j o e n (zie dat art.). Het overtollige
water plagt door den S o p r i a - p o l b ^ r , längs de Oost-sluis, in het Zwin te
lozen , thans ontlast het zieh door eene sluis in de Linie en verder
door de sluis van den Kapitalen Dam, in den Braakman. De polder
behoort tot de concessie aan den Generaal Graaf v a s Damme verlcend,
en wordt door de gezamenlijke erfgenamen besluurd. De plaats , waar
de polder ligt, was oudtijds Beooster-Eede, Aardenburger-ambacht en
voor een klein deel aan de oostzijde Dierkensteen , Oostburger-am-
bacht. Deze polders in de Spaansche onlusten gevloeid zijtide, ont-
stond hier het C o x i j s c h e - g a t , dat weder opslikte en eindelijk onder
den tegenwoordigen naain bedijkt werd.
SOPHIA’S-LUST, verl. plant, in Nederla nds- Guiun a 7 k ol. Suri-
name j aan de Motkreelz, ter regterzijde in het afvaren j palende
bovenwaarts aan de verl. plaut. Zcewijk, benedenwaaits aan du